Contactpersoon
-
Datum
6 december 2005
Ons kenmerk
DGP/WV/U.05.02407
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
4
Uw kenmerk
-
Onderwerp
Uitkomsten bestuurlijke overleggen MIT
Geachte voorzitter,
Met deze brief wil ik u informeren over de uitkomsten van de bestuurlijke
overleggen, die ik afgelopen weken heb gevoerd met de regionale bestuurders
over het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) tot en met
2020. In de overleggen zijn diverse specifieke MIT-projecten onderwerp van
gesprek geweest. Daarnaast heb ik gesproken over een aantal algemene
onderwerpen, zoals tol, versnellingsprijs en de netwerkanalyses.
Proces en belangrijkste conclusies
De afgelopen weken heb ik acht bestuurlijke overleggen gevoerd. Met de
provincies Overijssel en Gelderland en de kaderwetgebieden Twente en het
Knooppunt Arnhem-Nijmegen uit het oosten en de provincies Friesland,
Groningen en Drenthe uit het noorden van het land heb ik op landsdeelniveau
gesproken. In landsdeel West heb ik apart gesproken met de Zuidvleugel (de
provincie Zuid-Holland, het stadsgewest Haaglanden en de Stadsregio
Rotterdam), de Noordvleugel (de provincies Noord-Holland en Flevoland en
het Regionaal Orgaan Amsterdam) en de Utrechtse regio. Het overleg met
landsdeel Zuid is gesplitst in een overleg met de provincies Limburg, Noord-
Brabant (inclusief het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven) en Zeeland.
Hieronder geef ik u een overzicht van de belangrijkste conclusies van de
bestuurlijke overleggen:
Tol en versnellingsprijs
Ik heb met de verschillende regio's uitgebreid de mogelijkheden van tol
en/of versnellingsprijs besproken. Ik heb de volgende afspraken gemaakt
met de regionale bestuurders:
Het landsdeel Noord heeft laten weten geen knelpunten te hebben, waarbij de
versnellingsprijs en/of tol een effectieve bijdrage kunnen leveren;
Binnen het landsdeel Oost heb ik met Gelderland afgesproken dat - onder het
voorbehoud dat de Tweede Kamer instemt met de Nota Mobiliteit - we
gezamenlijk de cofinanciering en vervolgens versnellingsprijs onderzoeken
bij de doortrekking van de A15 naar de A12;
In landsdeel West onderschrijven alle bestuurders de noodzaak van een
spoedige introductie van de kilometerprijs. Meer specifiek heb ik met de
Noordvleugel afgesproken dat zij begin 2006 met een voorstel komen voor de
aanpak van de vormgeving van beprijzen in hun regio als daarvoor voldoende
draagvlak wordt verkregen. Met de Zuidvleugel heb ik afgesproken dat wij
gezamenlijk verkennen hoe de met tol en versnellingsprijs beoogde
versnellings- en financieringsdoelen via de kilometerprijs (differentiatie)
in de regio kunnen worden bereikt ten behoeve van het spoedig realiseren
van concrete projecten. Dit zal in beide regio's in samenhang met het
gehele netwerk gebeuren. Met Utrecht is afgesproken dat de regio (in
samenwerking met Verkeer en Waterstaat) onderzoekt of de versnellingsprijs
bijdraagt aan de verbetering van de knelpunten in het Utrechtse en zo ja
hoe. Deze actie wordt gekoppeld aan de uitkomsten van de verkenning naar de
ring Utrecht;
In het landsdeel Zuid heb ik met Limburg afgesproken dat we gezamenlijk de
versnellingsprijs onderzoeken bij de A2 Maasbracht - Geleen. Verder heb ik
aan Noord-Brabant de uitnodiging gedaan om samen met de andere bestuurders
en het bedrijfsleven voor de Merwedebrug bij Gorinchem (op de A27 Lunetten
- Hooipolder) de versnellingsprijs en tol verder uit te werken.
Netwerkanalyses
Ik heb in de bestuurlijke overleggen gesproken over de voortgang van de
netwerkanalyses en met de regio's afgesproken dat alle netwerkanalyses
uiterlijk 1 augustus 2006 klaar zullen zijn. In landsdeel Oost heb ik met
Overijssel de afspraak gemaakt dat er een netwerkanalyse voor de omgeving
Zwolle komt onder verantwoordelijkheid van de regio. Daarmee komt het
totale aantal netwerkanalyses op tien.
