Gemeente Hoorn
Begraafplaats klooster Bethlehem aan de Bangert in Blokker ontdekt
Persbericht d.d.: 7 december 2005
Aan de Bangert in Blokker heeft de Archeologische Dienst van de
gemeente Hoorn gisteren de eerste stoffelijke overschotten aan de
oppervlakte gebracht op wat kennelijk de begraafplaats van het
middeleeuwse klooster Bethlehem is. De dienst heeft van burgemeester
en wethouders toestemming gekregen langer door te graven om het
onderzoek goed te kunnen afronden. De archeologische dienst is sinds 5
oktober aan de Bangert bezig. Voor het onderzoek waren aanvankelijk
zes weken ingeruimd.
De stoffelijke resten die aan de oppervlakte zijn gekomen, bevinden
zich pal ten zuiden van de tuin van Bangert 36, op de plek waar de
opgravingskeet heeft gestaan. Er zijn tot nu toe 7 skeletten
blootgelegd. Ze stammen waarschijnlijk uit het eind van de 15e of
begin van de 16e eeuw en zijn op geringe diepte begraven. De
archeologen zijn er zeker van dat het hier om de begraafplaats van het
klooster gaat. Dit houdt in dat de restanten van de kloosterkapel meer
naar de weg toe zullen liggen, vermoedelijk onder de woning die op het
perceel staat.
Eerder viel uit het archeologisch onderzoek op te maken dat klooster
Bethlehem veel groter is geweest dan gedacht werd op basis van
waarnemingen in de zestiger jaren en het proefonderzoek van 2003. De
restanten van het klooster konden pas goed worden waargenomen en
geĂŻnterpreteerd nu er grote opgravingsvlakken zijn blootgelegd. Wat
ervan te zien is, beperkt zich tot uitbraaksleuven met baksteenpuin,
enkele waterputten, hier en daar een restant van een muur en een
plavuizen vloer. Uit afvalputten en met afval gedempte sloten zijn
vondsten opgediept die aan de kloosterperiode herinneren. De
interessantste vondsten waren op 18 november te zien tijdens een
openstelling van de opgraving voor het publiek.
Het nonnenklooster is gesticht in 1475 door een zekere Mr. Gerrit en
twee priesters. De eerste bewoonsters waren afkomstig van het
moederklooster, dat bij Sneek was gelegen. De zusters leefden
aanvankelijk volgens de 3e regel van St. Franciscus, maar al spoedig
namen zij de regel van St. Augustinus aan en stelden zich onder het
kapittel der Kruisbroeders. Klooster Bethlehem heeft als zodanig nog
geen eeuw bestaan. Na de reformatie is een deel van de gebouwen als
boerenhoeve in gebruik genomen.
---