Partij van de Arbeid


Den Haag, 7 december 2005


Bijdrage van Bussemaker(PvdA) aan de plenaire behandeling begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (30 300 XV + E)
(Gesproken woord geldt)


Voorzitter,

In 2005 is de werkloosheid in Nederland dubbel zo hoog als in 2001. Volgend jaar wordt dat niet veel beter.
In 2005 hebben duizenden arbeidsongeschikten hun uitkering deels of volledig verloren, zonder perspectief op werk. Voor 2006 zijn de vooruitzichten niet veel beter.
In 2005 ontving ik talloze brieven van bezorgde burgers over hun werk, over werkloosheid en over ontbrekend toekomstperspectief. Ik verwacht dat dit aantal in 2006 eerder zal toenemen dan afnemen.
Het kabinet heeft weinig boodschap aan de mensen die geen werk kunnen vinden, aan mensen die herkeurd worden zonder perspectief op werk, aan mensen die bij een voedselbank moeten aankloppen omdat ze niet rond kunnen komen.


Voorzitter,

Een historische vergelijking dringt zich op. Ook in 1566 was Nederland in rep en roer. In april van dat jaar bood de verenigde aristocratie van wat nu Nederland is, een smeekschrift aan bij Margaretha van Parma. Het smeekschrift was gericht tegen Filips II en de inquisitie. Graaf Karel van Berlaymont probeerde haar gerust te stellen. Hij gebruikte daarvoor de volgende, beroemd geworden woorden: 'Ce ne sont que des gueux.' In het Nederlands: 'Het zijn slechts schooiers'.


Voorzitter,

De gelijkenis met de huidige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is treffend. Niet omdat hij zijn naam, De Geus, te danken heeft aan deze uitspraak. Nee. Het is erger.
Het kabinet ziet geen mensen die hulp verdienen, geen mensen die we snel aan het werk gaan helpen, geen mensen die moeten kunnen vertrouwen op een fatsoenlijke overheid tegen redelijke voorwaarden. Nee, dit kabinet ziet schooiers. Bedelaars. Ik waarschuw U; tijdens de verkiezingen van 2007 zullen de schooiers met u afrekenen!


Het probleem van dit kabinet is dat men geen wederkerigheid erkent. Met ziet plichten voor burgers. Maar tegen verwachtingen van burgers, staan verwachtingen van de overheid. Dit essentiële begrip van wederkerigheid, dat aan de basis staat van de verzorgingsstaat, wordt door dit kabinet verkwanseld. In de wet van wederkerigheid, het gisteren door de PvdA gepresenteerde rapport over de verzorgingsstaat, wordt het opnieuw gewaardeerd. Voor de burger staat tegenover het recht op ondersteuning, bijvoorbeeld via een uitkering, de plicht om te werken: op de arbeidsmarkt of aan een terugkeer op de arbeidsmarkt dan wel naar de samenleving, bijvoorbeeld door te scholen of door een leerwerktraject te volgen. Voor de samenleving staat tegenover het recht om eisen aan de burger te stellen, de plicht te zorgen voor banen en het leren te faciliteren. Alleen als de samenleving haar plicht invult, kan zij ook eisen stellen. Bijvoorbeeld door te investeren in scholing, in goede kinderopvang, en in investerings- en participabanen, in de publieke en de private sector. Door outsiders te 'subsidiëren' worden ze niet langer langdurig aan de kant gezet. En door insiders ook in hun eigen employability te laten investeren, is er voor hen meer zekerheid.


Maar dit kabinet kiest eenzijdig voor plichten, en schuift de rest van de verantwoordelijkheden op gemeenten af. Waar dat toe kan leiden, blijkt uit het manifest dat PvdA en GL-wethouders afgelopen maandag gepresenteerd hebben. Zij zetten zich in voor sociaal beleid op lokaal niveau, en moeten dat doen met de middelen die de landelijke overheid hen ter beschikking stelt. En daar lopen ze keer op keer op tegen de bureaucratische grenzen die het kabinet hen stelt. Bijvoorbeeld in de aanpak van de jeugdwerkloosheid, omdat goede verbindingen tussen VMBO, MBO en het bedrijfsleven worden gehinderd door de verschillende financieringsregelingen voor VMBO en MBO. Sommige gemeenten lossen die problemen op via een bypass vanuit de reïntegratiebudgetten van de sociale dienst, maar dat is een ongekeerde, en officieel oneigenlijke weg.


