Groen!
Het Aankondigingsbeleid inzake verkeersveiligheid
Voor Groen! is mobiliteit een zeer belangrijk beleidsdomein. Eerst en
vooral omwille van de verkeersveiligheid. Elk verkeersslachtoffer is
er één teveel! Het beleid moet dan ook gericht zijn op het drastisch
verlagen van het aantal verkeersslachtoffers. Maar ook omwille van de
algemene leefkwaliteit en de volksgezondheid: via de auto worden heel
wat schadelijke stoffen in de lucht gebracht wat een aantasting is van
het algemeen welzijn en de levenskwaliteit (cfr. fijn stof). Een
andere mobiliteit, gericht op het verminderen van het autoverkeer, het
verhogen van de verkeersveiligheid, het stimuleren van openbaar
vervoer, het geven van veilige ruimte aan fietsers en voetgangers is
dan ook onze beleidskeuze.
De maatschappelijke uitdagingen op vlak van mobiliteit zijn immens groot
Tijdens de voorbije legislatuur werd het maatschappelijk debat over
mobiliteit gelanceerd en het draagvlak voor meer verkeersveiligheid en
openbaar vervoer is zeker toegenomen.Er was de aandacht voor de zwarte
punten, de invoering van een strengere verkeerswet, meer aandacht voor
handhaving, de inhaaloperatie voor de aanleg van fietspaden, de
invoering van de dodehoekspiegels voor vrachtwagens enz.
Veel van deze maatregelen zorgden voor controverse maar er kon wel een
daling van het aantal verkeersslachtoffers vastgesteld worden.
Vandaag stellen we echter vast dat er een stagnatie is opgetreden op
vlak van de verbetering van de verkeersveiligheid. Het aantal
ongevallen op onze wegen neemt nog nauwelijks af. Op de autosnelwegen
en expreswegen neemt het aantal verkeersdoden opnieuw toe, vooral bij
ongevallen met vrachtwagens. Ook het aantal zeer zwaargewonden bij
ongevallen met vrachtwagens gaat de hoogte in. De stagnatie van het
aantal verkeersslachtoffers heeft volgens minister Renaat Landuyt
(SP.A) te maken met een afnemend psychologisch effect van de hoge
verkeersboetes. Voor Groen! moet de verklaring eerder gezocht worden
in het feit dat de verkeerswet effectief versoepeld werd, waardoor een
bijzonder slecht signaal gegeven werd aan de bevolking. De stagnatie
van het aantal slachtoffers valt samen met een stagnatie van het
beleid inzake verkeersveiligheid zelf. Veel ideetjes worden
gelanceerd, veel plannen worden aangekondigd, maar worden dan weer
uitgesteld of zelfs afgevoerd.
Nochtans zijn de uitdagingen op vlak van mobiliteit immens groot.
* Het verhaal van basismobiliteit ook in het buitengebied (een bus
voor iedereen op wandelafstand) komt stilaan op kruissnelheid. Bij
de uitvoering op het terrein lopen projecten nog vertraging op.
Maar voor 90% van de Vlamingen komt een vlotte opstap op bus of
tram in zicht.
De keerzijde van het verhaal is echter dat er te weinig
geïnvesteerd wordt om het aanbod te verhogen in stedelijke
gebieden. De voorbije jaren werd de concurrentieslag met de wagen
in de stedelijke centra verloren: 70% van de
personenverplaatsingen in heel Vlaanderen gebeurt met de wagen het
aandeel openbaar vervoer is met slechts 1% gestegen (tot 16%) het
aandeel van de fiets is zelfs gezakt.
* Voor de met veel bombarie aangekondigde investeringsprogrammas in
meer openbaar vervoer (de tramverlengingen in het kader van het
Masterplan Antwerpen, het Pegasusplan voor de Vlaamse Ruit en het
Spartacusplan voor Limburg), blijken er nu onvoldoende financiële
middelen te zijn, zodat al dit fraais fors wordt uitgesteld in de
tijd.
