Contactpersoon
-
Datum
9 december 2005
Ons kenmerk
DGP/SPO/U.05.03073
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
1
Uw kenmerk
-
Onderwerp
Samenwerking en prestaties spoorsector
Geachte voorzitter,
Tijdens het Algemeen Overleg van 9 november 2005 heb ik u toegezegd
schriftelijk te reageren op de brief van de NS van 8 november 2005 (kenmerk
BD/AV/20005/Vaste Kamercie 081105). Ik zend u hierbij in afschrift mijn
reactie zoals ik die heb gestuurd aan de NS.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
mw drs M.H. Schultz van Haegen
Contactpersoon
Monique Nomen
Datum
9 december 2005
Ons kenmerk
DGP/SPO/U.05.02855
Doorkiesnummer
070 - 351 7158
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk
BD/AvdB/2005/Vaste Kamercie 081105
Onderwerp
samenwerking en prestaties spoorsector
Geachte heer Veenman,
Op 8 november 2005 schreef u mij een brief waarin u mij uitlegt dat een
aantal oorzaken van de tegenvallende prestaties van NS niet, of slechts
beperkt, in de invloedssfeer van NS ligt. In uw brief vraagt u mij
aanvullende maatregelen te treffen om deze oorzaken aan te pakken.
Hieronder geef ik eerst een algemene reactie. Daarna ga ik in op de diverse
onderwerpen die u in uw brief noemt. Tot slot kom ik tot conclusies.
Eerste algemene reactie
Ik moet u zeggen dat de inhoud en timing van uw brief mij enigszins
verbazen. In mijn beleving is het succes van de spoorsector gebaseerd op
een combinatie van samenwerking en eigen verantwoordelijkheid.
Met de Spoorwegwet en de Concessiewet is er een ordening waarin de
verantwoordelijkheid bij de spoorsector ligt. De vervoerconcessie en de
beheerconcessie ondersteunen die structuur. Het is aan partijen zelf om de
samenwerking onderling verder vorm te geven, om samen te optimaliseren
zodat de sector de reizigers een zo goed mogelijk product kan aanbieden. Ik
ben blij in uw brief te lezen dat NS op diverse punten haar
verantwoordelijkheid neemt en hard aan het werk is om haar prestaties te
verbeteren. Vanzelfsprekend ben ik bereid om maatregelen ter verbetering
van de prestaties van de spoorsector waar mogelijk te ondersteunen. Maar in
uw brief blijven samenwerking en de eigen verantwoordelijkheid van NS en
ProRail wat mij betreft onderbelicht.
De timing van uw brief (vlak vóór het Algemeen Overleg van 9 november jl.)
gaf mij onvoldoende voorbereiding om er in de Tweede Kamer op te reageren.
Ik heb tijdens het Algemeen Overleg toegezegd dat ik de Vaste
Kamercommissie schriftelijk zal informeren over mijn reactie op uw brief.
Budgetvrijheid ProRail voor prioritering
Volgens NS heeft ProRail slechts beperkte vrijheid in de inzet van de haar
toegekende middelen. Ik zie dat anders. ProRail is volledig vrij om in de
jaarlijkse subsidieaanvraag de prioriteiten daar te leggen waar volgens
ProRail, in overleg met NS en andere vervoerders sectorbreed, het beste is.
Als de minister ervan overtuigd is dat de reizigers op die manier het
meeste profijt hebben van elke euro die wordt besteed aan de
infrastructuur, verleent zij de subsidie. Vervolgens moet ProRail uitvoeren
wat in de subsidiebeschikking staat. Indien tijdens de uitvoering van de
subsidie blijkt dat andere prioriteiten noodzakelijk zijn, heeft ProRail de
vrijheid (binnen bepaalde grenzen) om de voorgenomen werkzaamheden daarop
aan te passen. ProRail moet dan wel een onderbouwing geven van deze
aanpassingen. Na afloop van het jaar moet ProRail transparant zijn over de
besteding van het budget en kunnen verantwoorden dat de subsidie rechtmatig
en doelmatig besteed is.
Bij dit alles heeft de Tweede Kamer natuurlijk het budgetrecht om te
bepalen hoeveel geld er naar ProRail gaat.
Punctualiteitsdoelstellingen in contracten ProRail
NS merkt op dat in het Beheerplan van ProRail geen
punctualiteitsindicatoren zijn opgenomen. Die constatering is op zich
juist. Maar op uitdrukkelijk verzoek van de Tweede Kamer verplichten de
beheerconcessie en de vervoerconcessie ProRail en NS afspraken te maken
over ieders maatregelen die tezamen gericht zijn op het gezamenlijk
bereiken van ten minste het in de rijksbegroting vermelde niveau van
punctualiteit (art. 20 beheerconcessie, resp. art. 26 vervoersconcessie).
