Ministerie van Algemene Zaken


1red16265
09-12-2005, NOS, Gesprek met de minister-president, N.3, 22.48 uur

GESPREK MET MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE NA DE MINISTERRAAD OVER HET

KOOPKRACHTCOMPROMIS

WITTEMAN:
Er heeft hier de hele week en vandaag ook nog een soort crisissfeer gehangen over 35 euro. Daar werd ook schamper over gesproken. Hoe kan dat? Hoe kan een premier een crisis laten ontstaan over zo'n bedrag?


BALKENENDE:
35 Euro. Het totaalbedrag, als je alles bij elkaar optelt, gaat het echt over miljoenen. Dan praat je over 250 of 350 miljoen.

WITTEMAN:
Op een meevaller van 1 miljard.


BALKENENDE:
Ja, maar het is toch een groter bedrag. Er waren duidelijk verschillende posities. Vanuit het kabinet werd gezegd: Er is eigenlijk geen reden om over te gaan tot compensatie. En waarom? Omdat het koopkrachtbeeld in december nog beter eruit zag dan in september. In de Tweede Kamer lag die discussie anders. Het heeft enige tijd geduurd, maar vandaag is de zaak opgelost.

WITTEMAN:
Hoe heeft er zo'n crisissfeer kunnen ontstaan een week lang en vandaag dan in het bijzonder?


BALKENENDE:
We moeten oppassen voor een crisissfeer. Er waren duidelijk verschillende opvattingen. Dat bleek vorige week al. Dat is ook gebleken bij het algemeen overleg dat dinsdagavond plaatsvond. En dat hing gewoon samen met de verschillen van opvatting.

WITTEMAN:
Waarom kan er plotseling op dit punt zo'n crisis ontstaan? Er werd vanavond gezegd: Dat heeft ook te maken met de ego's van de hoofdrolspelers.


BALKENENDE:
Daar moet je een beetje oppassen. In september speelde de vraag van de zorg over de hoge olieprijzen. En die was toen nog 65 dollar. En toen werd gezegd: Het koopkrachtbeeld is niet slechter volgend jaar, maar als dat nou eens wordt weggespoeld? Wat doe je dan? En toen hebben wij als kabinet gezegd: Je moet het in totaliteit zien. Wij vinden dat er niet direct reden was om over te gaan tot volledige compensatie voor iedereen. Je kiest dan voor bepaalde groepen, de meest kwetsbare groepen. Het is veel beter om dat te doen. Da hebben we dus ook vandaag besloten. En vervolgens ontstaat dan wel het hele beeld van crisis en ego's. We moeten oppassen voor te grote woorden. Er waren gewoon duidelijke verschillen van opvatting. En soms als je dan in een wereld zit waarin je niet voortdurend Torentjesoverleg hebt, als je een wereld hebt van dualisme met een zekere afstand tussen regering en de partijen in de Tweede Kamer, dan kan dit zich een keer afspelen.

WITTEMAN:
Er zijn ook mensen met een beetje parlementair geheugen en die kunnen zich herinneren dat u destijds toen u nog financieel woordvoerder was van het CDA, dat u tegen minister Zalm zei: Je zou eens wat beter de hand op de knip moeten houden. En toen heeft hij revanche genomen en heeft hij gezegd: Kijk, nou doe ik dat en dan moet je me ook steunen. Is het zo gegaan?


BALKENENDE:
Het is aardig dat u refereert aan de tijd dat ik nog in de Kamer zat. Dat was overigens wel een wat andere tijd. Dat was de tijd van een enorm begrotingsoverschot met een economie die geweldig goed draaide. We hebben nu te maken met een financieringstekort. Dus je kunt niet alles zo maar vergelijken. Het is wel zo dat je, zeker nu het goed gaat, goed op moet letten van wat is wel en niet nodig.

WITTEMAN:
Zalm heeft overigens ook deze week aan gerefereerd. Hij heeft gezegd: Die tijden dat er werd gezegd "Er wordt maar wat uitgegeven bij Financiën" die zijn voorbij. En dat zullen ze weten ook.


BALKENENDE:
Tegelijkertijd moet je ook rekening houden met de gevoelens die bestaan. En daarom ben ik blij met het besluit dat we vanavond als kabinet hebben genomen.

WITTEMAN:
Wat bedoelt u met: de gevoelens die bestaan?


BALKENENDE:
De gevoelens, die in de Tweede Kamer in het debat van: er moet nog meer bij de koopkracht gedaan worden. Natuurlijk is het zo dat het mooi is om te zeggen van: Ach, er kan nog wat meer bij, nog eens 35 euro. Ik vind het terecht dat als een kabinet zegt: Volgens ons is het niet direct nodig om over te gaan tot compensatie voor iedereen. Maar als je nu rekening wilt houden met koopkrachtontwikkeling, kies dan voor die groepen die het het meest nodig hebben. En dat hebben we gedaan.

WITTEMAN:
Zalm zou deze week tegen u gezegd hebben: Je moet het onaanvaardbaar uitspreken over dat idee van Verhagen om die energieprijzen op deze wijze te compenseren. Klopt dat?


BALKENENDE:
Nee. Ik ga niet in op de vraag wat er onderling wordt gewisseld.

WITTEMAN:
Dat is toch wel belangrijk, om te weten of mensen in het kabinet daarover ruziën of niet.


BALKENENDE:
Een goede regel in dit land is dat het kabinet met één mond spreekt. En natuurlijk is het zo dat je rekening moet houden met alle opvattingen in het kabinet. Wat vandaag besloten is, is de vrucht van gemeenschappelijk overleg.

WITTEMAN:
Er was toch ruzie?


BALKENENDE:
Maar de vraag is: kom je eruit of niet? Dan is vooral zaak om oog te hebben voor de verschillende opvattingen die bestaan. Maar uiteindelijk moet je ook voorkomen dat je in situaties terechtkomt dat je een onaanvaardbaar moet gaan uitspreken. En dat is ook mijn inzet geweest, ook de afgelopen dagen en vandaag, om juist er met elkaar uit te komen.

WITTEMAN:
Kamerlid Bakker van D66 zei: Het was ook wel keihard van Zalm en De Geus om meteen toen er om werd gevraagd in de Kamer te zeggen: 'Het gaat als iets beter met Nederland, de koopkracht trekt aan, we doen het niet. Punt' Een te harde houding van het kabinet. Vindt u dat ook achteraf?


BALKENENDE:
Niet te hard. Ik kan me voorstelen dat leden van de Tweede Kamer zeggen dat ze het wat anders zien. Dat is hun goed recht. Dat past ook in een wereld van dualisme. Tegelijkertijd mag je ook van een kabinet consistentie verwachten. En we hebben in september duidelijk aangegeven wat we zouden gaan doen. En toen hebben we ook gezegd: Pas nu op dat je alleen maar spreekt over het compenseren van een hogere olieprijs. Dat mag niet, dat hebben we internationaal afgesproken dat we dat niet zouden doen. En het is ook niet eerlijk, want je moet kijken naar het totale inkomensplaatje. Die consistentie heeft het kabinet in acht genomen en uiteindelijk is het dan ook goed om tegen elkaar te zeggen: Als je wat extra's doet, doe het dan voor degenen die het echt nodig hebben.

WITTEMAN:
Het frappante was natuurlijk niet dat de oppositie vroeg om niets en dat u 'nee' zei. Et frappante was dat de leider van de CDA-fractie in ruzie kwam met het kabinet. Daar houd je toch niet van als je een kabinet leidt? Dan denk je: Weet je wat, ik ga de regie overnemen. Zet die mensen bij elkaar en ophouden met dat gedonder.


BALKENENDE:
Het is aardig als een journalist gaat zeggen: 'daar houd je toch niet van als er zoiets ontstaat.'

WITTEMAN:
U houdt niet van ruzies. Voor politieke partijen is dat ook nooit goed.


BALKENENDE:
Dat klopt. Als je vindt dat alles gesloten zou moeten zijn in Den Haag, dat betekent dat je dan alles van te voren moet gaan regelen. Wat we nu hebben gedaan, is erkennen hoe de posities in de Tweede Kamer. Tegelijkertijd mag je van een kabinet ook verwachten dat die wanneer die in september iets zegt, dat je dan in december ook dezelfde benadering hebt. Dat hebben we ook gedaan. En dan kan het op een gegeven moment leiden tot wel eens een keer een ander inzicht, maar uiteindelijk vandaag zijn we toch weer een stukje verder gekomen. Het resultaat telt.

WITTEMAN:
Wel een 'mager resultaat' zei meneer Bakker. Om te beginnen heeft Zalm veel minder geld hoeven weg te geven dan waarom was gevraagd. Maar Bakker zei er meteen bij dat het hem geen crisis waard is. Heeft u dat idee steeds gehad van: Het gaat wel moeizaam deze discussie, maar een crisis zal het niet worden?


