Opinie 39: `Ontwikkelingssamenwerking loopt achter feiten aan'
PETER HO, HOOGLERAAR INTERNATIONAL DEVELOPMENT STUDIES:
Vroeger was het simpel: je had een rijk, welvarend Noorden en een
armer Zuiden. Van ontwikkelde Eerste Wereld tot onderontwikkelde Derde
Wereld; elk land liet zich met gemak indelen in deze vertrouwde
structuur. Maar tijden veranderen, net als de verhoudingen in de
wereld. Hoogleraar International Development Studies Peter Ho pleit
voor een nieuw hulpbeleid. Want `in de ontwikkelingssamenwerking lopen
we hopeloos achter de feiten aan'.
Brazilië, Rusland, India, China. Ooit waren deze zogenaamde
BRIC-landen typische ontwikkelingslanden. Traditioneel door de
westerse mogendheden geëxploiteerd, met veel burgeroorlogen, geweld en
een falende overheid. Nu zijn ze in opkomst, doen ze mee aan de
globalisering. Behalve met de BigMac en Coca Cola hebben we ook
rekening te houden met het Indiase Bollywood, de Chinese
textielindustrie en de ICT-capaciteiten van beide.
Governance
`De ontwikkelingslanden hebben inmiddels een enorme impact op de
wereld', zegt Ho. `Daarom moeten we nadenken over wat ontwikkeling
eigenlijk is.' De ontwikkelings-samenwerking heeft gefaald, stelt hij.
Vooral omdat het belangrijkste criterium voor hulpverstrekking
`governance' was. Als een land maar netjes bestuurd werd, zou het geld
wel goed terechtkomen.
`We hebben allemaal gezien dat de overheid hierin grote steken heeft
laten vallen. Bijvoorbeeld in Kosovo. Onze overheid ging er vanuit dat
het bestuur daar in staat was de hulp goed te kanaliseren. Toch kwam
het in de zakken van de maffia terecht. Daaruit is nog steeds geen les
getrokken. Anno 2005 worden dit soort fouten opnieuw gemaakt.'
Een andere misser: toen Eveline Herfkens minister van
Ontwikkelingssamenwerking werd, streepte ze China subiet van het
lijstje landen dat hulp moest ontvangen. Ze heeft daarbij volgens Ho
niet goed gekeken naar de omstandigheden in China en de rol die het
land speelt in de wereld. `Het is misschien vloeken in de kerk van de
ontwikkelingssamenwerking, maar toch is het zo: de invloed van China
reikt heel ver. Het kan ook een bijdrage leveren aan onze wereld.'
Richtlijnen
Hoe moet het dan wel? Ho schetst drie belangrijke richtlijnen die het
beleid voor ontwikkelingssamenwerking zouden moeten domineren. Ten
eerste een grondige controle op het bestuur in een land. Niet op
papier, zoals in Kosovo, maar in de praktijk. De toets hangt nauw
samen met een indeling in typische en atypische ontwikkelingslanden.
Ten tweede zou Nederland niet als een dominee met het belerende
vingertje naar landen toe moeten stappen. Ook dat is volgens Ho een
fout uit het verleden. Ontwikkelingshulp moet gegeven worden op basis
van gelijkwaardigheid. De BRIC-landen bijvoorbeeld, mogen best eisen
stellen aan ontwikkelingshulp. Ze kunnen beslissen een project als het
opzetten van een kadaster in eigen hand te houden, ook al wordt het
gefinancierd door een westerse mogendheid. `Wij, de Wereldbank in dit
geval, moeten niet denken dat we zomaar kunnen beslissen wat voor een
land als China het beste is.'
Grotwoningen
En tenslotte: aandacht voor regio's in plaats van landen als geheel.
`Wij staren ons in Nederland blind op de flitsende hoogbouw in
Shanghai en Peking. Terwijl honderd kilometer verderop mensen nog in
grotwoningen leven. In de ontwikkelingshulp bestaat geen zwart en geen
wit. Een land is niet zoals de hoofdstad. We moeten toe naar
grijstinten. Op lokaal niveau kan geld uit de westerse wereld een
groot verschil maken. Maatwerk is moeilijker en dus duurder. Maar in
effectiviteit verdien je dat dubbel en dwars weer terug.'
Curriculum Vitae
Prof.dr.ir. Peter Ho (1968) is sinds 1 februari 2005 hoogleraar
International Development Studies bij de Faculteit der Ruimtelijke
Wetenschappen. Op dinsdag 6 december 2005 hield hij zijn oratie over
een nieuw begrippenkader voor de ontwikkelingssamenwerking. Naast
hoogleraar is Ho ook directeur van het Centre for Development Studies.
Ho studeerde af in de tropische bosbouw in Wageningen en studeerde
Moderne China Studies (cum laude) aan de Universiteit Leiden, waar hij
ook is gepromoveerd. Na zijn promotie werd hij universitair docent
Milieubeleid aan de Universiteit Wageningen. Van 1997 tot 2002 was Ho
de persoonlijk tolk Chinees van minister Van Aartsen. De
onderzoeksgebieden van Ho raken aan civil society and
environmentalism, land rights, collective action, risk and
biotechnology, en natural resource management. /SK
Informatie
prof.dr. Peter Ho, tel. (050) 363 72 24, e-mail p.p.s.ho@rug.nl
Rijksuniversiteit Groningen