FME-bijeenkomst Milieu en Arbo
Productie duurzame energie stijgt
Deze informatie is het laatst gewijzigd op: 08 dec 2005
Nieuwe verpakkingswetgeving 2006
De vrijwillige verpakkingsregeling (Verpakkingsconvenant III) wordt
beëindigd op 31 december 2005. Per 1 januari 2006 treedt daarvoor in
de plaats het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton. Dit
houdt in dat in 2006 ook voor verpakkingen gaat de
producentenverantwoordelijkheid gelden. Dat betekent dat ieder bedrijf
dat voor het eerst verpakking op de Nederlandse markt brengt
verantwoordelijk wordt gesteld voor deze verpakkingen; dus zowel
producenten die hun eigen producten verpakken als voor importeurs die
verpakte producten vanuit buiten Nederland ontvangen. De
producentenverantwoordelijkheid is niet nieuw in Nederland. Die
bestaat al langer voor bijvoorbeeld batterijen, autos en elektrische
apparatuur.
Onderscheid
De wetgeving maakt onderscheid in consumenten en business to business
(B2B) verpakkingen. Consumentenverpakkingen van producten zijn primair
bedoeld voor particuliere huishoudens en worden als huishoudelijk
afval door gemeenten ingezameld en afgevoerd. De burger betaalde
hiervoor een afvalstoffenheffing. Verpakkingen van producten die
gebruikt worden door bedrijven in hun business to business (B2B)
relatie worden door bedrijven ingezameld en als bedrijfsafval
afgevoerd. De kosten hiervan moeten door de bedrijven worden gedragen.
Consumentenverpakking
De in de wetgeving genoemde producentenverantwoordelijkheid gaat ervan
uit dat degene die consumentenverpakking op de Nederlandse markt zet
daarvoor verantwoordelijk is en de kosten zal moeten dragen van het
inzamelen afvoeren en verwerken van deze afvalstroom. Omdat deze
verpakkingen door de gemeenten worden ingezameld en afgevoerd zijn met
vertegenwoordigers daarvan onderhandelingen gevoerd. Inmiddels zijn
voor wat betreft consumentenverpakkingen belangrijke stappen genomen.
Er is een onderhandelingsresultaat bereikt tussen de belangrijkste
organisaties van het bedrijfsleven en de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG). Hieraan heeft de FME actief deelgenomen namens de
non-food industrie.
Volgens de planning zullen de resultaten op 9 december 2005 worden
gepresenteerd. Uitgegaan wordt van een collectieve uitvoering van de
wetgeving. Voor de consumentenverpakking is hiervoor een nieuwe
organisatie in het leven geroepen: Stichting Nederland Van Afval naar
Grondstof (Nedvang). Om de belangen tussen food en non-food gescheiden
te houden gezien het nog hangende dossier van het zwerfafval staan
hier twee organisaties aan ten grondslag. Voor non-food is dit de
Stichting Non-food Afval. Naast de afspraken over de kosten die
verrekend worden voor het inzamelen, afvoeren en verwerken met de
gemeenten zal door de genoemde organisaties naar het ministerie van
VROM gerapporteerd worden over de hoeveelheden verpakkingen die zijn
ingezameld, nuttig zijn toegepast of als materiaal zijn herverwerkt.
B2B verpakking
Voor de verpakkingen niet afkomstig uit particuliere huishoudens
voorziet de wetgeving in een ander regime dan de
consumentenverpakking. De wetgeving gaat er vanuit dat de kosten van
het gescheiden inzamelen van verpakkingen en het afvoeren als
bedrijfsafval gedragen worden door degene die zich van het
bedrijfsafval ontdoet. Dit is voor de bedrijven niets nieuws, het is
de bestaande praktijk dat een afvalverwerker van een bedrijf opdracht
krijgt de afvalstoffen af te voeren en te laten verwerken. Een
overeenkomst voor B2B-verpakkingen zoals bij consumentenverpakkingen
met de gemeenten is daarom niet aan de orde. Het is om kostenredenen
van belang dat de afvalstromen consumentenverpakking en B2B
verpakkingen gescheiden worden ingezameld en afgevoerd. Zoals ook bij
consumentenverpakking zal ook over B2B verpakkingen naar het
Ministerie van VROM gerapporteerd moeten worden over de hoeveelheden
verpakkingen die zijn ingezameld, nuttig zijn toegepast of als
materiaal zijn herverwerkt. Hiervoor zal naar VROM een zgn. Mededeling
(businessplan) moeten worden ingediend, dat aan vele vereisten moet
voldoen. Ook hierbij heeft een collectief systeem verre de voorkeur.
Feitelijk gaat de wetgeving hier vanuit. De in de wet genoemde
doelstellingen zijn nauwelijks door individuele bedrijven in te
vullen.
SVM-PACT stopt, maar UVME blijft
Het convenant verpakkingen III loopt op 31 december 2005 ten einde.
Over het jaar 2005 zal echter moeten worden gerapporteerd. SVM-PACT
zal deze taak nog vervullen en na de rapportage worden opgeheven.
Voor de UVME is echter ook in de toekomst een specifieke taak
weggelegd. Alle bedrijven die verpakkingen (voor het eerst) gebruiken
moeten een zgn. Mededeling (businessplan) naar het Ministerie van VROM
zenden en laten goedkeuren, en wel vóór 1 april 2006. Daarin moet
precies omschreven staan hoe verpakking wordt teruggehaald, de
financiering de verwerking en de monitoring. Voorts moeten contracten
met vervoerders en verwerkers worden afgesproken. Het is goedkoper en
efficiënter om dit collectief door een organisatie, zoals de UVME te
laten doen.
UVME maakt apart B2B-uitvoeringsplan
Omdat voor consumentenverpakking reeds een en ander collectief
geregeld is zal de UVME zorgdragen voor een apart B2B-uitvoeringsplan
en dit tijdig indienen en laten goedkeuren door de Minister van VROM.
Daarbij zal optimaal gebruik worden gemaakt van de opgebouwde
expertise binnen de FME met betrekking tot
producentenverantwoordelijkheid voor elektr(on)ische apparatuur. Dit
sluit naadloos aan op de nieuwe verpakkingswetgeving. Wij zullen u van
deze ontwikkeling op de hoogte houden.
Rapportage 2005 afwerken
Het Convenant Verpakkingen III loopt dit jaar wel af, maar de
rapportage over 2005 moet nog worden uitgevoerd. De deelnemers van de
UVME ontvangen daarvoor medio januari 2006 de gebruikelijke
formulieren. U wordt verzocht deze in te vullen en op tijd retour te
zenden. Op deze wijze kunnen we convenant III op een juiste manier
afsluiten en kunnen we laten blijken dat met de metalektro industrie
serieus afspraken te maken zijn.
Vereniging FME-CWM, ing. Albert Verheggen, 079 - 353 12 36,
ave@fme.nl
Vereniging FME-CWM