Rijksuniversiteit Groningen

156 - Internationale commissie zeer positief over Groningse natuurwetenschappen

Vistatie Natuurwetenschappen & Technologie

Datum: 7 december 2005

Het onderzoek op het gebied van Natuurwetenschappen & Technologie bij de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen is naar internationale maatstaven gemeten van zeer hoge kwaliteit. Dat blijkt uiteen onderzoeksvisitatierapport dat deze week verschenen is. In het totaal werden 34 onderzoeksprogramma's beoordeeld door een commissie van internationaal erkende deskundigen. Twee programma's krijgen de hoogst mogelijk score, 17 andere zitten daar vlakbij.

De beoordeelde instituten zijn het Materials Science Centre (MSC), het Stratingh Instituut, het Kernfysisch Versnellerinstituut (KVI), het Centrum voor Isotopen Onderzoek (CIO) en het Centrum voor Theoretische Natuurkunde CTN). De visitatiecommissie beoordeelde de programma's op de punten 'kwaliteit', 'productiviteit', 'relevantie' en 'levensvatbaarheid'. Op elk onderdeel zijn punten van 1 tot 5 te behalen.

De onderzoeksprogramma's die onder leiding staan van prof.dr. Ben L. Feringa (synthetische organische chemie, Stratingh Instituut) en prof.dr. Harro A.J. Meijer (isotopenonderzoek, CIO) worden beide beoordeeld met de hoogste score (een 5 op alle onderdelen). Zeventien andere programma's krijgen op alle vier de criteria een 4 of hoger. Feringa komt regelmatig in het nieuws met nieuwe vindingen op het gebied van nanomotoren en -schakelaars. Het CIO verricht onderzoek naar de klimaatgeschiedens en de CO2-cyclus.

Echte juweeltjes

Het over-all oordeel van de commissie over de Groningse natuurwetenschappen is zeer positief. De twee qua omvang kleine onderzoekscentra CIO en CTN worden in het rapport 'echte juweeltjes' genoemd. Van het MSC stelt de commissie vast dat het inderdaad 'veel meer is dan de som der delen'. De opzet van het MSC om scheikundige ennatuurkundige onderzoekers te laten samenwerken is volgens de commissie geslaagd en werkt door het gezamenlijk gebruik van dure apparatuur ook kostenbesparend. Omdat het MSC hiermee het hele spectrum van ontwerpen en vervaardigen van materialen bestrijkt, heeft het een unieke positie in Nederland. 'Nergens anders wordt dit spectrum met zo'n inzet en intensiteit bestudeerd op een fundamentele manier,' constateert de commissie.

Tenure track

Het naar Amerikaanse voorbeeld gemodelleerde tenure track systeem, dat de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen enkele jaren geleden introduceerde, zorgt volgens het rapport voor zeer gemotiveerde onderzoekers. Het tenure track systeem biedt onderzoekers perspectief op een vaste aanstelling, mits ze voldoen aan kwaliteiteisen. De commissie maakt er een kanttekening bij: sommige onderzoekers hebben te sterk het gevoel dat het systeem hen dwingt om te kiezen voor onderwerpen die snel resultaat opleveren. Waardevol lange termijn onderzoek dreigt zo in de verdrukking te komen.

Kernfysisch Versnellerinstituut

Wat het KVI betreft spreekt de commissie haar bezorgdheid uit over het beleid van de stichting Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM). Het FOM, dat fondsen beschikbaar stelt voor natuurkundig onderzoek, wil het type onderzoek dat op het KVI wordt uitgevoerd in de toekomst niet langer financieren. Volgens de commissie zou met de versneller AGOR die nu tien jaar in gebruik is, normaal gesproken nog 15 jaar lang onderzoek verricht kunnen worden. Inmiddels heeft het KVI echter een nieuwe partner gevonden in het Geselschaft für Schwere Ionenforschung (GSI) uit Darmstadt. Maandag 28 november 2005 werd in Duitsland het contract ondertekend voor een gezamenlijk onderzoeksprogramma met een looptijd van zeven jaar. De samenwerking biedt uitzicht op kwalitatief hoogstaand onderzoek.

Noot voor de pers

Meer informatie:

dr. K. Mars, coördinator MSC, tel. (050) 363 8464, e-mail: n.j.i.mars@rug.nl

dr. M. Koopmans, KVI, tel. (050) 363 7437 e-mail: koopmans@kvi.nl