FNV

Jongerius: en nu aan het werk!
De FNV is blij dat het op 1 december wel gelukt is om afspraken te maken over meer stageplaatsen en werkervaringsplaatsen. 'En nu aan het werk' zo zei FNV-voorzitter Agnes Jongerius na afloop van de werktop op donderdagochtend 1 december in Den Haag. De werktop werd een week eerder nog afgelast, omdat het kabinet niet wilde ingaan op wensen van de vakbeweging.

Tijdens de werktop zijn vooral afspraken gemaakt over meer banen en stages voor jongeren. Het kabinet trekt in eerste instantie 35 miljoen uit voor de begeleiding van stagiaires in het mbo (20) en het scheppen van aanvullende plaatsen in de vorm van simulatieplekken (15).

Verder is 40 miljoen beschikbaar voor allerlei vormen van de combinatie leren en werken voor jongeren, zoals leer-werk-banen.

Daarnaast trekt het kabinet in 2006 nog eens 60 miljoen euro uit als uit onderzoek blijkt dat meer moet worden gedaan om voortijdig schooluitval op het (v)mbo tegen te gaan.

Verder wordt gewerkt aan een keurmerk voor zogenaamde eerder verworven competenties (evc's). Het gaat om vaardigheden of ervaring die een werknemer eerder heeft opgedaan, zonder dat dit door getuigschriften of diploma's aantoonbaar is.

Jongerius: 'Voor de WAO'ers is het winstpunt dat we samen helder hebben opgeschreven dat we naar een sluitende aanpak streven.' Volgende week dinsdag presenteert de FNV de uitkomst van haar meldweek over de herkeuringen.

Stageplaatsen

Officieel wordt nu vaak over een tekort van 8.000 stageplaatsen gesproken. Volgens de FNV ligt dit aantal veel hoger.

De FNV wil een betere aansluiting tussen arbeidsmarkt en beroepsonderwijs. Daarbij past een stagegarantie vanuit de onderwijsinstelling.

Scholen moeten met bedrijven afspraken maken over voldoende stageplaatsen voor leerlingen. Ze moeten bij inschrijving van een leerling inzicht geven op de stagemogelijkheden en de instroomkansen op werk.

De school wordt zo de spin in het web waar vraag en aanbod van stageplaatsen en vraag naar instroom van nieuwe werknemers (aangetoond in regionale arbeidsmarktanalyses) bijeenkomen. Wanneer vraag en aanbod elkaar niet voldoende vindt, is het aan de school om actie te ondernemen richting het eigen opgebouwde regionale netwerk en richting de leerling.

Voor jongeren wordt het dan duidelijker waar zij aan toe zijn en dat zij ook niet alleen staan in hun zoektocht naar een geschikte stageplaats.

Simulatieplekken

Simulatie is een goed instrument om het aanbod van echte stageplaatsen aan te vullen. Bijkomend voordeel is dat de opzet van simulatieplekken het onderwijs en bedrijfsleven dwingt tot intensievere samenwerking om de inrichting en uitvoering van een goede simulatieplek te realiseren.

Momenteel zijn er echter nog weinig simulatieplekken bij scholen, in het bedrijfsleven en bij de overheid. Het opzetten van een simulatieplek binnen de eigen faciliteiten van de school brengt extra kosten met zich mee. Die kosten zitten hem vooral in een intensievere begeleiding door docenten (halvering groepsgrootte), inrichten praktijkleerplek, aanpassing leermiddelen, didactische ondersteuning, etc.

Risicogroepen

De bestrijding van voortijdig schoolverlaten heeft terecht een hoge prioriteit. De FNV vindt dat er meer moet worden gedaan aan preventie van schooluitval.

Op de werktop is afgeproken dat er 60 miljoen extra beschikbaar is voor de doorstroom vmbo-mbo en zorg en begeleiding van risicogroepen.