Spoordoorsnijdingen
Ik heb met de regio's gesproken over het budget van E 300 miljoen in de
periode 2006 - 2020 voor het oplossen van knelpunten rond
spoordoorsnijdingen in stedelijk gebied. Ik heb uitleg gegeven over het
doel van het budget en de procedure hoe ik met het budget wil omgaan. Ik
heb duidelijk gemaakt dat het hier om een regeling gaat, die gemeenten
moet helpen in de plannen die zij al hebben. Ik heb de bestuurlijke
overleggen gebruikt om ideeën en wensen van de verschillende regio's te
inventariseren. Eind 2005 zal ik mijn definitieve criteria voor invulling
van het budget voor spoordoorsnijdingen bekend maken. Vervolgens hebben
de gemeenten de tijd om hun plannen in te dienen. Nadat deze zijn
uitgewerkt en beoordeeld op het gewenste effect, zullen ze onderling
vergeleken en gescoord worden om te bepalen welke plannen voor een
bijdrage in aanmerking komen. Eind 2006 zal ik dan mijn besluit naar de
gemeenten kenbaar maken. Hierop vooruitlopend heb ik in landsdeel Oost
toegezegd E 40 miljoen te zullen reserveren voor de spoordoorsnijding in
Ede.
Specifieke MIT-projecten
Ik heb met alle regio's gesproken over de mogelijkheden van alternatieve
inzet van middelen voor infrastructuurprojecten binnen de bestaande
financiële kaders van het MIT. Hiervoor zijn geen voorstellen gedaan.
Over het algemeen waren de bestuurders tevreden over het MIT en de
huidige prioriteiten op programmaniveau zijn daarom herbevestigd. Ik heb
wel (aanvullende) afspraken gemaakt over een aantal concrete projecten.
Deze treft u in de achterliggende bijlagen aan. Toch zijn er twee
gemaakte afspraken, die ik eruit wil lichten vanwege hun financiële
relevantie. Beide afspraken vormen wat mij betreft een aanpassing op het
MIT, zoals ik heb gepresenteerd bij de begroting 2006 - 2010. Na akkoord
van de Tweede Kamer zal ik deze verwerken in het volgende MIT. Het gaat
om:
N18 Varsseveld - Enschede
Voor de N18 Varsseveld - Enschede heb ik een aanvullende rijksbijdrage
van E 73 miljoen toegezegd om realisatie van een toekomstvaste en
duurzaam veilige stroomweg op het traject Enschede - Groenlo mogelijk
te maken. De rijksbijdrage komt hiermee op E 123 miljoen, terwijl de
regio E 117 miljoen bijdraagt;
N201
De rijksbijdrage voor de N201 bleek onvoldoende te zijn geïndexeerd.
Ik heb met de Noordvleugel afgesproken dat de totale rijksbijdrage -
na de juiste indexering - uitkomt op E 176 miljoen (prijspeil 2005) in
plaats van de in het MIT opgenomen E 166 miljoen.
Naast de afspraken over deze twee projecten wil ik u ook wijzen op enkele
projecten, waarover in de bestuurlijke overleggen is afgesproken dat -
voorafgaand aan de MIT-behandeling op 12 december - nog aanvullende
acties uitgevoerd moeten worden. Over deze projecten zal ik u voor of
tijdens de MIT-behandeling nader informeren. Het gaat om:
A6/A7 Knooppunt Joure
Ik heb afgesproken dat ik samen met de regio zal proberen om een
gezamenlijk beeld te vormen over de gefaseerde aanpak van het
Knooppunt Joure;
N33 Assen - Zuidbroek
Samen met de regio zal ik aanvullend overleg voeren om een
gezamenlijke beeld te krijgen van een versoberde uitvoering en
uiteindelijke financiering van de N33;
A4 Dinteloord - Bergen op Zoom
Ik heb aan de regio toegezegd om me in te spannen nog voor de MIT-
behandeling de bestuursovereenkomst voor de A4 Dinteloord - Bergen op
Zoom
te sluiten.
Vervolgproces
Alle door mij gemaakte afspraken wil ik graag betrekken bij de behandeling
van het MIT in de Tweede Kamer op 12 december 2005. Na uw akkoord zal ik -
voor zover (financieel) relevant - de afspraken verwerken in het volgende
MIT.
Ik ga ervan uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Karla Peijs
Ministerie van Verkeer en Waterstaat