MISVERSTANDEN OVER FLO
1. Brandweermensen werken 54 uur per week en hebben dus voor hun FLO
gespaard
De meeste beroeps bij de brandweer werken in aanwezigheidsdiensten van
24 uur. Hierdoor is een brandweerman 54 uur per week aanwezig op de
kazerne; van die 54 uur wordt maximaal 20 uur gewerkt. De overige uren
zijn waak- en slaapdiensten; tijdens de waak-en slaapdiensten hoeft er
alleen gewerkt te worden als er een uitruk is. In geval van een uitruk
tijdens de avond of de nacht werkt de brandweerman dus langer dan 20
uur per week; die extra uren worden gecompenseerd met een toelage voor
het werken in onregelmatige dienst (TOD). Een brandweerman is in
vergelijking met andere ambtenaren bij de gemeente dus langer op de
werkplek, maar hij heeft minder feitelijke werkuren. Doordat over de
uren dat er gewacht of geslapen wordt een lagere vergoeding wordt
toegekend heeft de brandweerman een salaris dat gebaseerd is op een
36-urige werkweek. Daarnaast is er vanwege de onregelmatige diensten
recht op een TOD.
Zowel de gemeente als de brandweerman hebben belang bij instandhouding
van de 24-uursdiensten. De gemeente omdat dit goedkoper is dan een
volcontinue-systeem, de brandweerman, omdat hij hierdoor beschikt over
veel vrije tijd. Voor de brandweer is het afschaffen van de
24-uursdiensten altijd onbespreekbaar geweest.
Over de beloning van de 24-uursdienst zijn de laatste jaren veel
misverstanden ontstaan. Het Europese Hof van Justitie heeft in 2003
bepaald dat de zogenaamde wacht- en slaapuren niet als rust mogen
worden gezien, en dus meetellen voor de maximale arbeidsduur. In de
pers is veelvuldig gemeld dat deze uitspraak betekent dat de wacht- en
slaapuren volledig beloond moeten worden. Dit heeft het Hof nooit
gezegd. Dat deze uitspraak niet over beloning gaat is in een recente
uitspraak nog eens expliciet door het Hof bevestigd.
2. Brandweermensen werken op bijstandsniveau
Nee. Het bijstandsniveau voor alleenstaanden is 575. Het
bijstandsniveau voor gehuwden of samenwonenden is 1150, ofwel 100% van
het wettelijk minimumloon. Brandweerpersoneel verdient meer dan het
minimumloon. In vrijwel alle korpsen krijgt een brandwacht betaald
volgens schaal 6 van de gemeentelijke loonschalen. Dat kan, inclusief
toelagen, uitkomen op zon 1500 netto per maand. Een brandwacht
verdient dus rond het modale inkomen . Brandweerlieden in opleiding
verdienen minder.
3. We moeten onze eigen FLO betalen
Werknemers die op dit moment meer dan twintig dienstjaren hebben,
kunnen op hun 55e stoppen met werken. Werknemers die op dit moment
minder dan twintig dienstjaren hebben, kunnen op hun 59e er uit. Dit
gebeurt door een combinatie van levensloopjaren en extra
pensioenjaren. De werknemer hoeft hier niet aan bij te dragen. Het
geld dat nodig is voor de levensloopjaren wordt volledig door de
werkgever betaald.
4. We moeten er na twintig jaar uit
Het uitvoerende werk bij de brandweer en ambulancedienst is in
bepaalde opzichten belastend werk.
Elke medewerker op de ambulance of in de uitruk van de brandweer, moet
er rekening mee houden dat hij op enig moment niet meer medisch
geschikt is voor dat werk. De werkgever en de werknemer moeten zich
daar samen op voorbereiden, door goede loopbaanplanning. Voor nieuw
personeel is er daarom voor gekozen om een ijkpunt te leggen bij
twintig dienstjaren. In principe gaat het nieuwe personeel na twintig
jaar iets anders doen. Dat kan binnen of buiten de
brandweer/ambulanceorganisatie. Maar als de werknemer en werkgever dat
persé willen, en de medewerker is psychisch en fysiek geschikt, dan
kan deze periode worden verlengd. In ieder geval moet via het
loopbaanbeleid worden voorkomen dat mensen voortijdig
arbeidsongeschikt worden.
Ook voor zittend personeel is loopbaanbeleid nodig, om te voorkomen
dat mensen voortijdig arbeidsongeschikt worden. Gemeenten doen echter
hun uiterste best om dat loopbaanbeleid zoveel mogelijk binnen de
brandweerorganisatie/ambulancedienst vorm te geven.
5. We gaan er straks op inkomen op achteruit
Nee, voor zittend personeel is er inkomensgarantie. Vinden ze een
tweede baan, dan houden ze minstens hun oude inkomen. Dat is inclusief
toelagen. Alleen voor nieuw personeel worden de toelagen na het vinden
van een tweede baan afgebouwd.
Vereniging Nederlandse Gemeenten