* Een zelfde ontnuchtering volgde op het verhaal van de
miljoeneninvesteringen voor fietspaden. De vorige regering
verhoogde het budget voor de aanleg van fietspaden langs
gewestwegen van 12,5 naar 75 miljoen euro. Maar zelfs met die
budgetverhoging - ondertussen weer afgebouwd tot 50 miljoen euro -
hebben ten vroegste binnen 10 jaar alle gewestwegen vrijliggende,
afgescheiden en dus veilige fietspaden. Voor gemeentewegen en in
mindere mate provinciewegen kan het nog enkele extra decennia
duren vooraleer ook daar veilig kan gefietst worden (Fietsersbond
28/11/2005).
Bovendien bleek dat er op het terrein zelf veel minder vaart zat
in het fietspadenplan: bij de uitvoering traden er grote
vertragingen op in de praktijk werden er veel minder nieuwe
fietspaden gerealiseerd dan aangekondigd.
Voor de aanpak van zwarte punten kan eenzelfde verhaal verteld worden.
Paars zonder Groen! : het zuivere aankondigingsbeleid overheerst
overtuigende realisaties blijven uit
Het aankondigingsbeleid van federaal verkeersminister Renaat Landuyt
Federaal verkeersminister Renaat Landuyt heeft het aankondigingsbeleid
tot in het absurde doorgetrokken. Keer op keer komt hij in de media
met stuntvoorstellen (bij voorkeur in weekends), dezelfde voorstellen
worden keer op keer opnieuw aangekondigd (waarbij hij rekent op het
korte geheugen van de mensen), maar in de praktijk blijkt er zeer
weinig te bewegen. Realisaties blijven uit. Maar dit blijkt de
minister niet te ontmoedigen, integendeel. Het wordt bijzonder
schrijnend als het aankondigingsbeleid in de feiten vooral maskeert
dat elementair, noodzakelijk beleid op het terrein (dat echter veel
minder sexy is) uitblijft. En als bovendien blijkt dat er een soort
aankondigings-opbod gebeurt tussen de excellenties (federaal en
Vlaams) bevoegd voor mobiliteit, waarbij zou moeten overkomen dat ze
wonderwel samenwerken, maar in de praktijk op soms pijnlijke wijze
blijkt dat ze mekaar in het beste geval vliegen afvangen en in het
slechtste geval tegenwerken. En dergelijk opbod bestond vroeger ook al
tussen Steve Stevaert en Johan Vande Lanotte (denk aan hun respectieve
puntenplannen voor verkeersveiligheid). Pijnlijk wordt het ook als de
ministers voorstellen lanceren die eigenlijk al gerealiseerd zijn door
hun voorgangers (Isabelle Durant of Bert Anciaux). Het
aankondigingsbeleid van Landuyt roept herinneringen op aan dat van
zijn voorganger Jan Peeters (SP.A), staatssecretaris voor
verkeersveiligheid in een nog vroegere regering.
Aankondigingsbeleid Vlaams Minister Van Brempt
Kathleen Van Brempt (SP.A) kwam sinds haar aantreden als
mobiliteitsminister, bijna uitsluitend naar voren als wattvrouw of
lintjesknipster bij De Lijn. Daarbij verdedigde ze met verve het
openbaar vervoer. Maar ze verbloemt wel het feit dat binnen de nieuwe
Vlaamse regering veel fondsen worden ingepikt door haar collega van
Openbare Werken, Kris Peeters (CD&V), voor nieuwe autowegenprojecten
(de zogenaamde missing links). De keuze voor het openbaar vervoer is
veel minder duidelijk dan bij de vorige regering. Het Pendelplan is
een zoveelste variatie op hetzelfde thema en wordt gelanceerd op een
moment dat uit de meerjarenbegroting blijkt dat er minder middelen
zijn voor investeringen in de uitbouw van het openbaar vervoer op
langere termijn.