BredeSchoolNet

Dagarrangementen in het buitenland

Hoe gaat het buitenland om met dagarrangementen? Het ministerie van onderwijs wilde dat weleens weten, en liet een klein onderzoek doen.

In de quick scan' wordt voor zeven landen in beeld gebracht hoe opvang en onderwijs voor kinderen van 0-12 jaar zijn geregeld. Die landen zijn Zweden, Denemarken, Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Oostenrijk, België (Vlaanderen) en Canada.

Dagarrangementen zijn samenhangende voorzieningen voor kinderen van 0-12 jaar, van ongeveer 7 uur 's ochtends tot 7 uur 's avonds, waarin onderwijs en opvang worden gecombineerd. De arrangementen hebben een praktisch nut, werkende ouders weten dat hun kinderen veilig onderdak zijn, maar ook een pedagogisch nut: er is samenhang in de opvang.

De onderzoekers concluderen dat het begrip dagarrangement waarschijnlijk een specifiek Nederlands begrip is. Het vraagstuk van de afstemming tussen opvang en onderwijs speelt wél. Meestal is de aanleiding hierover te praten de toename van de deelname aan de arbeidsmarkt van vrouwen; de positie en de belangen van het kind zijn in die discussie minder prominent.

Andere opvallende punten uit het onderzoek:

* Of er dagarrangementen zijn hangt meer af van de opvattingen over rollen en opvoedingsvoorwaarden dan van bevolkingsdichtheid.
* In Denemarken is men bevreesd dat de opvang te veel verschoolst'. Ook acceptatie van kinderopvang voor jonge kinderen onder de bevolking speelt soms nog een rol.

* In Zweden, Denemarken en Vlaanderen zijn de gemeenten de belangrijkste partners voor het tot stand brengen van de voorzieningen. Duitsland, Oostenrijk en Canada hebben opvang en onderwijs gedecentraliseerd naar Länder, provinciaal of departementsniveau. In het Verenigd Koninkrijk heeft men sinds kort ook gekozen voor decentralisatie.

* Bijzonder is dat in Vlaanderen de organisatie Kind en gezin een coördinerende en controlerende rol vervult voor verschillende vormen van opvang. In de meeste landen zijn de verantwoordelijkheden voor de verschillende onderdelen verdeeld over verschillende ministeries.

* De opvang voor kinderen onder de drie jaar is in Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk en Vlaanderen informeel geregeld. Er wordt veel gebruik gemaakt van familie, nannies, oppassers of gastgezinnen. Na drie jaar komen in de meeste landen de Kindergarten in beeld, tot aan het moment dat de leerplicht begint (5 à 6 jaar). Ook de openingstijden verschillen. In Denemarken en Zweden wordt opvang voor de gehele dag geboden.
* In verschillende landen wordt specifiek melding gemaakt van naschoolse opvang. Zweden en Denemarken bieden dagvullende opvang in combinatie met onderwijs. In Duitsland en Oostenrijk is de schooldag beperkt tot de ochtend en is er in de middag opvang. In Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk is er buitenschoolse opvang.
* De deelname aan de buitenschoolse opvang is hier en daar (Vlaanderen, Denemarken) behoorlijk toegenomen.
* De voorzieningen zelf geven geen duidelijk beeld van een vorm van dagarrangementen'. De voorzieningen lijken eerder losjes aan elkaar gekoppeld, zo er al een koppeling is.
* De opvallendste verschillen in de financiering betreffende ouderbijdragen. In het Verenigd Koninkrijk (93% in 1997) en Canada (49%) is de ouderbijdrage hoog. In landen als Denemarken, Duitsland, Vlaanderen en Zweden is de bijdrage niet meer dan 1/3 (of nog lager) van de kosten van de opvang.