BALKENENDE:
Wij zijn natuurlijk niet gebaat met een crisis.

WITTEMAN:
Bent u er bang voor geweest dat het zo ver zou komen?


BALKENENDE:
Nee, ik geloof dat de oprechte wens van partijen was om er toch met elkaar uit te komen, wetend dat het niet gemakkelijk zal zijn omdat de verschillen nogal groot waren in opvatting.

WITTEMAN:
Heet u even gedacht: Daar gaat mijn kabinet?


BALKENENDE:
Nee. Dat heb ik niet gehad. Ik wist dat er verschillende opvattingen waren. Uiteindelijk is het ook mogelijk gebleken om met oplossingen te komen die in ieder geval antwoord geven op een aantal vragen die naar voren zijn gekomen. Ik weet heel goed dat de heer Bakker zegt: Het is misschien wat mager, iedereen had misschien wel meer gewild in de Kamer. Dat zou kunnen. Maar de vraag is ook of het terecht is. Moet je nu in een tijd dat de economie beter gaat, dat de inkomensontwikkeling duidelijk beter uitziet dan de afgelopen jaren, moet je dat dan doen? Dan vind ik dat een kabinet dan ook mag zeggen: Wij vinden dat in die vorm niet nodig. Laten we dan kiezen voor iets dat wel beter is.

WITTEMAN:
Als je echt consequent was geweest, dan had u gezegd: We vinden het niet nodig. Punt.


BALKENENDE:
Is het zo erg om je ogen te sluiten voor een debat in de Kamer? Is het erg om je ogen te sluiten juist voor de belangen van de kwetsbare groepen?

WITTEMAN:
Nooit, tenzij je zegt: Ik wil consequent zijn en ik wil doen wat ik toen ook al zei.


BALKENENDE:
Maar ik vind ook dat wij consequent zijn geweest. We hebben aangegeven dat j niet een afzonderlijke compensatie moet krijgen voor alleen de energierekening of de olieprijs. Het gaat om het totaalplaatje. Daarin zijn we consistent geweest. En tegelijkertijd ook wel werken aan een oplossing. En dan is het ook mijn taak om te kijken of dat ook kan. En dat is ook gelukt.

WITTEMAN:
Wie gaan ervan profiteren en hoeveel krijgen ze?


BALKENENDE:
Het zijn eigenlijk twee groepen die gaan profiteren. De eerste groep zijn degenen die een lage inkomenspositie hebben, degenen die zijn aangewezen op bijzondere bijstand. We gaan nu via de bijzondere bijstand de kwetsbare groepen ondersteunen. De gemeenten moeten dat gaan uitvoeren.

WITTEMAN:
De mensen die een hoge energierekening hebben en niet meer rondkomen, die kunnen naar de gemeente en die kunnen dan zeggen: Ze hebben net afgesproken dat er meer geld komt, geef mij daar wat van. Is dat zo?


BALKENENDE:
Gemeenten hebben de mogelijkheid om mensen te ondersteunen. Dat zal maatwerk zijn. Dat betekent goede informatie geven. Mensen weten zo dat er ruimere mogelijkheden voor gemeenten komen om recht te doen aan de financiële positie. Het tweede dat we doen, dat is oog hebben voor de positie van gezinnen met kinderen, de kinderkorting. En via die weg zullen faciliteiten worden geboden aan deze gezinnen.

WITTEMAN:
En wie krijgt dat?


BALKENENDE:
Degene die belasting betaalt.

WITTEMAN:
Dat zijn niet de allerlaagste inkomens.


BALKENENDE:
Nee, de allerlaagste inkomens gaan via de bijzondere bijstand er op vooruit. Dus dan kom je bij de groep met bovenmodaal, anderhalf modaal die rechtstreeks op de kinderkorting die faciliteiten kunnen gaan gebruiken. Wij vinden dat eerlijk gezegd een goede combinatie. Mensen aan de onderkant van het inkomensgebouw, die hebben een gerichte maatregel via de gemeenten, en de positie van gezinnen met kinderen.

WITTEMAN:
En enig idee wat dat voor een gezin met kinderen oplevert?


BALKENENDE:
Als we denken aan de positie van gezinnen met kinderen, dan kun je denken aan een getal van ruim 30 euro.

WITTEMAN:
Dat komt er dan bij op jaarbasis?


BALKENENDE:
Ja.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, GB)