Gemeente Rotterdam

Vragenhalfuur
De heer A. Bonte (GroenLinks) heeft vragen gesteld over het heimelijke cameratoezicht op de gemeentelijke werkvloer. Met de Wet heimelijk cameratoezicht, die op 1 januari 2004 in werking trad, moeten vermoedens van niet-integer handelen van medewerkers worden uitgezocht. GroenLinks is van mening dat geheim cameratoezicht een inbreuk is op de privacy en slechts onder zeer strikte voorwaarden mag worden ingezet. Het raadslid wilde o.a. weten bij welke gemeentelijke diensten heimelijk cameratoezicht wordt toegepast. Wethouder Janssens bevestigde dat heimelijk cameratoezicht een inbreuk is op de privacy. We stelde hij dat een gerechtvaardigd vermoeden van niet-integer handelen altijd moet worden aangepakt. Het belang van de individuele medewerker gaat niet voor het belang van integer handelen. Heimelijk cameratoezicht mag slechts in een beperkte periode worden toegepast. Volgens de wethouder is niet bekend in welke gemeentelijke diensten heimelijk cameratoezicht wordt toegepast; diensten hebben daar eigen beleid voor. Het college wordt op de hoogte gesteld als er bijvoorbeeld disciplinaire maatregelen volgen.

De heer Smit (gelijknamige fractie) heeft vragen gesteld naar aanleiding van de verhoging van de reclamebelasting. Volgens het raadslid leidt de nieuwe berekening in de praktijk tot een enorme lastenverzwaring en is het slecht voor het ondernemersklimaat in Rotterdam. Ook wilde hij weten of de wethouder Financiën van mening is dat 2005 een overgangsjaar zou moeten zijn voor ondernemers. Wethouder Janssens gaf aan er niet van op de hoogte te zijn dat bij vele ondernemers sprake is van lastenverzwaring. De wethouder vond het niet nodig om een overgangsjaar in te stellen. Hij stelde dat lastenverzwaring in het algemeen altijd slecht is. De vraag is of er echt sprake is van majeure lastenverzwaring. De wethouder achtte het onwenselijk om de reclamebelasting af te schaffen.

Personalia
De gemeenteraad heeft de heer F. van der Hilst benoemd als tweede plaatsvervangende voorzitter van de gemeenteraad. De heer T.S.J. Cornelissen is benoemd tot de voorzitter van de commissie voor Cultuur en Sport.
Daarnaast is de heer A.S. Mosch benoemd als lid van de commissie voor Bestuur en Veiligheid en de heer H.M. Sonneveld als lid van de commissie voor Fysieke Infrastructuur en Verkeer.