Een ander voorbeeld; de participatiebanen voor mensen die langs een reguliere weg geen toegang meer krijgen tot de arbeidsmarkt. Het idee was dit werk aan te vullen tot het minimumloon, ook om een toename van het aantal werkende armen te voorkomen. Deze gedachte is inmiddels gereduceerd tot werken met behoud van uitkering, en dan ook nog eens vastgesteld om maximaal 2 jaar. Daarmee vernietigt het kabinet het in de afgelopen jaren opgebouwde menselijk kapitaal en schept het een nieuwe laag van werkende armen. Maatschappelijk nuttig werk dat eerder door ID'ers werd gedaan, van klassenassistenten, schoolconciërges tot zorghulpen in de kinderopvang. Waarom, zo vraag ik aan de staatssecretaris, wantrouwt hij de gemeenten zo? Waarom die knip in die 2 jaar? Mijn fractie pleit voor maatwerk; een participatiebaan kan soms 4 maanden en soms 4 jaar nodig zijn. Ik vind het prima om elke 2 jaar te beoordelen of iemand nog op de goede plek zit- hij of zij mag elke 2 jaar geherindiceerd of herkeurd worden. Maar dan moet er wel de mogelijkheid bestaan dat iemand langer dan 2 jaar een participatiebaan kan hebben. Daar voor is het nodig het RWI-advies te volgen - het kabinet doet dat eenvoudig niet - en gemeenten meer mogelijkheden te geven flexibel om te gaan met het I en W deel, de lengte van participatiebanen af te stemmen op maatwerk, en voor bewezen diensten iets terug te geven in de vorm van een algemene bonus (en niet zo'n aalmoes als van Hoof nu voorstaat).


Ook de SW-bedrijven dienen waar nodig ondersteund te worden. Daar komt bij dat de overheid gedane afspraken moet nakomen. Van daar mijn Amendement om SW-bedrijven te compenseren voor afschaffing SPAK (en zonder zoals CDA wil de stimulansen voor begeleid werken te schrappen).


Ten aanzien van deze onderkant is meer nodig. Ik daag de minister en de staatssecretaris uit aan te geven hoe zij het schrikbeeld dat door de minister is opgeroepen over een onderlaag van twee miljoen mensen die niet of nauwelijks nog toegang zullen hebben tot de arbeidsmarkt, gericht aanpakken. Zonder ambitieus beleid tekent zich een scherpe tweedeling af die bovendien nog eens gedeeltelijk langs etnische lijnen loopt. Daarmee maakt de regering zich verantwoordelijkheid voor het ontstaan van een nieuwe onderklasse, en verscherping van de kansen van outsiders en insiders.


Ik heb eerder namens de PvdA concrete voorstellen gedaan om dit beleid te kenteren, en bijvoorbeeld banen aan de onderkant tot 110 WML vrij te stellen van premieheffing (zie Noten). Daarmee creëer je werk, zeker als je het aanvult met een werkbonus. Ook heb ik gepleit voor de ontwikkeling van een markt voor persoonlijke dienstverlening, waaronder een witte werkster, maar ook een boodschappenservice, huishoudelijke hulp en wellicht ook kinderopvang kan vallen. Ik ben blij dat mijn motie deze zomer is aangenomen die de RWI om advies heeft gevraagd, en ik hoop van harte dat dit advies snel zal komen, en creatieve en misschien soms ook onconventionele voorstellen zal bevatten. Ik roep de staatssecretaris alvast op hier enthousiast mee om te gaan, en niet te gaan zitten miezemuizen over regeltjes zus en beperkingen zo. Laten we eerst met zijn allen de vraag beantwoorden of we het aandurven nieuwe wegen in te gaan.


Dat geldt ook voor de aanpak van de jeugdwerkloosheid. Ik ben blij met de afspraken die over stages zijn gemaakt op de werktop, maar vraag me wel af waarom het allemaal zo lang heeft moeten duren.
De jeugdwerkloosheid is nauw gerelateerd aan internationale invloeden. Vanaf 1 december is het systeem van tewerkstellingsvergunningen onder Europese druk vervangen door een notificatiesysteem. In 2005 worden naar verwachting 54.000 tewerkstellingensvergunningen afgegeven, en het zullen er in 2006 zeker niet minder zijn. Vermeden moet worden dat het al te gemakkelijk wordt werknemers uit MOE-landen aan te trekken, en niet te investeren in mensen hier. Daarom doe ik het voorstel het Eindhovense model te volgen, waar in de metaalsector afspraken zijn gemaakt dat voor elke 10 werknemers van buiten, er in samenwerking tussen werkgevers en CWI een jongerenbaan wordt gecreëerd. Daar heeft het gewerkt, binnen enkele maanden hadden 80 jongeren een baan. Waarom zou dat anders niet werken? Ik roep de regering op hier werk van te maken.


