7 december 2005
Een aangenomen amendement van Kees Vendrik stimuleert ouderen om langer te
werken: wie langer werkt, krijgt een hogere VUT. Het is niet duidelijk hoe
dit wordt uitgevoerd. GroenLinks wil met spoed duidelijkheid over het
fiscaal overgangsrecht voor vervroegde uittredingsregelingen.
Er lijkt een meningsverschil te bestaan over de correcte interpretatie
van het spaar-VUT amendement van Kees Vendrik. Dit amendement regelt
dat ook voor werknemers van 55 jaar en ouder bestaande VUT-regelingen
versneld omgebouwd moeten worden naar een spaar-VUT om nog voor
fiscale faciliëring in aanmerking te komen. Eenvoudig gezegd komt het
erop neer dat wie later stopt met werken ook recht heeft op een hogere
VUT-uitkering en vice versa. Daarmee stimuleert het amendement oudere
werknemers om langer door te werken.
De Belastingdienst laat echter aan uitvoerders van VUT-regelingen
weten dat "het géén bezwaar zou zijn dat een VUT-regeling de
mogelijkheid van later uittreden met actuariële herrekening niet
biedt". Werknemers in zulke regelingen worden voor een alles-of-niets
keuze gesteld: of men stopt bij de ingangsdatum van de VUT of men kan
pas stoppen bij de pensioenleeftijd waarbij alle voormalige
VUT-rechten verloren zijn gegaan. Bijna alle werknemers kiezen dan
voor het stoppen met werken bij de ingangsdatum van de vervroegde
uittredingsregeling. Dat gaat lijnrecht in tegen het kabinetsbeleid om
langer doorwerken te stimuleren én is strijdig met het aangenomen
amendement Vendrik. GroenLinks wil met spoed opheldering over deze
interpretatie van de Belastingdienst.
Vragen van het lid Vendrik (GroenLinks) aan de minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën over de
fiscale faciliëring van VUT-regelingen (7 december 2005)
1. Klopt het dat het instandhouden van fiscale faciliëring van
VUT-regelingen zonder de mogelijkheid van later uittreden met
actuariële herrekening ertoe leidt dat bestaande VUT-regelingen niet
versneld worden omgebouwd en dat mensen van 55 jaar en ouder die onder
deze VUT-regelingen vallen niet gestimuleerd worden om langer door te
werken?
2. Klopt het dat een kennisgroep van de Belastingdienst aan
uitvoerders van VUT-regelingen laat weten dat fiscale faciliëring van
VUT-regelingen mogelijk blijft ook als deze regeling niet de
mogelijkheid van later uittreden met actuariële herrekening biedt?
3. Zo ja, bent u met mij van mening dat dit in strijd is met de
correcte interpretatie van het amendement Vendrik (29 760, nr. 30),
later vormgegeven in een nota van wijziging bij langdurend zorgverlof
(28 467, nr. 19) en uiteindelijk wet geworden in Staatsblad 274?
4. Bent u met mij van mening dat het van groot belang is dat alle
uitvoerders en werknemers ruim vóór 1 januari 2006 helderheid moeten
hebben over het overgangsrecht voor vervroegde uittredingsregelingen?
5. Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor aanstaande dinsdag
14 uur?
«
GroenLinks wil participatie oudere werknemers stimuleren
GroenLinks