Gemeente Rotterdam

Brief burgemeester Opstelten over de door P. R. de Vries bemachtigde disk

|                                          |mr. I.W. Opstelten    |
|                                          |                      |
|                                          |Bezoekadres: Stadhuis |
|                                          |Coolsingel 40         |
|                                          |Rotterdam             |
|                                          |Postadres: Postbus    |
|                                          |70012                 |
|                                          |3000 KP Rotterdam     |
|                                          |                      |
|de leden van de commissie bestuur en      |Website:              |
|veiligheid                                |www.rotterdam.nl      |
|                                          |E-mail:               |
|                                          |i.opstelten@college.ro|
|                                          |tterdam.nl            |
|                                          |Fax: (010) 417 33 35  |
|                                          |Inlichtingen: mr drs  |
|                                          |A. Littooij           |
|                                          |Telefoon: (010) 417 22|
|                                          |67                    |
|                                          |                      |
|                                          |Ons kenmerk:          |
|                                          |05BSD16990            |
|                                          |Betreft: gevonden     |
|                                          |diskettes RID         |
|                                          |                      |
|                                          |Datum: 8 december 2005|
Geachte leden van de commissie,

De heer P.R. de Vries heeft aangekondigd op 11 december a.s. een reportage uit te zenden in zijn televisieprogramma 'Peter R. de Vries, misdaadverslaggever'. De heer De Vries zegt voornemens te zijn in deze reportage in te gaan op twee diskettes, die naar zijn zeggen rapportages bevatten van de Regionale Inlichtingendienst Rotterdam-Rijnmond (RID), onder andere gericht aan de AIVD. Deze diskettes zouden vertrouwelijke informatie bevatten uit verschillende zaken, zoals documenten over een onderzoek naar de heer W.S.P. Fortuyn.

In een fax van de heer De Vries aan het hoofd van de AIVD en de korpschef van de politie Rotterdam-Rijnmond wordt gesteld dat het om persoonlijke informatie gaat over de seksuele gedragingen van de heer Fortuyn. Naar zeggen van de heer De Vries is ook informatie terug te vinden over privé-zaken en het justitieel verleden van diverse politieke medestanders van Fortuyn en politici van andere partijen. Tevens geeft de heer De Vries aan dat op de diskettes documenten zijn te vinden van namen en telefoonnummers van zowel verdachten als contactpersonen.

Het regionale politiekorps Rotterdam-Rijnmond heeft onderzoek uitgevoerd naar de beweringen van de heer De Vries. In dit kader heeft het regionale politiekorps Rotterdam-Rijnmond verzocht om integrale inzage in de documenten waarover de heer De Vries zegt te beschikken. In reactie daarop heeft hij de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond een fax gestuurd met een inventarislijst van de diskettes. Uit deze inventarislijst blijkt dat het naast de voornoemde informatie over de heer Fortuyn vermoedelijk ook gaat om informatie over operationele onderwerpen.

Indien het daadwerkelijk om informatie gaat zoals door de heer De Vries wordt aangeduid, betreft het vertrouwelijke informatie waarvan het zeer te betreuren is als deze in handen van derden is gekomen. De AIVD heeft de heer De Vries - op basis van de inventarislijst die de heer de Vries heeft overlegd - erop gewezen dat de desbetreffende diskettes staatsgeheime informatie bevatten en dat het ongeoorloofde bezit van dergelijke gegevens strafbaar is. Om die reden is de heer De Vries dan ook verzocht, en voor zover nodig gesommeerd, de diskettes en de desbetreffende gegevens aan de AIVD of de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond te overhandigen. Ook is de heer De Vries erop gewezen dat het openbaar maken van deze gegevens een strafbaar feit is en dat het openbaar maken van privacygevoelige gegevens onrechtmatig is.

Wat de informatie over de heer Fortuyn betreft, beschikt de heer De Vries waarschijnlijk over informatie die reeds eerder is onderzocht in het onderzoek door de Commissie Feitenonderzoek Veiligheid en Beveiliging Pim Fortuyn (de commissie Van den Haak). In het rapport van deze commissie wordt uitgebreid gesproken over twee berichten die door de RID Rotterdam-Rijnmond zijn opgemaakt en verstrekt aan de Mepia (Meldpunt Integriteitsaantastingen)-desk van de BVD (thans AIVD). Deze desk was opgezet als vertrouwelijk meldpunt voor vermeende integriteitsschendingen in het openbaar bestuur.

Het eerste van deze twee berichten is tot stand gekomen nadat een persoon informatie verstrekte aan de RID Rotterdam-Rijnmond over het privé-leven van Fortuyn. Aangezien dit informatie betrof over de risicovolle omgeving waarin de heer Fortuyn zich in zijn privé-leven begaf voor de aanvang van de verkiezingen in 2002, is door de RID Rotterdam-Rijnmond hiervan een document opgemaakt dat naar de MEPIA-desk van de BVD is gezonden. Daarop heeft de RID mede op verzoek van de MEPIA-desk direct daarna een tweede bericht vervaardigd. Dat bericht had betrekking op een beperkt aantal personen in Fortuyns politieke omgeving op basis van reeds bij de regiopolitie beschikbare informatie. Ook dit bericht is naar de Mepia-desk gezonden.

De commissie Van den Haak merkte over deze berichten op dat de RID Rotterdam-Rijnmond niet meer deed dan zijn plicht toen hij de Mepia-desk van de BVD op de hoogte bracht van wat een informant had verteld over Fortuyns privé-leven. Daarenboven merkte de commissie op dat ook het tweede bericht over personen in zijn politieke omgeving terecht werd opgemaakt (zie pp.223-224, 349-350).

Mepia heeft besloten geen onderzoek in te stellen naar de betreffende meldingen. Wel is een en ander besproken met het openbaar ministerie (OM). Het OM zag eveneens geen aanleiding om de zaak in behandeling te nemen.

Na de moord op de heer Fortuyn hebben de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie persoonlijk kennis genomen van de twee meldingen. De burgemeester van Rotterdam heeft van het bestaan van beide Mepia-berichten pas kennis genomen via de publicatie daarover door de commissie Van den Haak.

Om mogelijke misverstanden te voorkomen onderstreept de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in zijn brief aan de Tweede Kamer dat de AIVD zonder bijzondere aanleiding geen onderzoek instelt naar democratische politieke partijen of politici. Die bijzondere aanleiding moet zijn ontleend aan gevaar voor de veiligheid van de staat of voor de democratische rechtsorde, zoals ondermeer bij ernstige integriteitschendingen het geval kan zijn.

Ik betreur ten zeerste dat mogelijk deze vertrouwelijke informatie bij derden terecht is gekomen. Zoals reeds is aangegeven vindt thans onderzoek plaats dat erop is gericht om vast te stellen hoe dit heeft kunnen gebeuren.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft vandaag met een brief van gelijkluidende strekking de Tweede Kamer geïnformeerd. De minister voegt in zijn brief daar aan toe dat het hoofd van de AIVD personele maatregelen treft met betrekking tot een medewerker die vermoedelijk betrokken is bij het 'op straat' raken van de diskettes.

Vertrouwende u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.

mr. I.W. Opstelten
Burgemeester


---- --