Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA DEN HAAG Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
12 oktober 2005 SV/A&L/05/96314
2050601330
Onderwerp Datum
Kamervragen van het lid Gerkens 7 december 2005

./. Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken, de antwoorden op de Kamervragen van het lid Gerkens (SP) over onverzekerde zelfstandige ondernemers.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)


---

Nr. 2050601330


1. Vraag
Kent u het bericht dat de private Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen (WAZ) aan veel zelfstandigen niet is besteed?1


1. Antwoord
Ja.


2. Vraag
Wat is uw reactie op het bericht dat een half miljoen ondernemers niet meer verzekerd is tegen het WAZ-risico?


2. Antwoord
Uit het bericht is af te leiden dat de huidige verzekeringsgraad van zelfstandigen ongeveer 37% zou bedragen. Op basis van gegevens van het Verbond van Verzekeraars van medio 2005 ligt deze verzekeringsgraad thans rond 45%. Overigens is het mogelijk dat zelfstandigen op een andere wijze dan private verzekering, een voorziening hebben getroffen voor het geval zij wegens arbeidsongeschiktheid minder inkomen genereren.
Mede door de voorlichting die is gegeven over de afschaffing van de WAZ, zowel door mijn ministerie als door ondernemersorganisaties en hun adviseurs, gaat de regering er vanuit dat het afzien van een private verzekering een bewuste keuze van zelfstandigen is. Ten slotte merk ik op dat in het bedoelde krantenartikel MKB-Nederland aangeeft het feit dat ongeveer een half miljoen ondernemers niet meer verzekerd zijn volgens het oude WAZ-regime, niet als problematisch te beschouwen. De afschaffing van de WAZ biedt zelfstandigen de mogelijkheid om eigen keuzen te maken, in plaats van de verplichte standaardverzekering die de WAZ inhield. Ik constateer dat de afschaffing van de WAZ zo op een groot draagvlak onder de doelgroep kan rekenen.


3. Vraag
Deelt u de mening dat er ondernemers zijn die zich niet verzekeren tegen het WAZ-risico, omdat zij `aanhikken tegen de marktconforme inleg'? Zo ja, om hoeveel ondernemers gaat het? Zo neen, wat is volgens u de reden waarom ondernemers zich niet verzekeren?


3. Antwoord
De afschaffing van de verplichte publieke WAZ-verzekering, biedt zelfstandigen de mogelijkheid om zelf te kiezen of en hoe zij willen voorzien in inkomen bij arbeidsongeschiktheid. In geval van verzekering geldt daarbij, dat hoe uitgebreider de dekking is, des te hoger is de premie. Ondernemers die hun premielasten willen beperken, kunnen kiezen voor een beperktere dekking.

Het wegvallen van de WAZ op zich kan een belangrijke reden zijn om een private arbeidsongeschiktheidsverzekering te sluiten. Indien, zonder private verzekering en zonder andere


1 Het Financieele Dagblad, 10 oktober 2005.

3

bestaansmiddelen, betrokkene in geval van arbeidsongeschiktheid is aangewezen op een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), wordt bij de bepaling van het recht op en de hoogte van de WWB-uitkering getoetst op vermogen en partnerinkomen. Het voorkomen van deze toetsen kan een belangrijke reden zijn voor zelfstandigen om een private verzekering af te sluiten.
Desalniettemin zijn er ook redenen voorstelbaar, waarom zelfstandigen geen private verzekering sluiten. Ten eerste biedt dit de mogelijkheid om de uitgespaarde premiegelden anders te besteden. Ten tweede kan het zijn dat betrokkenen op een andere wijze voorzien in inkomen bij arbeidsongeschiktheid. Ten derde geldt specifiek voor startende zelfstandigen die voorheen als werknemer actief waren, dat zij gebruik kunnen maken van de vrijwillige ZW- en WAO- verzekering.


4. Vraag
Deelt u de mening dat het onwenselijk zou zijn als zelfstandigen vanwege een bescheiden inkomen zich niet kunnen verzekeren voor het WAZ-risico? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen om de zelfstandigen met een bescheiden inkomen tegemoet te komen? Zo neen, waarom niet?

