Aan

de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Binnenhof 4

2513 AA 's-GRAVENHAGE

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n)

12 december 2005 OI/ID/5063504 1


Onderwerp

Jaarrapportage compensatiebeleid 2004


Bezoekadres Doorkiesnummer Telefax

Bezuidenhoutseweg 20 070-3797128 070-3797318

Behandeld door

P.Taal

Hoofdkantoor

Bezuidenhoutseweg 30

Postbus 20101

2500 EC 's-Gravenhage

Telefoon (070) 379 89 11

Telefax (070) 347 40 81

Email ezpost@minez.nl

Website www.minez.nl Verzoeke bij beantwoording van deze brief ons kenmerk te vermelden


Met genoegen bied ik u hierbij de rapportage over de resultaten van het
compensatiebeleid over 2004 aan. De rapportage sluit aan bij de rapportage over 2002 en
2003 die op 16 juli 2004 aan de Kamer is verstuurd (O/B/MP/4039503).
In de rapportage geef ik eerst aan welke wijzigingen zijn doorgevoerd in het
Compensatiebeleid naar aanleiding van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek
"Verwerving van materieel voor de Nederlandse Krijgsmacht" Daarna komen de
resultaten van het compensatiebeleid over 2004 aan de orde.
(w.g.) mevr. ir. C.E.G. van Gennip MBA

Staatssecretaris van Economische Zaken

2

Bijlage bij brief OI/ID/5063504

Jaarrapportage compensatiebeleid 2004

In 2004 doorgevoerde wijzigingen Compensatiebeleid

Onderdeel van mijn vorige rapportage was het kabinetsstandpunt op het
Interdepartementale Beleidsonderzoek "Verwerving van materieel voor de Nederlandse
krijgsmacht" (IBO-DNK) voorzover het ging om de uitwerking van de operationele
aanbevelingen voor het compensatiebeleid. In een Algemeen Overleg op 27 oktober
2004 heeft u, met enige kantekeningen, dit standpunt ondersteund. De volgende
wijzigingen in de uitvoering van het compensatiebeleid zijn uit het IBO voortgekomen:
1. Het Compensatie-instrument is beter gericht op defensiegerelateerde activiteiten.
Het aandeel van de defensiegerelateerde activiteiten in alle gerealiseerde
compensatie is nu ca 40%. Door het toepassen van multipliers bij het berekenen
van de "compensatiecredits" (dit is de mate waarin een opdracht meetelt bij het
invullen van de compensatieverplichting) wordt het voor buitenlandse bedrijven
aantrekkelijker om defensieopdrachten in Nederland te plaatsen. Aan de
mogelijkheid om compensatie via defensiegerelateerde opdrachten te
bewerkstelligen zit een grens omdat compensatie betrekking heeft op aankopen
"van de plank". Vaak is sprake van relaties tussen de systeembouwer en niet-
Nederlandse toeleveranciers die reeds in de ontwikkelfase zijn ingeschakeld.
Inzetten van Nederlandse leveranciers is lang niet altijd economisch haalbaar. Als
maximale ambitie moet geschat worden op 50%.

2. De economische baten van compensatieactiviteiten buiten de defensie- gerelateerde
industrie worden verhoogd door meer kennisoverdracht en investeringen te
stimuleren in plaats van inkoop van (civiele) producten.
3. De minimale opdrachtwaarde voor het eisen van compensatie is verhoogd van ¤
2,5 mln naar ¤ 5 mln omdat de kosten/baten verhouding bij de kleinste
overeenkomsten minder gunstig is.

4. De transparantie bij de uitvoering door informatieverschaffing aan Defensie en de
Kamer is verbeterd.

Daarnaast is in de Industriebrief aangegeven dat specifieke initiatieven zullen worden
genomen om jaarlijks minimaal ¤ 10 mln van de compensatie-invulling ten goede te laten
komen aan jonge en innovatieve bedrijven. Dit heeft de vorm gekregen van individuele
'marketing & sales support' voor bedrijven op de Noord Amerikaanse markt en de
mogelijkheid om compensatieverplichtingen in te vullen door het beschikbaar stellen van
Venture Capital.

Deze verbeteringen zijn inmiddels doorgevoerd in de richtlijnen die als uitgangspunt
dienen voor het afsluiten van compensatieovereenkomsten en de projecten die geïnitieerd
worden voor de invulling van de verplichtingen. Omdat nieuwe activiteiten een
aanloopfase kennen en pas als compensatie geclaimd kunnen worden als ze gerealiseerd
3

zijn, worden de eerste resultaten van de vernieuwing dus pas zichtbaar na het
rapportagejaar 2004.

