Aan

de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Binnenhof 4

2513 AA 's-GRAVENHAGE

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n)

9 december 2005 E/EM / 5722954


Onderwerp

Stroomstoring Haaksbergen


1. Inleiding

Hierbij informeren wij u over de stroomuitval in het weekend van 25 november te
Haaksbergen. Daarbij gaan we in op de ons nu bekende feiten inzake de toedracht en
achtergronden van de incidenten, alsmede de onafhankelijke onderzoeken hiernaar,
waartoe wij inmiddels opdracht hebben gegeven in lijn met de toezeggingen van de
Minister van Economische Zaken a.i. tijdens het vragenuurtje van dinsdag 29
november.

2. Wat is er gebeurd?

Op vrijdag 25 november 2005 werd het oosten en zuiden van Nederland getroffen
door extreme weersomstandigheden. Sneeuw, harde wind en zware regenval
hebben hier voor grote overlast gezorgd. Honderdduizenden mensen kwamen vast te
zitten op ondergesneeuwde en gladde (snel)wegen. Tot en met zaterdag 26 november
2005 lange files met op het hoogtepunt een totale lengte van 828 km. Ook het
onderliggend wegennet was verstopt.

Door dit slechte weer is op verschillende plaatsen in het land de stroom uitgevallen,
als gevolg van breuken in de hoogspanningskabels. De combinatie van harde wind,
kou en sneeuwval veroorzaakte ijsafzetting op hoogspanningskabels. Door het
gewicht daarvan en het zwiepen (het zogenaamde "lijndansen") zijn uiteindelijk
verschillende hoogspanningskabels gebroken.

De grootste problemen met betrekking tot de stroomuitval deden zich voor in
Haaksbergen en omgeving. Daar hebben ongeveer 40.000 mensen gemiddeld 30 uur
met pieken tot 50 uur lang zonder stroom gezeten als gevolg van kabelbreuk. Tevens
Bezoekadres Doorkiesnummer Telefax

Behandeld door

Hoofdkantoor

Bezuidenhoutseweg 30

Postbus 20101

2500 EC 's-

Gravenhage

Telefoon (070) 379 89

11

Telefax (070) 347 40 81

Email ezpost@minez.nl

Website www.minez.nl

Verzoeke bij beantwoording van deze brief ons kenmerk te vermelden
is het opmerkelijk dat men geruime tijd nodig had om de noodstroomvoorziening op
gang te brengen.

De communicatie tussen verschillende bestuurlijk betrokken partijen werd bemoeilijkt
door enerzijds uitval van mobiele zendmasten en anderzijds door congestie in het
mobiele netwerk. Operationele partijen hebben zonder problemen gebruik kunnen
maken van het verbindingennetwerk C2000.

3. Het evaluatie-onderzoek

De gebeurtenissen zoals hierboven kort geschetst geven alle reden voor een
diepgravende evaluatie, zodat we maximaal kunnen leren van deze ervaringen. Dit
onderzoek richt zich in essentie op de vragen die ook tijdens het debat met uw Kamer
op 29 november aan de orde zijn gesteld:

* Hoe heeft dit kunnen gebeuren?

* Waren de autoriteiten goed voorbereid?

* Waarom heeft het voor Haaksbergen zo lang geduurd om de verstoorde situatie
te herstellen?

* Welke invloed heeft de gedeeltelijke uitval van het mobiele netwerk gehad op de
afhandeling van de incidenten?

Het onderzoek richt zich enerzijds op het preventief elektriciteitsbeleid waarvoor de
Minister van Economische Zaken primair verantwoordelijk is. De uitvoering ligt in
handen van de toezichthouder op de elektriciteitsmarkt, de Directie Toezicht Energie
(DTe) van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Anderzijds richt het onderzoek
zich op aspecten van de crisisbeheersing waarvoor de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties primair verantwoordelijk is. Hij heeft de Inspectie
Openbare Orde en Veiligheid opdracht gegeven onderzoek naar de relevante
crisisbeheersingsaspecten waarbij het optreden van alle betrokken partners
meegenomen zal worden. Beide instanties zullen hierover binnen twee maanden
rapporteren.