ProRail is daarbij verantwoordelijk voor de infrastructuur. Die moet
betrouwbaar en beschikbaar zijn en daarvoor zijn doelstellingen opgenomen
in de beheerconcessie. NS is verantwoordelijk voor het rijden van treinen
om reizigers te vervoeren. Die treinen moeten op tijd rijden en daarvoor
zijn doelstellingen opgenomen in de vervoerconcessie.
NS vindt dat TAO's (trein aantastende onregelmatigheden) en EVB's (eenheden
van bedrijfshinder) niet genoeg rekening houden met klanthinder. Juist met
het oog op die klanthinder heb ik de sector verzocht gezamenlijk te komen
met een betere indicator. ProRail en NS hebben mij laten weten dat zij
samen werken aan de indicator klanthinder. Daarbij wordt nadrukkelijk de
relatie gelegd met de punctualiteitsdoelstelling. Er is wel degelijk ruimte
voor een gedifferentieerde aanpak van onderhoud waarbij gekeken kan worden
naar bijvoorbeeld treinintensiteit. Wat niet gebeurt, en wat ook niet een
zaak van ProRail is, is om op bepaalde trajecten een lager kwaliteitsniveau
(bijvoorbeeld punctualiteit) of een lagere functionaliteit (type vervoer,
snelheid) te hanteren. Dit is immers aan de vervoerder.
Overigens kan NS als gerechtigde haar zienswijze geven op het beheerplan.
ProRail zal in het beheerplan deugdelijk moeten onderbouwen waarom
eventueel van deze zienswijze is afgeweken. Ook via de toegangsovereenkomst
kan NS ProRail overtuigen andere indicatoren te gebruiken.
Procesversnelling bij afhandeling suïcide
NS verzoekt om te bewerkstelligen dat de afhandeling van dit proces wordt
versneld. Bij een suïcide staat wat mij betreft voorop dat deze heel
aangrijpend kan zijn voor de nabestaanden en voor de betrokken
personeelsleden van NS en ProRail. Daarom moeten we er uiterst zorgvuldig
mee omgaan. Maar ik realiseer me ook dat onnodige overlast en vertragingen
voor de reizigers onwenselijk zijn. Daarom heb ik met veel belangstelling
kennis genomen van de innovatieve pilot 'Weer 'n derden' (in het kader van
sporen zonder storen) van ProRail.
U schrijft al dat ik onlangs heb toegezegd dat ik de problematiek van de
afhandeling van suïcides bij de bewindslieden van Justitie aan de orde zal
stellen. Die toezegging zal ik uiteraard gestand doen. Ik zal de sector
informeren zodra er iets te melden valt.
Overigens is het in de huidige ordening zo dat ProRail over dit onderwerp
verzoeken kan doen aan de minister; het staat NS vrij om haar wensen en
bevindingen aan ProRail te melden.
Backupsysteem Verkeersleiding
NS verzoekt mij met klem het mogelijk te maken dat werkzaamheden van een
verkeersleidingspost van ProRail door een andere post overgenomen kan
worden. Zoals u weet heeft de minister naar aanleiding van een recente
storing op de verkeersleidingspost Utrecht aan ProRail gevraagd om te
onderzoeken welke verbeteringen er mogelijk zijn. De conclusies heb ik eind
oktober gekregen. Naar aanleiding daarvan zal ik ProRail één dezer dagen
opdracht geven om de nieuw geïdentificeerde maatregelen nader uit te werken
middels kosten-baten analyses. Eén van de nieuwe maatregelen die ProRail
zal onderzoeken is een backupsysteem zoals NS voorstelt. Zo'n systeem is
niet zonder meer haalbaar. Voor verkeersleiding op emplacementen en
stations is locale kennis van de infrastructuur nodig. Dat betekent dat
locale verkeersleiders overgebracht moeten worden naar een nieuwe
verkeersleidingspost in geval van een storing en dat duurt vaak langer dan
de storing zelf. ProRail onderzoekt alternatieven hiervoor (in het kader
van sporen zonder storen).
Treinverkeer mag geen verdere hinder ondervinden van 'normenkader veilig
werken'
NS vraagt mij bij ProRail aan te dringen op versnelling van innovatieve
maatregelen om te voorkomen dat het 'normenkader veilig werken' leidt tot
verslechteringen voor de reizigers zoals meer uitval van treinen.
Volgens mij zijn alle partijen overtuigd van de noodzaak van
onderhoudswerkzaamheden. En alle partijen vinden de veiligheid van degenen
die die werkzaamheden uitvoeren heel belangrijk. Daaraan kunnen en willen
we geen concessies doen. Het is in de eerste plaats aan de sector een goede
balans te vinden tussen de veiligheid van de baanwerkers, de hinder die
klanten van de werkzaamheden ondervinden, en wat de werkzaamheden de
overheid (dus de belastingbetaler) kosten. Over deze ingewikkelde afweging
heeft de sector op 9 juni jl. met de minister van VenW en de
staatssecretaris van SZW gesproken. Naar aanleiding van dit overleg stelt
de sector een stappenplan op dat binnenkort aan de minister wordt
voorgelegd. Ik neem aan dat in dat stappenplan concrete stappen zullen
staan om innovaties door te voeren en dat het stappenplan past binnen de
begroting en binnen de doelen van de Kadernota railveiligheid.
