Ingezonden persbericht


Society for International Development - afdeling Nederland

P E R S B E R I C H T

KAREN ARMSTRONG OVER GODSBEELDEN IN TURBULENTE TIJDEN

3e lezing in SID-serie over godsdienst ontwikkeling internationale betrekkingen

Er is wereldwijd een heropleving van religie, maar tegelijk herzien mensen hun opvatting over God of het goddelijke in de wereld. Dat stelt de bekende schrijfster en theologe Karen Armstrong in een lezing voor de Nederlandse afdeling van de Society for International Development. Die herziening is op zich niet verrassend. De geschiedenis toont aan dat om te kunnen voortbestaan culturen en volken hun traditionele godsbeelden steeds aan maatschappelijke ontwikkelingen aanpassen. Dit geldt voor alle wereldgodsdiensten. In de huidige maatschappelijke en politieke situatie is het goed te realiseren dat die wereldgodsdiensten allemaal basisprincipes delen als nederigheid, medeleven en geweldloosheid. Dit kan een hoopvol houvast bieden in de turbulente tijden van vandaag, aldus Armstrong. Haar lezing is de derde in een serie over de relatie tussen religie, ontwikkeling en internationale betrekkingen. Datum: woensdag 7 december 2005; Locatie: Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105, Amsterdam; tijd: 18.00u.

De klassieke Westelijke God stierf in Auschwitz, stelt Armstrong, met als gevolg dat in Europa steeds meer mensen de godsdienst de rug toekeerden. Maar Europa is een uitzondering. Er is immers sprake van een wereldwijde heropleving van godsdienst. In de VS bijvoorbeeld na India het meest godsdienstige land ter wereld lijkt een conventioneel godsbeeld te herleven en zijn er aanzetten voor een nieuwe theologie.

Sommige vormen van nieuwe religiositeit zijn gewelddadig en onverdraagzaam. Maar Armstrong benadrukt dat we in de huidige mondiale samenleving onze tradities niet kunnen praktiseren zonder rekening te houden met die van anderen. Bovendien delen de wereldreligies in essentie dezelfde basiswaarden ten aanzien van mens en omgeving. Van oorsprong is er bij deze geloven geen sprake van doctrinair denken. Van oorsprong gingen zij namelijk niet over geloof , maar over gedrag en over de praktijk van de compassie, die de mens liet kennismaken met de realiteit van het goddelijke . Die oorsprong ligt tussen 900-200 voor Christus, die wordt beschouwd als hét cruciale scharnierpunt in de spirituele geschiedenis van de mensheid. Deze periode was bijzonder gewelddadig en turbulent en leek in dat opzicht wel op de onze. Katalysator van de ingrijpende religieuze veranderingen bleek juist een oprechte afkeer van geweld. Het recept voor een gezonde nieuwe religiositeit ligt in die principes, aldus Armstrong.

Karen Armstrong (Birmingham, 1945) is een gezaghebbende auteur over religieuze vraagstukken. In de jaren zestig bracht ze zeven jaar door als non in een katholiek klooster waarvan ze verslag deed in Door de nauwe poort . Ze studeerde daarna Engelse taal en letterkunde en werd bekend als de runaway nun met rebelse opvattingen. Zij is onder meer bekend door haar analyse van de aard en de gevaren van de botsing tussen fundamentalisme en moderniteit, waarbij ze benadrukt dat de strijdbare religieuze bewegingen, of ze nu protestants, joods of islamitisch zijn, voortkomen uit angst voor de moderne wereld. Recente boeken van Armstrong zijn: De strijd om God (2000), Islám, de geschiedenis van een wereldgodsdienst (2001), Mythen (2005) en De grote Transformatie. Het begin van onze religieuze tradities (2005).

SID-Nederland stelt in haar lezingenserie 2005-2006 het verband tussen religie, ontwikkeling en internationale betrekkingen centraal. Daarbij gaat het vooral over de rol van religie in het internationale politieke en publieke domein. De nadruk ligt op sociaal-economische processen; de bevordering van democratie; de verzoening na grootschalig geweld; en de versterking van internationale samenwerking. In de serie spreken internationale deskundigen met verschillende academische en religieuze achtergronden, waaronder Peter Berger, Hans Opschoor, Thomas Pogge, Olivier Roy, Riffat Hassan, Abdullahi An-Na im en Jonathan Fox.

___________________