Ministerie van Sociale Zaken Directie Werk en Bijstand
en Werkgelegenheid Afdeling Beleidsinnovatie en
Ketenprocessen
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA DEN HAAG
Uw brief Ons kenmerk
W&B/B&K/05/93510
Onderwerp Datum
Aanbieding inventariserend onderzoek 6 december 2005
'Hoogwaardig Handhaven: Gemeenten uit de
startblokken'
Bijgaand doe ik u toekomen het inventariserend onderzoek `Hoogwaardig Handhaven:
Gemeenten uit de startblokken'.
In 2003 is de Tijdelijke stimuleringsregeling Hoogwaardig Handhaven in het leven
geroepen die ertoe strekte om gemeenten door middel van een subsidie te ondersteunen bij
het ontwikkelen en implementeren van het concept Hoogwaardig Handhaven. Hiermee
wordt bedoeld een samenstel van activiteiten gericht op het voorkomen en bestrijden van
fraude en het verhogen van de nalevingsbereidheid van de regelgeving van klanten in het
kader van de Wet werk en bijstand (WWB).
Hierbij wordt gebruik gemaakt van vier visie-elementen te weten: vroegtijdig informeren,
optimaliseren dienstverlening, controleren op maat en daadwerkelijk sanctioneren.
De onderhavige regeling is per 1 april jl. geëxpireerd.
Naar de resultaten van de Tijdelijke stimuleringsregeling Hoogwaardig Handhaven heb ik
een inventariserend onderzoek laten verrichten. Het onderzoek geeft antwoorden op de
vraag: wat is de stand van zaken anno 2005 bij gemeenten? En doet verder aanbevelingen
per visie-element hoe gemeenten nu verder kunnen doorpakken.
Doelen van het onderzoek zijn: 1) inzicht geven in de stand van zaken hoever de gemeenten
zijn in het proces van Hoogwaardig Handhaven, 2) goede voorbeelden inventariseren en
toevoegen aan de Kennisbank Hoogwaardig Handhaven en 3) waardevolle input leveren
voor het toekomstige gemeentelijke uitvoeringsbeleid.
Het onderzoek heeft betrekking op de stand van zaken medio 2005 en is gebaseerd op een
onderzoek bij 40 willekeurig gekozen gemeenten, verdeeld naar 5 verschillende
grootteklassen en evenredig verdeeld over de provincies.
Uit het onderzoek komen de volgende belangrijkste bevindingen naar voren:
· Visie en beleid. Nagenoeg alle gemeenten hebben een visie en beleid op
Hoogwaardig Handhaven ontwikkeld en hier draagvlak voor verkregen.
2
· Werkprocessen en personele capaciteit. De relevante werkprocessen zijn veelal
aangepast en beschreven. Tweederde van de gemeenten hebben naast de
klantmanager ook nog een aparte functionaris handhaving in dienst.
· Kwaliteit personeel en aansturing. Handhaven is een taak van de klantmanager, die
door opleidingen e.d. fraudealerter is geworden. Het management heeft nog niet
overal voldoende aandacht voor operationele aansturing van medewerkers op basis
van vóóraf geformuleerde doelstellingen en prestatie-indicatoren.
· Meten en Evalueren. In algemene zin is gebleken dat de meeste gemeenten nog niet
zijn toegekomen aan het meten van de prestatie-indicatoren en het evalueren van de
werkwijze.
Vastgesteld wordt dat op de hiervoor genoemde vier visie-elementen forse kwalitatieve
vooruitgang is geboekt. De grootste vooruitgang is gerealiseerd op het vroegtijdig
informeren en het controleren op maat.
Tegelijkertijd is geconstateerd dat de Tijdelijke stimuleringsregeling ertoe heeft bijgedragen
dat Hoogwaardig Handhaven bij de gemeenten op de agenda is komen te staan en
bewerkstelligd dat bij gemeenten veel progressie is bereikt, maar dat we er nog niet zijn.
Dit rechtvaardigt de titel van het onderzoek nl. `Gemeenten uit de startblokken'.
Op basis van de evaluatie zijn op de vier visie-elementen aanbevelingen opgesteld voor een
gemeentelijk vervolgbeleid. De extra investering van de gemeenten en haar medewerkers
met behulp van de Tijdelijke stimuleringsregeling Hoogwaardig Handhaven moet nu nog
worden omgezet in een structureel niveau van handhaving, waarbij SZW op sommige
onderdelen (bijv. gegevenskoppelingen) gemeenten kan ondersteunen en faciliteren.
Ik breng graag onder uw aandacht dat zowel de VNG als Divosa de bevindingen en
aanbevelingen van het onderzoek op de hoofdlijnen ondersteunen. De reactie van de VNG
en Divosa treft u integraal aan op pagina 19 van het rapport.
Tot slot verwijs ik u kortheidshalve voor mijn persoonlijke opvattingen en visie met
betrekking tot de resultaten van de Tijdelijke stimuleringsregeling Hoogwaardig Handhaven
naar het voorwoord van het rapport.
De staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H.A.L. van Hoof)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid