Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording kamervragen Van Bommel over de journalist Hrant Dink

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4
Den Haag Directie West- en Midden-Europa Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag

Datum9 december 2005BehandeldMary-Honor Kloeg

KenmerkDWM-973/05Telefoon070-3484080

Blad1/1Fax

Bijlage(n)1mary-honor.kloeg@minbuza.nl

BetreftBeantwoording vragen van het lid Van Bommel over de journalist Hrant Dink

Graag bied ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris voor Europese Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door Kamerlid Van Bommel (SP) over de journalist Hrant Dink. Deze vragen werden ingezonden op 16 november 2005 met kenmerk 2050603020.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over de journalist Hrant Dink.

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de zaak tegen journalist Hrint Dink van het in Istanboel verschijnende weekblad Agos?

Vraag 2
Deelt u de mening dat er sprake is van een inbreuk op de vrijheid van meningsuiting van journalisten in Turkije als de heer Dink wordt veroordeeld omwille van zijn artikelen en uitlatingen over de Armeense geschiedenis en de Armeense bevolkingsgroep in Turkije? Zo neen, waarom niet? Zo ja, deelt u de mening dat er bij de Turkse autoriteiten op moet worden aangedrongen te voorkomen dat journalisten vanwege hun werk veroordeeld worden?

Vraag 3
Deelt u de opvatting dat deze kwestie vergelijkbaar is met die van de Turkse schrijver Pamuk en daarom betrokken moet worden bij de onderhandelingen over toetreding van Turkije tot de Europese Unie? Indien neen, waarom niet?

Antwoord
Net als bij de zaak Pamuk gaat het bij de aanklacht tegen Hrant Dink om een interpretatie van de nieuwe strafwet die, volgens de EU-norm, niet in overeenstemming is met de vrijheid van meningsuiting. De Europese Commissie heeft haar zorg hierover al bij verschillende gelegenheden uitgesproken. In het laatste voortgangsrapport dat de Commissie op 9 november jl. uitbracht over Turkije is aangegeven dat de toepassing van artikel 301 van de Strafwet bezorgdheid oproept, omdat sommige rechters en aanklagers beslissingen nemen op basis van dit artikel die niet in overeenstemming zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Wanneer deze situatie niet verandert, is amendering van de wet nodig om de vrijheid van meningsuiting in Turkije te waarborgen. De Commissie en ook de Nederlandse regering zullen hier nauwlettend op toezien.

Vraag 4
Bent u bereid er bij de Turkse autoriteiten op aan te dringen te proberen te voorkomen dat de heer Dink wordt veroordeeld? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?

Antwoord
De Turkse regering kan niet treden in de rechtsgang. Uitspraken van de rechter behoren ook niet door de regering te worden beïnvloed. Wel is in de Reform Monitoring Group, waarin EU-hervormingen op ministerieel niveau worden besproken en die onder leiding staat van minister van Buitenlandse Zaken Gül, afgesproken dat de zaken onder artikel 301 nauwgezet zullen worden gevolgd. Mocht op termijn blijken dat de jurisprudentie niet in lijn is met wat de regering met het artikel voor ogen had, dan zal het artikel worden herzien. De Turkse regering heeft altijd aangegeven te willen moderniseren naar Europese maatstaven. Het feit dat de onderhandelingen met de EU zijn gestart is daarbij een belangrijke steun in de rug. Het is dan ook van belang dat zowel het hervormingsproces als de onderhandelingen een eerlijke kans krijgen. Duidelijk is dat het hervormingsproces nog lang niet is afgerond en dat ook de mentaliteit moet meegroeien met de hervormingen, zodat openlijk kan worden gediscussieerd over gevoelige zaken, waaronder de Armeense geschiedenis. De EU en ook de Nederlandse regering zullen er op toezien dat Turkije voldoende vorderingen maakt in dit proces en zullen daarbij de voortgang op het terrein van de mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting betrekken. Mocht Turkije daarbij ernstig ('persistent and serious breach') in gebreke blijven dan biedt het onderhandelingsmandaat de mogelijkheid de onderhandelingen op te schorten.


1) zie "Case of the Month October 2005 Hrant Dink" op de website www. Englishpen.org, oktober 2005