Ministerie van Buitenlandse Zaken

Pakistan

Van Ardenne bezoekt aardbevingsgebied Pakistan

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Persbericht

7 december 2005

MINBZ: Van Ardenne bezoekt aardbevingsgebied Pakistan

Op 9 en 10 december a.s. brengt minister Van Ardenne voor Ontwikkelingssamenwerking een bezoek aan de door de aardbeving getroffen gebieden in Pakistan. Zij doet dit samen met de Ierse minister voor Ontwikkelingssamenwerking en Mensenrechten, Lenihan. Het bezoek van beide Europese ministers staat in het teken van de hulpoperatie, die in Pakistan nog volop in gang is.

Minister Van Ardenne zal ondermeer een bezoek brengen aan het veldhospitaal in Bagh, waar Nederlandse militairen dagelijks 100-150 patiënten behandelen. In Balakot bezoekt zij een school, waar kinderen inmiddels weer onderwijs kunnen volgen, mede dankzij Nederlandse steun. Door de aardbeving zijn 8.000 openbare scholen vernield of onbruikbaar geworden; met speciale onderwijsprogrammas moeten straks 890.000 kinderen weer naar school kunnen gaan. Van Ardenne sluit haar bezoek aan Pakistan af met een bezoek aan een vluchtelingenkamp, circa 5 km buiten Islamabad, waar nu 9,5 duizend mensen onderdak vinden. Dokters van de Wereld heeft in dit kamp met geld uit het Nederlandse ontwikkelingsbudget een gezondheidscentrum opgezet.

Behaleve het bezoek aan het getroffen gebied, zal de minister voor Ontwikkelings-samenwerking ook spreken met generaal Zubair, die leiding geeft aan het herstel en de wederopbouw van het getroffen gebied, en met vertegenwoordigers van Unicef en UN-OCHA, Jan van de Moortele. Met maatschappelijke organisaties en bedrijven, die bij de hulpoperaties zijn betrokken, vindt op zaterdag een rondetafelgesprek plaats.

Nederland heeft voor de hulp aan Pakistan inmiddels 28 miljoen euro beschikbaar gesteld, waarvan 10 miljoen euro voor het zo snel mogelijk weer op gang krijgen van het onderwijs voor kinderen die slachtoffrer zijn geworden van de aardbeving. De overige 18 miljoen euro is besteed voor de inzet van het USAR-team en het militaire veldhospitaal, en aan voedselhulp, transport, tenten, dekens, medische zorg en coordinatie van de hulp via VN-organisaties en andere hulporganisaties die actief zijn in het gebied.