Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de vragen die gesteld zijn door de leden Koenders en Arib over schendingen van de mensenrechten en burgerlijke vrijheden in Tunesië. Deze vragen werden ingezonden op 25 november 2005 met kenmerk 2050603720.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Koenders en Arib (beiden PvdA) over schendingen van mensenrechten en burgerlijke vrijheden in Tunesië.

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de acties die in Tunesië ondernomen worden uit protest tegen onder meer het vastzetten van politieke tegenstanders en het beknotten van de persvrijheid?

Antwoord
Ja, daarvan ben ik op de hoogte. Nederland is bezorgd over de schendingen van de mensenrechten in Tunesië, de moeilijke omstandigheden waaronder mensenrechtenorganisaties en andere NGO's moeten functioneren en het Tunesische mediabeleid.

Vraag 2
Kunt u aangeven welke maatregelen door de EU-landen binnen de akkoorden van het Euro-Mediterrane partnerschap zijn genomen om druk op de Tunesische regering uit te oefenen ter verbetering van de mensenrechtensituatie, om politieke gevangenen vrij te laten en om de persvrijheid te garanderen?

Antwoord
In EU-verband zal het voorzitterschap in nauwe afstemming met de lidstaten druk blijven uitoefenen op Tunesië om zijn beleid ten aanzien van de mensenrechten, vrije media en mensenrechtenorganisaties te verbeteren. In het kader van het MEDA financieringsprogramma, waarin Tunesië een partnerland is, wordt bijzondere aandacht besteed aan het versterken van het openbaar bestuur en de rechtsstaat.

Vraag 3
Hebben Nederlandse afgevaardigden bij de top over de informatiemaatschappij in Tunesië aandacht gevraagd bij de Tunesische autoriteiten zelf voor de persvrijheid en de naleving van de door Tunesië ondertekende mensenrechtenverdragen? Zo ja, wat is de reactie van de Tunesische autoriteiten? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
Tijdens de World Summit on Information Society (WSIS) in Tunesië heeft de Nederlandse delegatieleider, minister Brinkhorst, met de Tunesische minister van Defensie, Morjane, gesproken en daarbij zijn bezorgdheid geuit over de mensenrechtensituatie in Tunesië. Voorts heeft minister Brinkhorst in de Nederlandse interventie aan de WSIS onderstreept dat mensenrechten en pluriforme en vrije media essentieel zijn voor een democratische samenleving. Minister Morjane onderschreef de kritiek op de overgevoelige reacties van Tunesische zijde, maar bekritiseerde tezelfder tijd de opstelling van westerse landen die naar zijn mening te weinig oog hadden voor de positieve en unieke ontwikkelingen in het land. Minister Morjane wees er eveneens op dat Tunesië, net als de rest van de westerse wereld nog steeds te maken had met fundamentalistische acties, gericht op het terugdraaien van verworvenheden op sociaal-economisch vlak van de laatste vijftig jaar. Hij bracht ook de aanslagen in herinnering die in de jaren negentig waren uitgevoerd, zoals op Djerba op een synagoge, maar hij erkende dat het optreden van de veiligheidsdiensten in zijn land aandacht verdiende.

Tijdens mijn bezoek aan Tunesië in juni dit jaar, heb ik mijn Tunesische collega ook aangesproken op de mensenrechtensituatie in Tunesië.

Vraag 4
Bent u bereid om in navolging van onder meer Britse en Duitse vertegenwoordigingen de Tunesische protesten te ondersteunen door de stakers te bezoeken? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
Na afloop van de WSIS, na een oproep van de Iraanse Nobelprijswinnares, mevrouw Shirin Ebadi, hebben de hongerstakers hun actie beëindigd. Voordien was in overleg met de vertegenwoordigingen van de EU-lidstaten besloten dat eventuele bezoeken aan de hongerstakers zouden worden afgelegd door het Britse voorzitterschap ter plekke. Eerder bezochten individuele vertegenwoordigers van EU-lidstaten de hongerstakers.


---- --