Vrije Universiteit Amsterdam


08.12.2005

M.W. Luijpen

aula

Faculteit der Psychologie en Pedagogiek

10:45

Transcutaneous electrical nerve stimulation in mild congnitive impairment


Promotor: prof.dr. D.F. Swaab, prof.dr. E.J.A. Scherder

Elektrische prikkels niet effectief in voorstadium Alzheimer

Transcutane elektrische neurostimulatie (TENS) heeft geen positief effect op het geheugen en het affectieve gedrag bij mensen met milde cognitieve achteruitgang, in een voorstadium van de ziekte van Alzheimer (AD). Dat blijkt uit het proefschrift van Marijn Luijpen. TENS is een vorm van uni-sensorische stimulatie. Daarbij worden hersengebieden, waaronder delen die kwetsbaar zijn voor (pathologische) veroudering, via perifere zenuwbanen gestimuleerd met elektrische prikkels op de huid. Overigens bleek bij vergelijking met farmacologische behandelmethoden (medicatie), dat er geen verschil in effectiviteit bestaat tussen beide behandelingen.

Eerdere TENS-studies lieten zien dat deze niet-farmacologische behandelmethode verbetering bracht in het geheugen, het affectieve gedrag, en het rust-activiteits ritme van patiënten die lijden aan AD. Bovendien bleek de behandeling effectiever in een vroeg stadium van de ziekte. Op basis van deze resultaten onderzocht Luijpen de effecten van TENS in een preklinisch stadium van AD. In dit stadium is sprake van een milde cognitieve achteruitgang (MCI). Het doel van de studie was de klinische manifestatie van AD te vertragen of uit te stellen en zo het autonoom functioneren zolang mogelijk te bewaren. Luijpens placebo-gecontroleerde studie is uitgevoerd onder een grote populatie verzorgingshuisbewoners in Amsterdam. De resultaten bewijzen dat de TENS-behandeling geen positief effect had op het geheugen en het affectieve gedrag bij mensen met MCI. Wat betreft het rust-activiteitsritme werd een verbetering gevonden in een subgroep deelnemers; bij hen was dit ritme bij aanvang van de behandeling verstoord.

Naast de klinische studie heeft Luijpen een omvangrijke meta-analyse uitgevoerd, waarin de effectiviteit van de bekendste farmacologische therapieën (medicatie) zijn vergeleken met niet-farmacologische vormen van interventie bij demente patiënten. Verrassend was dat de effectiviteit van farmacologische en niet-farmacologische behandelmethoden bij demente patiënten even groot bleek.

Voor meer informatie over activiteiten aan de VU:

dienst Communicatie, afdeling wetenschapsvoorlichting:

T 020 59 85666
E communicatie@dienst.vu.nl

Voor meer informatie over VUmc:

T 020 44 43444
E communicatie@vumc.nl