Dan de herkeuringen in de WAO. Deze hebben geleid tot een slagveld een veel, heel veel menselijk leed waar de menselijke maat ver te zoeken is. Ik geef slechts een voorbeeld:
Dat van Mieke, die sinds begin jaren negentig een WAO-uitkering heeft vanwege ernstige gewrichtsklachten. Eind jaren negentig zijn een MRO-scan en uitgebreide onderzoeken gedaan; ze had een niet te opereren hernia en werd volledig arbeidsongeschikt verklaard. Dat viel niet mee, omdat ze veel niet meer kon. Maar vrijwilligerswerk voor de dierenbescherming gaf haar weer plezier en zin in het leven. Tot ze een lintje van de Dierenbescherming kreeg, een regionale krant hierover schreef, en een snuggere UWV-arts dacht dat ze maar eens opgeroepen moest worden voor een herkeuring. Resultaat; volledig goedgekeurd en geen uitkering. Dat is dus iets als; dank voor bewezen diensten voor de samenleving, u gaat nu naar de gevangenis. Minister, ik vraag U, voldoet dit aan uw menselijke maat?


Over de WIA en het schattingsbesluit zullen PvdA en regering het nooit eens worden, maar ik vraag hier speciale aandacht voor de groep die herkeurd wordt, binnen 2 maanden hun uitkering verliest, en nauwelijks perspectief op werk heeft. Ik doe 2 concrete voorstellen die aan hen positie tegemoet kunnen komen:
Beloon ze voor actieve deelname aan een reïntegratietraject door het oude loon door te betalen zolang het reïntegratietraject loopt, en /of de TRI te verlengen tijdens het reintegratietraject. Immers de TRI is nu vaak al afgelopen (6 mnd) als de reïntegratie nog maar net begint;
Biedt elke herkeurde WAO-er aan om gebruik te maken van een IRO. Hij hoeft dat niet te gebruiken, maar kan dat wel. Dat geeft hem of haar wellicht het gevoel ook zelf richting aan het leven te geven, en na te denken over nieuwe beroepen en scholing;
Tot slot; de reïntegratie van deze roep zou wel eens lang kunnen duren, met name voor de mensen die lang ene wao-uitkering hebben gehad, en omgeschoold moeten worden. Zorg dat cliënten en UWV-medewerkers (arbeidsdeskundigen) daar de tijd voor krijgen. Hoe stata het overigens met sociale activering voor WAO-ers (vraag van Diitrich).
En hoe staat het met de verzekeraars en de brandende huizen?


Mijn laatste punt: het gezinsbeleid van dit kabinet.
Dit kabinet, en ook de fractievoorzitter van het CDA, spreken mooie woorden voer het gezin. Volgens Maxime Verhagen gaat het daarbij niet om een jaren vijftig verhaal, maar om een moderne visie van samenleven.
Maar klopt dat verhaal? Wie recente stelselwijzigingen bekijkt, kan maar tot een conclusie komen; de maatregelen van het kabinet frustreren een goed emancipatie- en gezinsbeleid. De wet kinderopvang leidt tot hogere kosten en ouders die stoppen met werken; de levensloopregeling dreigt een speeltje voor oudere heren te worden, en zal de betrokkenheid bij zorgtaken van jonge vaders nauwelijks vergroten, voor zover die al gebruikt wordt overigens, terwijl de nieuwe wia er toe leidt dat medewerkster in de thuiszorg - veelal vrouwen- straks nooit meer in aanmerking komen voor een uitkering als ze van de keukentrap vallen. Cumulatief kunnen de stelsel tot zo'n 3000 euro aan koopkracht leiden.
En dan hebben we het nog niet eens gehad over het niet kunnen verzekeren van inkomensrisico's bij zwangerschap voor vrouwelijke ondernemers, het afschaffen van de financiering van het langdurend zorgverlof, en de steeds zwaardere druk die op mantelzorgers komt te liggen. Waarom komen mantelzorgers bijvoorbeeld niet in aanmerking voor kinderopvang, zo vraag ik de minister. Zij doen ontzettend belangrijk werk, maar raken steeds vaker overbelast (thans al 14 % van de mantelzorgers). Kinderopvang zou hun taak kunnen verlichten, maar nu zijn de kosten vaak te hoog.
Hoe wil de regering de participatie van vrouwen eigenlijk vergroten, zo vraag ik de regering. De stijging die het kabinet wil bereiken (van 53,7% naar 65%), komt overeen met 654 duizend vrouwen. Ter vergelijking: in de periode 2002-2006 is de totale werkgelegenheid niet gestegen, maar gedaald met 89 duizend personen (raming CPB). Kortom, ik daag de regering uit om te komen met een ambitieus programma, en doe ze direct een voorstel. De nieuwe Duitse regering heeft besloten het ouderschapsverlof uit te breiden en te stimuleren dat mannen dit verlof opnemen, door twee maanden van het verlof alleen uit te betalen als het door de meest verdienende partner wordt opgenomen. Het wordt tijd dat wij de achterhoede-positie in Europa verlaten en werkelijk gaan investeren in modern gezinsbeleid. Ik vraag de minister dit mee te nemen in de vervolgnota over nieuwe accenten, dan wel in een aparte nota over gezinsbeleid.
Tot slot; levensloop en zelfstandigen - brief onaanvaardbaar, kom over de brug en voer de motie uit.

---- --