De intensivering van de onderhoudswerkzaamheden kan leiden tot een 'dip' in
de punctualiteitscijfers. Dit neemt niet weg dat steeds is aangegeven dat
de inspanningen (van ProRail, NS én goederenvervoerders) erop gericht zijn
om eind 2007 op de in de begroting aangegeven punctualiteitswaarden (87-
89%) uit te komen. Hierbij is het tijdelijke effect van de 'dip' al
meegenomen. Ik neem aan dat het stappenplan van de sector zal ingaan op het
bereiken van de waarde uit de begroting.
Overigens geldt ook hier dat NS als gerechtigde haar zienswijze kan geven
op het beheerplan en via de toegangsovereenkomst ProRail kan overtuigen
andere methoden te gebruiken.
Sturen op gebruik nachtgat
Onderhoudswerk is noodzakelijk en onderhoudswerk moet veilig worden
uitgevoerd.
Er moet dus voldoende tijd en capaciteit voor onderhoud beschikbaar zijn.
Daarvoor zijn diverse onderhoudsroosters gecreëerd. Op dit moment zijn dat
het Onderhoudsrooster kernnet, Onderhoudsrooster Hindervrij,
Onderhoudsplannen emplacementen en schouwroosters. Het is de bedoeling om
eind 2007 daadwerkelijk een volledig dekkend onderhoudsrooster voor alle
verschillende onderhoudsklussen te hebben.
NS verzoekt de minister ProRail zowel budgettair als in haar rol als
capaciteitsverdeler in staat te stellen gebruik te maken van de
mogelijkheden om 's nachts onderhoud te plegen. Ik wijs u er op dat als
ProRail extra prioriteit zou geven aan onderhoud in de nacht, andere
activiteiten aan het spoor minder prioriteit zullen moeten krijgen. Maar in
het kader van de gebruiksvergoeding kan NS zelf ook (financiële) afspraken
maken met ProRail om ProRail in staat te stellen tot meer onderhoud in de
nacht.
Introduceren 'black days'
NS vraagt om bij grote verstoringen (bijvoorbeeld tijdens Sail 2005) deze
verstoring niet mee te nemen in de finale punctualiteitsmetingen en voor
die dagen een andere prestatie-indicator te ontwikkelen (bijvoorbeeld 'het
zo snel mogelijk weer vervoeren'). Deze suggestie had NS al opgenomen in
het vervoerplan van 31 oktober jl. Ik ben dat plan aan het beoordelen en
zal er zo snel mogelijk op reageren. Daarbij zal ik ook ingaan op uw
suggestie. Overigens ben ik nog in afwachting van het nadere onderzoek naar
de verklaring voor de achterblijvende prestaties van NS. Dit onderzoek kan
meer inzicht bieden in de vraag of er echt zoveel rampdagen zijn geweest en
of de sector zich niet beter op zulke dagen kan voorbereiden.
Operationele samenwerking
NS suggereert één gezamenlijke 'brandweerorganisatie' voor de besturing van
het reizigersproces (samenvoegen NS Reizigers Transportbesturing en ProRail
Verkeersleiding). Ik vind samenwerking in de sector heel belangrijk, dus
dit zou een goede suggestie kunnen zijn. Mijn suggestie aan u is dat het in
de eerste plaats aan de sector is om hiertoe initiatieven te nemen. Zodra
de sector mij gezamenlijk en onderbouwd aangeeft dat een gezamenlijke
'brandweerorganisatie' nodig is, zal ik mij hierover een oordeel vormen.
Conclusie
NS vraagt de minister en mij om in te grijpen in afwegingen die op grond
van aansturingssystematiek van de spoorsector niet door ons maar door
ProRail gemaakt moeten worden. De systematiek is er immers op gericht om de
sector zelf te laten optimaliseren en voorstellen te laten doen voor
prioritering. NS kan bij ProRail aandringen op die zaken die NS nodig
vindt. Het is vervolgens aan ProRail om een afweging te maken tussen de
belangen en argumenten van NS, en andere belangen (zoals de belangen van
andere personenvervoerders, van goederenvervoerders en van onderhoud). De
minister toetst of ProRail de zienswijzen van de gerechtigden in het
beheerplan weergeeft en of ProRail, voorzover het plan afwijkt van die
zienswijzen, een deugdelijke motivering van die afwijking geeft.
Zoals ik tijdens het Algemeen Overleg van 9 november jl. heb toegezegd, zal
ik een afschrift van deze brief aan de Tweede Kamer aanbieden. Ik zal ook
de heer Klerk als voorzitter van de Raad van Bestuur van ProRail een
afschrift sturen.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT
mw drs M.H. Schultz van Haegen
Ministerie van Verkeer en Waterstaat