Om de verbetering van de transparantie inhoud te geven wordt in het openbare deel van
deze rapportage al wel aangegeven wat het percentage compensatie was dat met
defensiegerelateerde activiteiten is gerealiseerd en wordt aangegeven wat het effect in de
gerealiseerde compensatie was van het toepassen van multipliers (bij tabel 3). In het
vertrouwelijke deel van de rapportage is meer aandacht besteed aan concrete voorbeelden
waarmee de compensatie in 2004 is ingevuld.

In de volgende rapportage zal meer inzicht worden gegeven in de verdeling tussen de
verschillende categorieën activiteiten waarmee compensatie wordt ingevuld. Hiermee
zullen we beginnen in de rapportage over 2005. Deze categorieën zijn:
Directe compensatie:

* Opdrachten voor ontwikkeling of productie van de aan Nederland geleverde of
verwante systemen.

Indirecte compensatie:

* Opdrachten voor ontwikkeling of productie van andere defensie-systemen;
* Opdrachten voor civiele industriële producten en technische dienstverlening binnen
de afgesproken voorwaarden;

* Opdrachten voor R&D;

* Overdracht van kennis en technologie aan Nederlandse bedrijven;
* Beschikbaar stellen van venture capital in Nederland;
* Opdrachten bij Nederlandse bedrijven door derden die voortkomen uit de
inspanningen van compensatieplichtige bedrijven (marketing & sales support);
* Investering in vestiging of uitbreiding van dochterbedrijven in Nederland;
* Wederzijds wegstrepen van compensatieverplichtingen met andere landen (uitruil).
4

Resultaten van het compensatie beleid over 2004

Tabel 1 geeft aan wat de wijzigingen in de lopende overeenkomsten zijn ten opzichte van
de vorige rapportage. Hieruit blijkt dat in 2004 14 overeenkomsten met een totale
compensatieverplichting van ¤ 499,2 mln volledig zijn ingevuld en afgedaan. In dezelfde
periode zijn eveneens 14 nieuwe overeenkomsten afgesloten met een
compensatieverplichting van ¤ 949,4 mln en is door wijziging van de opdrachtwaarden
bij een aantal lopende overeenkomsten de verplichting gestegen met ¤ 38,1 mln.
Tabel1: aansluiting huidige met vorige rapportage

Aantal

ovk.

Opdrachtwaarde Compensatieverplichting

90

Totaal lopende compensatie-

overeenkomsten per 31 december 2003

3.290,1 3.625,3

14

Nieuwe overeenkomsten 2004

Wijzigingen op bestaande overeenomsten

949,4

31,0

949,4

38,1

14 Afgedane overeenkomsten 2004 -/- 508,7 -/- 499,2

90

Totaal lopende compensatieovereenkomsten

per 31 december 2004

3.761,8 4.113,6

bedragen in miljoenen ¤

In tabel 2 is de totaalstand aangegeven van alle compensatieovereenkomsten die voor 31
december 2004 zijn gesloten. Omdat compensatieovereenkomsten in de regel een looptijd
hebben van 5 tot 10 jaar is er altijd een 'voorraad' overeenkomsten die ten del zijn
ingevuld. Per 31 december 2004 zijn dat er 90. Van de oorspronkelijk overeengekomen
compensatieverplichtingen onder deze 90 overeenkomsten van ruim ¤ 4,1 miljard is
inmiddels bijna ¤ 2,1 miljard ingevuld. De nog openstaande verplichting van ¤ 2,0
miljard zal de komende jaren door compensatieactiviteiten worden ingevuld. Door het
afsluiten van nieuwe compensatieovereenkomsten bij opdrachten van het Ministerie van
Defensie zal de verplichting weer stijgen.

Tabel 2: lopende compensatieovereenkomsten per 31 december 2004
aantal lopende compensatieovereenkomsten 90

opdrachtwaarde aanschaffingen 3.761,8

beginstand compensatieverplichtingen 4.113,6

gerealiseerde compensatie per 31 december 2004 2.070,8
stand nog in te vullen verplichtingen per 31 december 2004 2.042,8
bedragen in miljoenen ¤

