ABVAKABO FNV: Akkoord CAO Energiebedrijven

Abvakabo fnv

Op 7 december 2005 hebben de vakorganisaties met de Werkgeversvereniging WENb een akkoord bereikt over de ENb-raam CAO en de Sector CAO's Productie en Distributie. De raam-CAO 2005 loopt van 1 april 2005 tot en met 31 maart 2007. CAO-onderhandelaar Joost van Herpen: 'Het was een lang en zwaar CAO-traject, maar uiteindelijk is ABVAKABO FNV tevreden met het bereikte resultaat.'

In de Raam-CAO zijn afspraken gemaakt worden over de beëindiging van de FUR-regeling en het hiervoor in de plaats stellen van een levensloopregeling. De FUR is gehandhaafd voor werknemers geboren voor 1950. Voor werknemers geboren in en na 1950 is er een combinatie van maatregelen afgesproken, waardoor ook zij in de toekomst in staat zijn nog steeds een jaar eerder dan de ABP-pensioengerechtigde leeftijd te stoppen met werken.

In de sector-CAO's zijn goede afspraken gemaakt over een werkgeversbijdrage van 240 euro per jaar in de ziektekostenverzekering. Hetzelfde bedrag wordt toegekend aan gepensioneerde werknemers over een periode van 10 jaar. Ook op de inkomensafspraken zijn goed: een structurele loonsverhoging van 1,25% per 1 april 2005 en een eenmalige uitkering van 0,3% over 2005. Vanaf 1 april 2006 een structurele loonsverhoging van 1,5% en de structurele eindejaaruitkering wordt verhoogd met 0,4%. Op 1 januari 2007 een loonsverhoging van 0,25%. Van Herpen: 'Al met al zeer redelijke CAO-afspraken. Misschien vinden sommigen de looptijd wat lang. Dat komt voor een groot deel doordat de start van de contractperiode inmiddels al lang is verstreken.'

Alle leden worden deze week geïnformeerd over het bereikte CAO-resultaat, zodat ze tijdens de ledenraadpleging weloverwogen kunnen kiezen voor de nieuwe CAO.


---
Wilt u meer weten over de energiesector of over ABVAKABO FNV, kijk op www.abvakabofnv.nl of neem contact op met:

Joost van Herpen, ABVAKABO FNV-bestuurder / CAO-onderhandelaar (06) 51 57 69 40

ABVAKABO FNV is de grootste vakbond in de publieke sector. De ruim 360.000 leden werken in de zorg- en welzijnssector, de (geprivatiseerde) overheid, de onderwijs- en onderzoekssector en bij de sociale werkvoorziening of in het kader van de gesubsidieerde arbeid.