VNG - Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Persbericht

Gemeentelijke werkgever doet laatste stap

Naar aanleiding van het op 6 december gesloten CAO-akkoord over het Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) voert een deel van de gemeentelijke brandweer wilde acties. Door deze acties komt de openbare orde in gevaar. Binnen de brandweerorganisaties blijken er grote zorgen te zijn over de toekomst van het zittend personeel met minder dan twintig dienstjaren. Deze zorgen zijn deels gebaseerd op misverstanden over de afspraken. Deels blijkt ook dat bepaalde aspecten van het nieuwe loopbaanbeleid op grote weerstand stuiten. Door voorlichting wordt onduidelijkheid over het nieuwe stelsel weggenomen. Daarnaast doet de gemeentelijke werkgever op dringend verzoek van de bonden een laatste concessie aan het brandweerpersoneel. Deze laatste stap doen werkgevers slechts onder voorwaarde dat de acties per direct worden beëindigd.

Inhoud aanvullende afspraak
In de CAO van 6 december is afgesproken dat nieuw loopbaanbeleid wordt uitgewerkt voor mensen die werken in bezwarende functies. Dit loopbaanbeleid geldt volgens het akkoord voor het nog aan te trekken personeel en voor het zittend personeel met minder dan 20 dienstjaren. Gelet op de verwachtingen van het personeel dat al in dienst is, constateren partijen dat dit laatste niet op alle onderdelen reëel is.

Partijen hebben daarom voor het personeel met minder dan twintig dienstjaren afgesproken dat zij, zolang als medisch verantwoord is, in hun brandweer- of ambulancefunctie kunnen blijven werken, ook langer dan twintig jaar. Dit tenzij werkgever en werknemer in het kader van het loopbaanplan hierover andere afspraken maken. Het in de CAO van 6 december opgenomen uitgangspunt dat mensen slechts twintig jaar in de bezwarende functie werkzaam zijn, is dus niet van toepassing op deze groep personeel.

Het nieuwe loopbaanbeleid blijft van toepassing. Dit is noodzakelijk om voortijdige uitval door arbeidsongeschiktheid te voorkomen. Er moet tijdig een loopbaanplan worden opgesteld. In dit loopbaanplan worden afspraken gemaakt over opleiding en begeleiding naar een aangepaste functie-invulling of een andere functie voor het moment dat de bezwarende functie om gezondheidsredenen niet langer uitgevoerd kan worden.

Den Haag, 11 december 2005