In tabel 3 ziet u dat in 2004 784 claims voor compensatie opdrachten / activiteiten zijn
behandeld. Hiermee is ¤ 358 mln als invulling van compensatieverplichtingen
geaccepteerd en ¤ 83 mln afgewezen met verwijzing naar de voorwaarden in de
5

betreffende compensatie-overeenkomsten. Hierbij gaat het meestal om het aandeel
buitenlandse toeleveringen dat in de compensatieopdrachten verwerkt wordt of om
opdrachten die geplaatst zijn in het kader van een reeds langer bestaande commerciële
relatie en derhalve niet als additioneel beschouwd worden.
Tabel 3: gerealiseerde compensatie per jaar 2000 - 2004
2000 2001 2002 2003 2004 Gemiddeld

Aantal claims 638 302 873 519 784 623

Goedgekeurd ¤ 417 ¤ 155 ¤ 548 ¤ 618 ¤ 358 ¤ 419

Afgekeurd ¤ 221 ¤ 56 ¤ 131 ¤ 129 ¤ 83 ¤ 124

bedragen in miljoenen ¤

Om compensatie-verplichtingen tijdig in te vullen moet gemiddeld minimaal ¤ 350 mln
per jaar aan "compensatiecredits" gerealiseerd worden. Deze operationele doelstelling is
opgenomen als VBTB-prestatie indicator in de begroting van Economische Zaken
(voortschrijdend 5-jaarsgemiddelde). In het VBTB Jaarverslag over 2004 is een bedrag
van ¤ 410 mln aan gerealiseerde compensatie vermeld. Dit bedrag dient echter
gecorrigeerd te worden omdat bij controle is gebleken dat een deel van de gerealiseerde
compensatie niet aan 2004 kan worden toegerekend. De realisatie blijft na correctie zowel
voor 2004 als voor het gemiddeld over de afgelopen 5 jaar boven de streefwaarde van ¤
350 mln.

Opdrachten waarmee een bedrijf haar activiteiten kan uitbreiden (nieuwe product-markt
combinaties) tellen soms meer dan nominaal mee bij het invullen van de compensatie
doordat er een multiplier wordt toegekend. Naar aanleiding van het IBO-DNK en in lijn
met de wens van de Kamer heb ik aangegeven dat multipliers vaker ingezet zullen
worden, met name om vroegtijdige inschakeling bij de ontwikkeling van
defensiematerieel en 'single source relaties' te stimuleren. In 2004 was de inzet van
multipliers nog beperkt. Het multiplier effect over 2004 is ongeveer ¤ 21,5 mln, of
ongeveer 6% van de gerealiseerde compensatie.

Van de gerealiseerde compensatie is in 2004 41,6 % ingevuld met defensiegerelateerde
activiteiten. Het gemiddelde over de afgelopen 5 jaar was 28,6%. Met de ingezette
vernieuwingen bij de uitvoering van het compensatiebeleid moet dit percentage de
komende jaren stijgen.

Tabel 4: gerealiseerde compensatie naar bedrijfsgrootte
Werkzame personen 2000 2001 2002 2003 2004 2000-2004


100 - 500 44,5 % 45,0 % 21,5 % 35,6 % 31,8 % 35,7 %

> 500 29,9 % 23,7 % 46,7 % 51,4 % 34,2 % 37,2 %

6

Tabel 5: directe en indirecte compensatie naar bedrijfsgrootte in 2002, 2003 en 2004
2002 2003 2004

Werkzame personen Direct indirect direct indirect direct indirect

100 - 500 49,2 % 16,8 % 23,1 % 38,6 % 27,5 % 33,3 %

> 500 37,1 % 48,3 % 54,1 % 50,7 % 56,4 % 26,6 %

Zoals bekend is een van de doelstellingen van het compensatiebeleid een evenwichtige
inschakeling van het MKB. Derhalve vindt u in tabel 4 de totale gerealiseerde
compensatie naar bedrijfsgrootte in de periode 2000-2004. Hierbij teken ik aan dat ca.
15% van opdrachten geplaatst bij bedrijven met meer dan 500 personeelsleden door deze
bedrijven weer wordt uitbesteed aan het Nederlandse MKB. Het reële percentage van de
compensatie dat terecht is gekomen bij het MKB in 2004 is dus 39,1 % (34,0 % + 15%
van 34,2 %). Tabel 5 geeft de verdeling tussen directe en indirecte compensatie in de
verschillende bedrijfsgrootteklassen weer. Directe compensatie bestaat uit leveringen ten
behoeve van de (soort) systemen die Defensie aanschaft. Hieruit blijkt dat het voor het
MKB moeilijk is om hierin succesvol te zijn. Ook hier hoort weer de kanttekening bij dat
het MKB wel optreedt als toeleverancier bij opdrachten die grotere bedrijven uitvoeren.