Zes moties afgedaan
In de raadsvergadering zijn diverse moties afgedaan. Motie-Siemons (ingediend namens fractie Leefbaar Rotterdam) om een onderzoek te doen naar de resultaten van de Uitvoeringsorganisatie Sociale Zekerheid voor Overheid en Onderwijs (USZO) en deze te vergelijken met het Bureau Wachtgelders dat in 1996 is opgeheven. Het onderzoek is volgens het college niet nodig omdat de gemeente altijd al verantwoordelijk is geweest voor de reïntegratie van mensen die wachtgeld krijgen. Daarnaast wordt de verantwoordelijk voor de reïntegratie van WW-ers met ingang van volgend jaar van UWV/USZO overgedragen aan de gemeente.
Motie-Kaya e.a. (ingediend namens de fracties GroenLinks, PvdA, SP en Stadspartij) om te bevorderen dat het overleg met vakbonden over de nota Uitstroom ID-banen en de inzet van reïntegratieplaatsen wordt heropend en dat er een aangepast eindaanbod komt. Naar aanleiding van de motie is opnieuw met de vakbonden overlegd en is een akkoord gesloten over de ID-uitstroombeleid.
Motie-Silva (CDA) om het Hoeksekadetracé als hoogwaardige vervoersverbinding tussen de Noordrand en Alexander af te wijzen. Na een werkbezoek van de commissie voor Fysieke Infrastructuur en Verkeer is besloten om de verschillende tracés opnieuw te onderzoeken. Net als de Stadsregio geeft het college de voorkeur aan het Vaandragerbrugtracé. Het Hoeksekadetracé komt op de tweede plaats. De gemeenteraad heeft de bevoegdheid van de dagelijkse besturen van de deelgemeenten om gebieden aan te wijzen waar en op welk tijdstip parkeerbelasting wordt geheven - ingetrokken. De deelgemeenten riepen de raad op om niet akkoord te gaan. De PvdA, D66, GroenLinks, SP, Stadspartij, ChristenUnie-SGP en fractie-dos Santos stemden tegen het intrekken van de bevoegdheid. Volgens een aantal fracties moet het lokale parkeerbeleid een bevoegdheid van de deelgemeenten blijven, omdat het om maatwerk gaat. Met het intrekken van de bevoegdheid is de motie-Sonneveld e.a. (Leefbaar Rotterdam) afgedaan. In de motie werd ervoor gepleit om het parkeerbeleid in de stad onder de bevoegdheid van het centrale bestuur te brengen.
Motie-Harbers e.a. (VVD) om te bevorderen dat ruimhartig gebruik wordt genaakt van de uitzonderingsbepalingen voor het locatiebeleid voor verkooppunten van motorbrandstoffen. Van de 19 ongewenste brandstofverkooppunten zijn er nog 9 over. Vier brandstofverkooppunten zijn gesloten en drie zijn van de lijst ongewenst gehaald. Motie-Siemons e.a. (ingediend namens de fracties Leefbaar Rotterdam, VVD en CDA) waarin wordt opgeroepen om verkapte subsidies na de verzelfstandiging van kunstinstellingen tegen te gaan. De heer Siemons en een aantal leden van Leefbaar Rotterdam stemden tegen. Het college stelde vast dat er geen sprake is van verkapte subsidiering door de gemeente. Een onafhankelijke taxateur heeft de berekeningen van de huurprijzen gecontroleerd. Daarbij is o.a. bevestigd dat de berekende taxatiewaarden overeenkomen met de economische waarde.

Raad neemt principebesluit over statuten RET N.V. De gemeenteraad heeft ingestemd met het collegevoornemen om de statuten van de RET N.V. te wijzigen en de vennootschappen RET Infrastructuur en RET Materieel B.V. op te richten. Het Rotterdams vervoersbedrijf moet over een jaar verzelfstandigd zijn. Het nemen van een principebesluit houdt in dat de gemeenteraad wensen of bedenkingen mag uiten tegen een besluit dat het college nog moet nemen.

De gemeenteraad nam twee moties aan. Op de discussie over de hoogte en de verantwoording van het salaris van bestuurders van (semi-) instellingen volgde een motie (ChristenUnie-SGP) die unaniem werd aangenomen. Het college is gevraagd om een rapport op te stellen en voor te leggen aan de gemeenteraad, over de wijze waarop het bezoldigingsbeleid in het afgelopen boekjaar is uitgevoerd. Het rapport moet ook een overzicht geven van het bezoldigingsbeleid dat het komende boekjaar en de daaropvolgende jaren moet voorzien voor verzelfstandigde gemeentelijke diensten en deelnemingen. Een motie van D66, om ten minste 50% van de aandelen van de RET N.V. in bezit te houden van de gemeente Rotterdam, werd ook aangenomen. Tegen de motie stemden de VVD en het CDA.
Verschillende fracties hadden wensen en bedenkingen en wilden van het college weten hoe de statuten in de praktijk worden uitgevoerd. Er werden vragen gesteld over o.a. de wijze waarop de Nederlandse overheid aandeelhouder blijft, hoe de service naar de klanten wordt gewaarborgd en of rekening wordt gehouden met de medewerkers. GroenLinks sprak uit om bij de verzelfstandiging van gemeentelijke diensten het salaris van directieleden vast te stellen op maximaal het salaris van een wethouder. Deze motie haalde het net niet. Voor stemden de PvdA, GroenLinks, D66, ChristenUnie-SGP, SP, Stadspartij, fractie-dos Santos, fractie-Smit, fractie-Dorsman en fractie-Siemons.