1. Preventief elektriciteitsbeleid

Tijdens het vragenuurtje van 29 november heeft de Minister van Economische Zaken
a.i. de toezegging gedaan om de oorzaken, achtergronden en afhandeling van de
stroomstoring in Haaksbergen te onderzoeken. De DTe zal zich daarbij op de
volgende aspecten richten:

* Het N-minus-1 criterium. Dit criterium houdt in dat het net zodanig ontworpen is dat
het transport van elektriciteit verzekerd is, ook indien zich een enkelvoudige storing
voordoet. Het netontwerp in Haaksbergen voldoet aan dit criterium. Het onderzoek
richt zich in dit verband op de betekenis van het N-1 criterium voor de
leveringszekerheid in Nederland, en op mogelijke verbeteringen van het criterium.
* Uitlopers van het net. Het netontwerp in Nederland kent verschillende ringstructuren.
Dit biedt de mogelijkheid om bij onderbrekingen de stroomlevering snel te hervatten
2

door de stroom via de andere kant te leveren. Haaksbergen is aangesloten op een
uitloper ('los eind'). Dit geldt voor meerdere gemeenten in Nederland. Uit onderzoek
zal blijken voor welke gemeenten dit geldt en of het mogelijk is om in die gemeenten
de levering te herstellen door omleiding van de stroom via onderliggende netten.
* De '24 uurs-garantie'. Het onderzoek richt zich op de vraag of het wenselijk is om
een maximale storingsduur voor te schrijven van bijvoorbeeld 24 uur. Daarbij spelen
onder meer technische en economische aspecten een rol.
* Beheer en inzet van noodaggregaten. Er zal worden onderzocht wat de totale
capaciteit is van de noodaggregaten in ons land die door de netbeheerders kunnen
worden ingezet. Tevens wordt de besluitvorming bij Essent over de inzet van
noodaggregaten onderzocht

De netbeheerders hebben voor 1 december kwaliteitsplannen ingeleverd bij DTe.
Daarin geven zij aan op welke manier zij de door hen gewenste kwaliteit zullen
realiseren. In het kader van het toezicht door DTe zullen deze plannen kritisch worden
getoetst. Dit staat los van bovengenoemd onderzoek.

2. Crisisbeheersing

Voor wat betreft de crisisbeheersing zullen in de evaluatie in ieder geval de volgende
aspecten aan de orde komen.

* De gang van zaken rond het aanvragen en leveren van de tijdelijke
noodstroomvoorzieningen.

* De gevolgen van stroomuitval voor communicatie tussen betrokken private en
publieke partijen.

* Het functioneren van het gezag, mede in relatie tot het bedrijfsleven, en operationele
diensten.

Tenslotte is het van belang te memoreren dat de Onderzoeksraad voor de Veiligheid
(de OVV) zich aan het oriënteren is op het doen uitvoeren van onderzoek naar de
stroomstoring in Haaksbergen. Half december is duidelijk of dit het geval is en zo ja
op welke onderzoeksvragen de OVV zich gaat richten.

4. Tot slot

De gebeurtenissen onderstrepen het belang van een goede crisisbeheersing en een
adequaat crisisbesluitvormingsproces. Mede op basis van de thans beschikbare
bestuurlijke en operationele informatie constateren wij dat de besluitvorming tot het
aanvragen van noodstroomaggregaten door het bevoegd gezag veel tijd in beslag
heeft genomen en dat het leveren bemoeilijkt werd door bereikbaarheidsproblemen;
dat er lokaal wisselend is op- en afgeschaald tussen GRIP 2 en 3 (vorming
3

gemeentelijk beleidsteam); op provinciaal niveau niet is opgeschaald en dat - aldus de
provincie -de noodnetvoorzieningen niet zijn gebruikt.
De Minister van BZK hecht vanuit zijn coördinerende verantwoordelijkheid voor
goede crisisbeheersing groot belang aan snel lering te trekken uit de feiten.
Voorkomen moet worden dat in een toekomstige crisissituatie vergelijkbare
problemen zich voordoen. Vooruitlopend op de resultaten van de evaluatie zullen per
brief de commissarissen van de koningin en de burgemeesters opgeroepen worden de
rampen- en crisisbeheersingsplannen op genoemde aspecten door te lichten, de
plannen waar nodig aan te passen, en te testen/ oefenen of de afspraken ook
daadwerkelijk werken.

(w.g.) mr. L.J. Brinkhorst

Minister van Economische Zaken

(w.g.) J.W. Remkes

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
4