Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Aan: landelijke sportorganisaties,
de colleges van B&W, de colleges van GS,
beleidspartners (NOC*NSF, VNG, LC, IPO)
en een aantal andere landelijke organisaties
zoals NISB,NebasNsg, NSA, IOS e.d.
Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag
S/TOP-SP-2637614 6 december 2005
Onderwerp Bijlage(n) Uw brief
Proces totstandkoming sportprogramma 1
Geacht bestuur.
Enige weken geleden heb ik u een exemplaar van de nieuwe sportnota "Tijd voor sport"
aangeboden. In de aanbiedingsbrief staat dat ik de voornemens uit deze nota in samen-
werking met u wil uitwerken. Mijn dank aan degenen die op deze brief hebben gereageerd.
Inmiddels heb ik een groot aantal reacties ontvangen. Deze zijn heel verschillend van aard.
Het gaat om good practices die uitgewerkt kunnen worden, aandachtspunten bij de
uitvoering van beleid, het aanbieden van medewerking bij de uitwerking van beleid en zelfs
concrete subsidieverzoeken. Al deze reacties worden betrokken bij de besluitvorming over
de verdere invulling van de sportnota.
Door over een brede linie partners, maatschappelijke organisaties, wetenschappers, actieve
burgers en mogelijk nog anderen bij dit proces te betrekken, wordt op een interactieve
manier sportbeleid gemaakt. Dat is zo gebeurd bij de totstandkoming van de sportnota, en
zo wil de rijksoverheid het ook doen bij de verdere uitwerking van de nota in het Sport-
programma 2006-2010. In deze brief staat vermeld hoe het verdere proces wordt vorm-
gegeven.
Het proces naar het sportprogramma
Mijn rol bestaat in dit proces uit het aanbieden van kaders en middelen voor de verdere
invulling van het sportbeleid. Deze aanpak stelt hoge eisen aan de regierol in dit proces,
maar dat is een uitdaging die graag wordt aangegaan.
De rijksoverheid streeft naar sturing op resultaat, een heldere rolverdeling, eenvoudige
oplossingen, denken buiten de geijkte kaders en samenwerking tussen de verschillende
partners. Met verschillende partners wordt gesproken over de rol die zij willen en kunnen
spelen bij de uitvoering van de sportnota. Vervolgens worden meetbare afspraken gemaakt
over hun bijdrage aan de doelstellingen van de sportnota. Kortom: de rijksoverheid geeft de
voorzet en de sport schiet de bal in het doel.
Postbus 20350 Bezoekadres: Correspondentie uitsluitend Internetadres:
2500 EJ DEN HAAG Parnassusplein 5 richten aan het postadres www.minvws.nl
Telefoon (070) 340 79 11 2511 VX DEN HAAG met vermelding van de
Fax (070) 340 78 34 datum en het kenmerk van
deze brief.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad
2
Kenmerk
S/TOP-SP-2637614
Prioriteiten
Deze aanpak betekent dat de rijksoverheid ook op sommige thema's `tijd voor sport' moet
nemen. Er zijn programma's die een intensivering van bestaand beleid inhouden maar er
zijn ook nieuwe programmalijnen. In de uitwerking van het sportprogramma zal dan ook
een fasering worden aangebracht, waarbij voor sommige thema's geldt dat ze met
voorrang worden aangepakt. Dat geldt vooral voor thema's die prioriteit hebben vanwege
hun vernieuwende karakter en planning van de uitgaven van beschikbare middelen: het
Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, Meedoen allochtone jeugd door sport, Vernieuwing
lokaal sportaanbod, Topcoaches en het Nationaal talentontwikkelingsplan. Deze dossiers
worden in samenwerking met het veld uitgewerkt aan de hand van een aantal themabijeen-
komsten.
De verdere uitwerking van de intensivering van bestaand beleid zal binnen de bestaande
overlegstructuren plaatsvinden. Hier worden geen aparte themabijeenkomsten voor
georganiseerd.
Planning
Half december 2005 en begin januari 2006 zullen de eerste thematische bijeenkomsten
over de verdere uitwerking van de sportnota plaatsvinden. Een bijeenkomst over de
uitwerking van sportprogramma's op lokaal niveau en een bijeenkomst over de uitwerking
van topsportprogramma's in relatie tot de top-10 ambitie. Doel van deze bijeenkomsten is
om met een beperkt aantal mogelijke partners het speelveld te verkennen. De keuze voor
te organiseren themabijeenkomsten is gebaseerd op samenhang tussen beleidsonder-
werpen en eenzelfde groep van partners bij de uitvoering. In de sportnota wordt soms al
een voorschot gegeven op welke partners dit zouden kunnen zijn, soms niet. Partners
worden gericht uitgenodigd om de discussie en afstemming met de achterban te
bevorderen.
Vervolgens wordt de periode januari en februari 2006 gebruikt voor vervolgbijeenkomsten
waarin de concrete voorstellen voor de invulling van hierboven genoemde programmalijnen
verder worden besproken. Er komen aparte bijeenkomsten waarvoor gericht partners
worden uitgenodigd. Het is de bedoeling dat op deze bijeenkomsten concrete uitvoerings-
mogelijkheden worden besproken. Deze periode wordt ook gebruikt voor bestuurlijke,
financiële en juridische toetsing van de geopperde voorstellen. Tenslotte worden in maart
en april 2006 de afspraken gemaakt over wie wat gaat doen.
In mei 2006 wordt het Sportprogramma 2006-2010 aan de Kamer toegezonden. In dit
Sportprogramma staat op welke wijze, met wie en wanneer de voorstellen uit de nieuwe
sportnota uitgevoerd gaan worden. De voorstellen over nieuw beleid èn de voorstellen over
de intensivering van bestaand beleid.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad
3
Kenmerk
S/TOP-SP-2637614
Communicatie met partners
Het is mogelijk dat u betrokken wordt óf nu al betrokken bent bij de thematische bijeen-
komsten en de verdere uitwerking van de sportnota in concreto. U wordt dan automatisch
op de hoogte gehouden van de voortgang van het desbetreffende programma. De partners
die op de hoogte willen blijven van de verschillende ontwikkelingen adviseer ik regelmatig te
surfen naar de website van het ministerie van VWS. Op http://www.tijdvoorsport.nl worden
geregeld berichten geplaatst over de voortgang van het proces naar het sportprogramma.
Met vriendelijke groet,
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport
Drs. Clémence Ross-van Dorp
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport