Provincie Fryslân heeft ontheffing voor rapen van kievitseieren
onterecht verleend
's-Gravenhage, 7 december 2005 - Persbericht Raad van State. Het
college van gedeputeerde staten van de provincie Fryslân had geen
ontheffing mogen verlenen aan de Bond van Friese
Vogelbeschermingswachten voor het zoeken en rapen van kievitseieren.
Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van
de Raad van State van vandaag (7 december 2005). Hiermee bevestigt de
Raad van State in hoger beroep de uitspraak van de rechtbank in
Leeuwarden die in maart van dit jaar tot dezelfde beslissing is
gekomen.
Naar het oordeel van de Raad van State is de ontheffing die het
provinciebestuur in december 2002 voor een periode van vijf jaar heeft
verleend, in strijd met de Europese Vogelrichtlijn.
De Vogelrichtlijn laat op zichzelf het zoeken en rapen van
kievitseieren toe, mits voldaan is aan de voorwaarden dat "het gebruik
selectief en onder strikt gecontroleerde omstandigheden plaatsvindt en
het gebruik kleine hoeveelheden betreft".
Op grond van de verleende ontheffing kan de Bond van Friese
Vogelbeschermingswachten aan iedereen die daarom vraagt, een
eierzoekkaart verstrekken, waarbij per persoon een maximum geldt van
15 eieren. Hiermee heeft het college van gedeputeerde staten
aansluiting gezocht bij een ministeriële regeling waarin deze
bepaling is opgenomen.
Deze bepaling strookt volgens de Raad van State echter niet met de
voorwaarde dat het gebruik selectief en onder strikt gecontroleerde
omstandigheden plaatsvindt, nu iedereen die om een eierzoekkaart
vraagt, deze kan krijgen en de kring van personen dus niet beperkt is.
De Raad van State concludeert dan ook dat de bepaling in de
ministeriële regeling door het provinciebestuur onterecht is
toegepast.
Naar het oordeel van de Raad van State waarborgt de verleende
ontheffing ook niet dat het totale aantal te rapen eieren binnen de
grens blijft van de kleine hoeveelheden die op grond van de
Vogelrichtlijn toelaatbaar zijn. Want naar de effecten van het rapen
van kievitseieren op de Friese kievitenpopulatie is geen onderzoek
gedaan en niet is uitgesloten dat het rapen negatieve gevolgen heeft
voor de stand van de populatie.
De Raad van State komt in de uitspraak verder tot de conclusie dat het
college van gedeputeerde staten niet heeft voldaan aan de verplichting
die de Europese Habitatrichtlijn stelt. Het provinciebestuur staat met
de ontheffing toe dat eieren worden gezocht en geraapt in gebieden die
zijn aangewezen als zogenoemde speciale beschermingszones. Het college
heeft echter niet onderzocht of deze activiteiten "significante
gevolgen" zouden kunnen hebben voor deze beschermde gebieden. Dat er
in het gebied al jarenlang kievitseieren worden geraapt, maakt dit
oordeel volgens de Raad van State niet anders, omdat dit steeds moet
worden beoordeeld voordat er een nieuwe ontheffing wordt verleend.
Tegen de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State is geen hoger beroep mogelijk.
LJ Nummer
AU7591
Bron: Centrale redactie rechtspraak.nl
Datum actualiteit: 7 december 2005 Naar boven
Gerechtelijke organisatie