Vrije Universiteit Amsterdam

Persbericht

Rechtsverhoudingen in onderwijsland kunnen duidelijker

Recht doen aan ouders en leerlingen

De rechtspositie van leerlingen en ouders in het primair en voortgezet onderwijs kan beter. Want wie nu zijn recht wil halen, moet eerst uitgebreid de jurisprudentie er op na slaan om te weten of zijn zaak een kans heeft. Op woensdag 7 december verdedigt Niels Noorlander zijn proefschrift, waarin hij stelt dat het beter is om de rechten en plichten van ouders en leerlingen in de wet te verankeren.

Noorlanders proefschrift Recht doen aan leerlingen en ouders gaat over de vraag hoe het recht op dit moment de verhouding regelt tussen het bevoegd gezag van de openbare en bijzondere school enerzijds en leerlingen en ouders anderzijds. Ook vraag hij zich af hoe deze verhouding zou kunnen worden verbeterd.

Noorlander bracht hiervoor de belangrijkste rechten en plichten binnen de driehoek leerling-ouders-bevoegd gezag in kaart. Noorlander gaat met name in op kwesties als schoolkeuze en toelating, de uitoefening van grondrechten in de school, de kwaliteit van het onderwijs, beoordeling van onderwijsprestaties en toepassing van tuchtmaatregelen in de school. De promovendus concludeert dat de juridische basis van de rechtspositie van leerlingen en ouders op dit moment erg smal is, en vooral opgebouwd uit jurisprudentie. Noorlander pleit er daarom voor de wederzijdse rechten en plichten tussen school en leerlingen en ouders duidelijk te verankeren in de Wet primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs te verankeren.