KNMG

Geneesmiddelenbeleid: de stand van zaken

Bepalen zorgverzekeraars wat u voorschrijft?
Regels over de relatie arts - industrie
Voorschrijven door niet-artsen?

Preferentiebeleid: bepalen zorgverzekeraars wat u voorschrijft?Nee!

Een aantal grote zorgverzekeraars maakt sinds kort gebruik van de wettelijke mogelijkheid om de aanspraken van verzekerden op geneesmiddelen te beperken. De verzekeraar kan per werkzame stof het goedkoopste middel aanwijzen voor vergoeding; andere worden niet vergoed. Als de arts dit niet verantwoord vindt, kan een ander middel worden vergoed, maar de verzekeraar kan eisen dat de arts vooraf toestemming vraagt. Onlangs is een grote verzekeraar in het nieuws gekomen met een opzienbarende variant: het financieel belonen van huisartsen voor goedkoop voorschrijven. De KNMG en haar federatiepartners LHV en Orde maken hier ernstig bezwaar tegen. Het is niet aan zorgverzekeraars om te bepalen welke geneesmiddelen worden verstrekt en vergoed, en welke niet. Het is al helemaal niet de bedoeling dat de arts financieel belang heeft bij de keuze voor een bepaald (goedkoop) middel. De arts moet onafhankelijk, op grond van de medische richtlijnen, kunnen bepalen welk geneesmiddel de patiënt nodig heeft. De richtlijnen geven ruimte voor individuele variaties, afhankelijk van eigenschappen en behoeften van de patiënt. Die ruimte moet blijven bestaan. Wij raden artsen ten sterkste af, in te gaan op financiële aanbiedingen van zorgverzekeraars die als doel hebben de arts goedkoop te laten voorschrijven. Van artsen verwachten wij wel dat zij doelmatig voorschrijven, dus goedkoop als het kan en duurder als het moet, maar altijd binnen de richtlijnen en standaarden. Dat is professioneel gedrag, dat is verantwoord medisch handelen. Gelukkig zijn er zorgverzekeraars die oog hebben voor de kwaliteit van zorg, en niet in de eerste plaats voor lagere kosten. Daar ligt een goede kans: goedwillende zorgverzekeraars en de beroepsgroep artsen moeten de handen ineen slaan om artsen en instellingen te stimuleren tot verantwoord medisch handelen, zodat de zorgkwaliteit verbeterd wordt. Financiële prikkels van zorgverzekeraars zijn zeker te overwegen voor het stimuleren van verantwoord medisch handelen, maar volstrekt niet voor het overhalen van artsen om goedkoop voor te schrijven. Regels over de relatie arts-industrie: waarom ook alweer? De regels over geneesmiddelenreclame en "gunstbetoon" (financiële en andere cadeaus van de industrie aan artsen) zijn veelvuldig onder de aandacht van artsen en industrieën gebracht. Nog lang niet iedereen is er voldoende van op de hoogte en leeft er naar. Sommige artsen vinden de regels betuttelend, maar dat is niet terecht. De bedoeling van de regels is dat de besluitvorming van de arts over het voor te schrijven middel onafhankelijk blijft, dus bepaald wordt door de richtlijnen van de beroepsgroep en niet door de farmaceutische industrie. Een gerechtvaardigd doel vanuit de optiek van de patiënt en vanuit kwaliteitsoogpunt. Een doel ook dat geheel strookt met de professionele verantwoordelijkheid van de arts. Het is een heel goed teken dat steeds meer wetenschappelijke verenigingen van medisch specialisten voor hun eigen vakgebied regels opstellen voor de omgang van artsen met de industrieën die zich op dat vakgebied manifesteren. Niet alleen farmaceutische industrieën, maar ook fabrikanten van technische en hulpmiddelen! Voorschrijven door niet-artsen?
In de zorg en de politiek wordt gediscussieerd over de vraag of niet-artsen (bijv. gespecialiseerd verpleegkundigen) de bevoegdheid moeten krijgen om geneesmiddelen voor te schrijven. Deze discussie hangt samen met het voornemen om taken te herschikken tussen artsen en (o.a.) gespecialiseerd verpleegkundigen. VWS lijkt te voelen voor het verlenen van voorschrijfbevoegdheid aan niet-artsen. De KNMG ziet hierbij voor- maar ook duidelijke nadelen en heeft de Tweede Kamer verzocht, de minister over dit onderwerp te ondervragen. Hiermee wil de KNMG een politiek debat over dit controversiële onderwerp aanzwengelen. Ook binnen de beroepsgroep en met de AVVV volgt hierover uitvoerig overleg.

Laatst gewijzigd: 08-12-2005