Ernst & Young

Werknemers surfen, bellen en mailen negentien uur privé per maand

8 december 2005 - Voor privé-doeleinden mailen, surfen en bellen in de tijd van de baas blijft enorm tijdrovend. In totaal spenderen werknemers gemiddeld 4,4 uur per week aan privé-surfen, e-mailen en bellen op het werk (binnen werktijd). Dit wordt voor een deel gecompenseerd, omdat men thuis (buiten werktijd) gemiddeld per week 2,3 uur bezig is met zakelijk surfen, e-mailen en/of bellen. Deze bevindingen zijn afkomstig uit het jaarlijkse Trends in ICT-onderzoek van Ernst & Young, gehouden onder 700 directeuren, managers en professionals.

De rekensom: in totaal spenderen de geënquêteerden gemiddeld 4,4 uur per week aan privé-surfen, e-mailen of bellen op het werk (binnen werktijd). Echter, de ondervraagden besteden gemiddeld 2,3 uur per week aan zakelijk surfen, e-mailen of bellen vanuit huis (buiten werktijd). Per saldo blijft er 2,1 uur per week privé-surfen/mailen/bellen in de tijd van de baas over. Uitgaande van een gemiddelde werkweek van dertig uur betekent dit dat circa zeven procent van de werktijd verloren gaat aan privé-zaken. Directeur Jacob Verschuur van Ernst & Young ICT Leadership: 'Naast het productiviteitsverlies, moeten bedrijven ook de kosten incalculeren die hiermee gepaard gaan. Er is kennelijk qua afspraken hierover weinig verbeterd.'

Werkgevers gaan thuiswerken in 2006 afremmen
Binnen de meeste organisaties (zeventig procent) is het in principe mogelijk om voor een deel thuis te werken. Zeven procent van de organisaties moedigt de medewerkers daadwerkelijk aan om thuis te gaan werken. Binnen de dienstensector (veertien procent) en binnen het kleinbedrijf (23 procent) ligt dit hoger. Elf procent van de organisaties wil het aandeel thuiswerken vergroten, terwijl vijftien procent dit aandeel juist wil verminderen. In de meeste gevallen willen organisaties het aandeel thuiswerken gelijk houden. Deelnemende organisaties binnen de overheids- en not-fot-profit sector rapporteren geen enkele stimulans op het gebied van thuiswerken. Verschuur: 'Waar blijft de zo belangrijke voorbeeldrol van de overheid? Met dit afremmende beleid geeft de overheid een slecht voorbeeld in het helpen oplossen van ons mobiliteitsvraagstuk.'

Thuiswerken bloeide in 2005 mogelijk voor het laatst Van alle ondervraagde directeuren, managers en professionals werkt 47 procent (gedeeltelijk) vanuit huis (41 procent in 2004). Thuiswerken krijgt gemiddeld een hoger effectiviteitcijfer dan werken op kantoor. Vooral binnen de dienstensector is er sprake van een effectiviteitverschil, terwijl het verschil binnen de overheid/not-for-profit beperkt is.

Over het onderzoek
Het Ernst & Young ICT Leadership-onderzoeksteam heeft voor het tiende achtereenvolgende jaar een onderzoek naar de trends in ICT uitgevoerd in het kader van de 'EY Leadership-programma's' van Ernst & Young. In dit jaarrapport worden, naast de onderzoeksresultaten van oktober 2005, ook de belangrijkste wetenswaardigheden uit de ICT Barometers van het afgelopen jaar gepresenteerd.

'Trends in ICT' en de 'ICT Barometer' zijn de gerenommeerde 'vinger aan de pols' voor managers. Het onderzoek Trends in ICT wordt sinds 1995 gehouden en de ICT Barometer werd door Ernst & Young ICT Leadership in december 2001 geïntroduceerd. Beide onderzoeken worden tweemaandelijks gehouden onder gemiddeld ruim 600 Nederlandse directeuren, managers en professionals uit het bedrijfsleven (gesplitst naar productie/industrie, handel/distributie en dienstverlening/financiële instellingen), de not-for-profit-sector en de overheid. Voor het onderzoeksdeel over de waardering en prestaties van ICT-bedrijven en het onderzoeksdeel waardering van ICT-bedrijven en de Jan Pieterszoon Coen-prijzen 2005, heeft het onderzoeksteam van Ernst & Young gebruik gemaakt van de mening van 1.003 directeuren/managers en professionals.

De onderzoeken Trends in ICT en de ICT Barometer worden uitgevoerd door het marktonderzoekbureau Interview NSS. Van de ondervraagden is bekend hoeveel vestigingen en medewerkers zijn of haar organisatie heeft, aan hoeveel medewerkers leiding wordt gegeven, het functietype en functietaken, betrokkenheid bij ICT en beslissingsbevoegdheid over ICT-aankopen. De groep ondervraagden wordt online geënquêteerd en beschikt daarvoor over een internetaansluiting. Gezien de samenstelling van de onderzochte groep mag het onderzoek niet als representatief voor de gemiddelde Nederlandse bevolking worden gezien. De onderzoeken geven voor een belangrijk deel actuele informatie door een aantal vaste businessdilemma's te monitoren, aangevuld met actuele vragen. Daarmee geven ze een interessant beeld van de inzet en het gebruik van ICT in Nederland.

De themagebieden beslaan conjunctuur, bestedingen, budgettering, ICT bedrijven en hun prestaties in 2005, de Jan Pieterszoon Coen-prijzen, ICT in werk en vrije tijd, computerbeveiliging/cybercrime en ICT en mobiliteit. De specifieke onderwerpen waarnaar onderzoek is gedaan, worden bepaald op grond van de dilemma's en vraagstukken in de dagelijkse praktijk. Ernst & Young reikt ook dit jaar weer de Jan Pieterszoon Coen-prijs uit aan de best presterende ICT-bedrijven. Het is een publieksprijs: de keuze wordt bepaald op grond van het jaarlijkse Trends in ICT-onderzoek, dit jaar op basis van 7.632 rapportcijfers. Ernst & Young heeft de prijs ingesteld, omdat ICT bij veel organisaties nog steeds dilemma's oproept bij gebruik, inzet én investering.

Meer weten?
Voor meer informatie over Trends in ICT kunt u terecht bij Toby Ellson, woordvoerder van Ernst & Young, via e-mail of telefonisch 010 406 53 64 of 06 29 08 47 62. Het rapport Trends in ICT 2006 van Ernst & Young kunt u kosteloos online bestellen.