De raad deed in september 2005 een uitspraak over het verzelfstandigen van het vervoersbedrijf. Drie van de zeven aangenomen moties zijn verwerkt in de statuten. De raad droeg het college toen onder meer op ervoor te zorgen dat het vervoersbedrijf in publieke handen blijft en dat de verzelfstandiging niet mag leiden tot exorbitante salarisverhogingen. De overige moties worden nog nader uitgewerkt. De verzelfstandiging van de RET moet op 1 januari 2007 zijn afgerond. Om dit tot een goed eind te brengen, zijn uitgangspunten opgesteld. Eén daarvan is dat de verzelfstandigde RET een maatschappelijke onderneming moet zijn waarbij de beslissende zeggenschap bij de gemeente als aandeelhouder blijft. De bestaande N.V. Holding RET wordt de RET N.V. waar alle activiteiten van het vervoersbedrijf worden ondergebracht. De benoeming van de directie en commissarissen en de arbeidsvoorwaarden worden door de gemeente vastgesteld. Naast de RET N.V. wordt een RET Infrastructuur B.V. opgericht voor het beheer van de infrastructuur als economisch eigendom. RET Materieel B.V. - voor het onderhoud en beheer van alle voertuigen wordt de tweede vennootschap.

Bestuursakkoord Mainport Rotterdam vastgesteld
Het bestuurlijk akkoord en de daarbij behorende uitwerkingsovereenkomsten voor de ontwikkeling van het project Mainport Rotterdam (PMR) is door de raad vastgesteld. Over het algemeen was waardering voor de ontwikkelingen van het PMR. GroenLinks en de SP stemden tegen. Het bestuursakkoord is een overeenkomst tussen de Staat der Nederlanden, de provincie Zuid-Holland, Stadsregio Rotterdam, het Havenbedrijf Rotterdam N.V. en de gemeente Rotterdam. Daarin staan afspraken over de ontwikkeling van de Tweede Maasvlakte. Ook ging de gemeenteraad akkoord met het voorstel dat het Rijk - als tegenprestatie voor de investering in de havenontwikkeling - 25% van de aandelen van het Havenbedrijf krijgt.

In het bestuursakkoord zijn afspraken gemaakt over de landaanwinning, over de ontwikkeling van bestaand Rotterdams (haven-) gebied en over de ontwikkeling van 750 hectare natuur- en recreatiegebied. Het akkoord was al gereed in de zomer 2004, maar de RDM-affaire leidde tot aanvullende onderzoeken.
De Tweede Kamer en de Provinciale Staten hebben al eerder ingestemd met het bestuursakkoord en de uitwerkingsovereenkomsten.

En verder heeft de raad..
het burgerinitiatief, voor het opstellen van een protocol om geluidsoverlast op het Schouwburgplein te voorkomen, in behandeling genomen. Het initiatief komt van de heren Rietbergen en Boon en mevrouw den Ouden;
het bestemmingsplan Blijdorp/Bergpolder vastgesteld; de tarieven voor het verblijf van woon- en bedrijfsschepen vastgesteld;
de subsidievaststelling Schoolbegeleiding 2004 vastgesteld; ingestemd met de oprichting van een Warmtebedrijf N.V. dat restwarmte uit industriële bronnen beschikbaar gaat stellen voor de warmtevoorziening van o.a. woningen, bedrijven en tuinbouwkassen. Het warmtebedrijf heeft onder meer als doel om de lokale luchtkwaliteit te verbeteren. Andere aandeelhouders zijn de gemeente Rotterdam, het Havenbedrijf Rotterdam, de provincie Zuid-Holland en stichting Woonbron.

Bron: Griffie, 09-12-2005

[s?rotterdam.Openbaar_60327.OTAP_RDM Content
ite_250003.Griffie_2050902.Nieuwsbericht_2050906.Raadsberichten_202949 2.Raadsberichten 2005_2051817.Raadsvergadering van_2084694]