4. Antwoord
Volgens de regering is het thans niet zo dat zelfstandigen met een laag inkomen zich niet kunnen verzekeren. Wel kan het zijn dat zelfstandigen aan een private verzekering minder behoefte hebben naarmate hun inkomen lager is. Ook materieel lijkt de verzekeringsmogelijkheid aanwezig. Het is logisch dat zelfstandigen met een bescheiden inkomen een laag verzekerd bedrag kiezen. De premie zal daarop afgestemd zijn.
Door de franchise voor de WAZ-premie, betaalden zelfstandigen met een bescheiden inkomen geen WAZ-premie. In feite waren zij `gratis' WAZ-verzekerd. In geval van private verzekering, waarin geen sprake is van een wettelijke franchise, zijn zij thans ­ ondanks de fiscale aftrekbaarheid van de premie ­ duurder uit dan ten tijde van de WAZ. De regering ziet het feit dat aan de gratis verzekering een einde is gekomen, op zich als een effect dat past binnen het toekennen van eigen verantwoordelijkheden en prikkels aan deze categorie zelfstandigen.


5. Vraag
Kent u het bericht dat het midden- en kleinbedrijf een uitkering wil voor zwangere starters?

5. Antwoord
Ja.


6. Vraag
Deelt u de mening dat vrouwelijke zelfstandige ondernemers een basisuitkering moeten krijgen tijdens zwangerschapsverlof? Zo neen, waarom niet?


7. Vraag
Deelt u de mening van de secretaris Fiscale Zaken van MKB-Nederland dat voor de circa 5000 uitkeringen op jaarbasis voor zwangere vrouwelijke zelfstandige ondernemers `de overheid er moet zijn'? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen? Zo neen, waarom niet?

4

6/7. Antwoord
In de memorie van toelichting op de Wet arbeid en zorg (Kamerstukken II, vergaderjaar 1999- 2000, 27 207, nr. 3, p. 19 en 20) is aangegeven dat het recht op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering in de Wet arbeid en zorg is opgenomen - en niet in de WAZ - vanwege het uitgangspunt dat de financiering van de bevallingsregeling bij de doelgroep zelf moet liggen. Bij de voorbereiding van het voorstel van Wet einde toegang verzekering WAZ, is vervolgens - gegeven de in het regeerakkoord opgenomen afschaffing van de WAZ - door mijn ministerie geanalyseerd, of internationaalrechtelijke verplichtingen dwingen tot handhaving van de publiek geregelde zwangerschapsuitkering voor zelfstandigen. Dat bleek niet het geval. Daarbij is onderkend dat een uitkering tijdens verlof wegens zwangerschap meeverzekerd kan worden op een private arbeidsongeschiktheidspolis.
Bekend is dat verzekeraars doorgaans een wachttijd hanteren voor een
arbeidsongeschiktheidsverzekering. Tegen het uitsluiten van een verzekeringsdekking wegens zwangerschap tijdens de wachttijd, zijn gerechtelijke uitspraken bekend in kort geding. Zo heeft de rechtbank te Utrecht in een vonnis van april 2004 overwogen dat de betreffende verzekeraar met het hanteren van uitsluitingen in strijd handelt met de Algemene wet gelijke behandeling. Het hanteren van een wachttijd uitsluitend voor zwangerschaps-en bevallingsuitkeringen levert in de ogen van de rechtbank een ongeoorloofd onderscheid naar geslacht op. Tegen deze uitspraak is door de verzekeraar hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof. Naar verwachting zal dit hoger beroep in het voorjaar van 2006 bij het Gerechtshof dienen. Ik heb het Verbond van Verzekeraars opgeroepen tot voortvarende medewerking aan het thans lopende hoger beroep. Op 15 november jl. heeft de rechtbank te Utrecht wederom een uitspraak in kort geding gedaan, waarbij ten aanzien van de betreffende uitsluitingen dezelfde overweging is gehanteerd. De uitspraak van de rechtbank komt overeen met de hierboven vermelde eerdere uitspraak.