| |Nr. |2005-761 | | |Arnhem|7 december 2005| | |, | |PROVINCIE MAAKT AFSPRAKEN OVER DE BOUW VAN WONINGEN IN DE KOMENDE 10 JAAR
Gedeputeerde Staten hebben het Kwalitatief Woonprogramma 2005 - 2014 voor 5 Gelderse regio's vastgesteld. Het Kwalitatief Woonprogramma is een eerste uitwerking van het Streekplan dat de provincie in juni van dit jaar vaststelde. In het Kwalitatief Woonprogramma (KWP) 2005-2014 staat per regio hoeveel woningen er de komende 10 jaar gebouwd moeten worden. Hierbij is ook aangegeven om welke soorten woningen het moet gaan. De woningen die gebouwd moeten worden, moeten aansluiten bij de behoefte die er in regio's bestaat. Het gaat om "de juiste woning, op het juiste moment op de juiste plek".
Afspraken op regionaal niveau
De Kwalitatieve Woonprogramma's zijn afspraken die de provincie met de gezamenlijke gemeenten in regionaal verband heeft gemaakt. In het vorige Woonprogramma voor de periode 2000 - 2009 waren de afspraken met de afzonderlijke gemeenten gemaakt. Dat de afspraken zich nu beperken tot het niveau van de regio is geheel in lijn met het Streekplan, dat uitgaat van een regionale benadering. De 5 regio's, waar de woningbouwafspraken op dit moment mee zijn gemaakt, zijn: de Achterhoek, het Knooppunt Arnhem-Nijmegen (KAN), de Noord-Veluwe, De Vallei en de Stedendriehoek. Het KWP voor de regio Rivierenland mist nog; dit volgt begin 2006.
Woningcorporaties
Bij het opstellen van de woonprogramma's zijn dit keer ook de woningcorporaties betrokken. Dat is ook nieuw vergeleken bij het vorige Woonprogramma. De woningcorporaties onderschrijven de nu vastgelegde afspraken. Hiermee is de uitvoering van de programma's beter gewaarborgd, woningcorporaties zijn immers belangrijke partijen bij de bouw van woningen.
Dalende bevolkingsgroei
Doordat de bevolkingsgroei minder groot is dan enkele jaren geleden gedacht, is de toename van het aantal woningen in Gelderland in het Woonprogramma 2005-2014 teruggebracht van 100.000 naar 90.000 woningen. Er is nog een duidelijke grote behoefte aan woningen voor starters en ouderen. De ontwikkelingen in de periode na 2010 laten een teruglopende vraag zien naar goedkopere huurwoningen en een toenemende vraag naar vooral goedkope, maar ook dure koopwoningen. Relatie met Streekplan
De nu vastgestelde Woonprogramma's zijn gebaseerd op de uitgangspunten van het Streekplan. Dat betekent o.a. dat de woningen vooral in de stedelijke gebieden gebouwd moeten worden. In het Streekplan de stedelijke netwerken en regionale centra genoemd. De 3 stedelijke netwerken zijn het KAN, de Stedendriehoek en het WERV-gebied (Wageningen, Rhenen en Veenendaal), de 3 regionale centra zijn Tiel, Harderwijk en Doetinchem. De woningbouw in deze gebieden moet voor een belangrijk deel worden gezocht op inbreidingslocaties in de steden. Het gaat dan om stadvernieuwingsprojecten. Daarnaast zullen er ook woningen op uitbreidingslocaties gebouwd moeten worden. De plekken voor deze nieuwbouwwijken liggen in de zogenaamde zoekzones voor wonen. De exacte grenzen van deze zoekzones moeten voor 1 juli 2006 nog door de regio's worden bepaald, waarna deze in een uitwerking van het Streekplan worden vastgelegd.