Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

CENTRAAL BUREAU VOOR DE RIJN- EN BINNENVAART

Rotterdam, 9 december 2005

CBRB blij met erkenning van het belang van de veerdiensten

10 miljoen Euro van V&W in een op te richten verenfonds. Pleidooi naar de provincies om in een dergelijk fonds actief te participeren.

Het besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat om 10 miljoen euro te bestemmen voor een Verenfonds om daarmee te bewerkstelligen dat veerdiensten hun belangrijke maatschappelijke functie uit kunnen blijven oefenen, wordt toegejuicht door het CBRB, ledengroep veerdiensten. Met dit besluit wordt de mogelijkheid geopend voor een noodzakelijke start van een vernieuwing en instandhouding van de verenvloot. Het CBRB roept de provincies op om te participeren in een dergelijk fonds en ervoor zorg te dragen dat er voldoende middelen beschikbaar komen om de veerdiensten op een kwalitatief hoog niveau in stand te houden. Het CBRB, ledengroep veerdiensten, treedt de komende tijd gaarne in overleg met het Ministerie van V&W en betrokken provincies om het op te richten verenfonds vorm en inhoud te geven.

Het CBRB heeft in 2004 het initiatief genomen om samen met collega-organisaties, de VEEON en de Vereniging van Voetveren, te komen tot een rapport over het maatschappelijk belang van de veerdiensten. Dit rapport "Hoe ver is de overkant" is uitgebracht onder verantwoordelijkheid van de Erasmus Universiteit. De onderzoekers concludeerden dat er jaarlijks 33 miljoen personen worden overgezet door de zgn. zoete veren, terwijl er via de Waddenveren op jaarbasis 4,7 miljoen personen worden vervoerd. Berekend is dat wanneer de zoete veerdiensten zouden worden opgedoekt, dat zal leiden tot 218 miljoen extra voertuigkilometers, met extra kosten ten bedrage van 243 miljoen euro. Er zijn in Nederland 196 veerdiensten, waarvan 100 dagelijks vervoeren. 40 % van de veerdiensten zijn in particulier eigendom, terwijl 60% in exploitatie en eigendom is bij rijk, provincies of gemeenten.

Noot voor de redactie (

Ingezonden persbericht