Kort woord van de minister-president bij de aanbieding van het boek
Koningin Beatrix aan het Woord, aan HM de Koningin, Den Haag, 8 december
2005
Majesteit, dames en heren,
Wat is een goede toespraak?
Een goede toespraak doet niet alleen een beroep op het hoofd, maar ook - en
misschien wel vooral - een beroep op het hart.
Dat wisten de klassieken al. Lees Cicero maar.
De meest verheven gedachten en de belangrijkste boodschappen verwaaien in
de wind als de toehoorders geen 'gevoel' krijgen bij een toespraak.
Majesteit, u weet hoe groot de kracht van het gesproken woord
kan zijn. "Eén goed woord verwarmt drie koude wintermaanden", zei u tijdens
uw staatsbezoek aan Japan in 1991.
Woorden kunnen troosten, verzoenen, vriendschap bestendigen, moed geven,
motiveren, inspireren.
Allemaal effecten die geen beleidsnota of plan van aanpak ooit voor elkaar
kunnen krijgen.
Juist daarom benadert u uw toespraken met de grootste zorgvuldigheid.
Woorden wikkend, woorden wegend.
Dat geldt voor uw officiële redes. En zeer zeker voor uw kersttoespraken.
Die kersttoespraken zijn voor u een belangrijk middel om uitdrukking te
geven aan wat u beweegt. Voor u geen paginagrote interviews in de krant.
Geen weblog. Geen chat-sessies. U bent terughoudend in de kwantiteit van uw
openbare uitingen. Des te meer richt u zich op de kwaliteit daarvan.
Net als uw grootmoeder. Net als uw moeder.
Het is goed dat er nu een boek is waarin een groot aantal van uw redes
geannoteerd is gebundeld. Van de inhuldigingsrede op 30 april 1980 tot en
met de Troonrede 2005. Het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis en de
SDU hebben de bundel met liefde samengesteld en geproduceerd.
Wie uw toespraken leest, valt op hoe intensief en consequent u aandacht
besteedt aan de relatie tussen vrijheid en verantwoordelijkheid.
"Vrijheid is geen toverwoord waarmee een maatschappij op slag kan worden
veranderd", zei u op Eerste Kerstdag 1989, vlak na de val van de Muur.
"Vrijheid is evenmin een rustig bezit. Niet het voortdurend openhouden van
alle keuzen maakt mensen vrij, maar juist een verantwoordelijk gebruik van
de mogelijkheid tot kiezen."
Datzelfde thema komt terug in veel van uw officiële redes. Zoals in uw
toespraak 'Herdenken na vijftig jaar', uit mei 1995.
Daarin riep u op tot een bewuste keuze tegen alles wat onze democratie en
het gemeenschapsgevoel verschraalt.
U zei: "als de vrijheid van de één niet langer staat voor ruimhartig
rekening houden met de vrijheid van de ander, kan een samenleving niet
vreedzaam voortbestaan".
Heldere en overtuigende woorden. Ze geven blijk van een scherp oog voor
ontwikkelingen in onze samenleving. Van sterke, oprechte betrokkenheid bij
het wel en wee van alle Nederlanders.
Steeds weer beklemtoont u dat we elkaar - met al onze onderlinge
verschillen - nodig hebben.
En steeds weer is daar de hoop. Wat opvalt, is dat al uw kerstboodschappen
beginnen met een verwijzing naar het licht van Kerstmis.
Zo zijn uw toespraken bedoeld om moed te geven, te motiveren, te
inspireren. Wie dit prachtige boek leest, beseft eens te meer hoezeer u in
die bedoeling slaagt.
Graag wil ik u het eerste exemplaar aanbieden.
Ministerie van Algemene Zaken