Universiteit van Tilburg

Stad en platteland zijn in Brabant complementair

Promotie ir. Joks Janssen

Jarenlang stond in Brabant de tegenstelling stad-platteland centraal. Dat heeft geleid tot een ruimtelijke versnippering van het landschap. In zijn proefschrift onderzoekt Joks Janssen hoe het zo ver heeft kunnen komen en hoe het groene erfgoed voor de toekomst kan worden veiliggesteld.

Na een ruimtelijke 'salto mortale' van enkele decennia is het Brabantse platteland gedegradeerd tot een slonzige lappendeken en verstedelijkte biotoop waarin intensieve veehouderij, bedrijventerreinen en dorpsuitbreidingen de aanwezige kwaliteiten van natuur en landschap hebben uitgehold.
Nu staat het platteland in Noord-Brabant aan de vooravond van een ingrijpende verandering.
Onder de noemer 'revitalisering landelijk gebied' hebben provincie, gemeenten en maatschappelijke organisaties zogenoemde Reconstructieplannen opgesteld die het groene erfgoed weer toekomstbestendig moeten maken. Een toekomst waarin het platteland niet langer alleen een productieruimte voor de boeren is, maar onderdeel uitmaakt van een consumptielandschap, dat ook door burgers en buitenlui wordt bevolkt. In zijn proefschrift plaatst Joks Janssen deze actuele transformatieopgave in een historisch perspectief. Al sinds het begin van de twintigste eeuw houdt de overheid zich bezig met de ordening en inrichting van het landelijk gebied. Janssen analyseert wat de bijdrage(n) van de ruimtelijke ordening, stedenbouw en landschapsarchitectuur hieraan zijn geweest. Hij toont aan dat de (provinciale) ruimtelijke ordening in Noord-Brabant maar zeer beperkt invloed heeft uitgeoefend op de inrichting en vormgeving van het buitengebied.
Dat komt onder andere doordat de stedenbouwkundigen aan de ene kant en politici en bestuurders aan de andere kant verschillende visies hadden op het platteland. Zo had de stad voor stedenbouwkundigen voorrang op het platteland. Het was een visie die echter niet aansloot bij het in de Brabantse rooms-katholieke kring aangehangen subsidiariteitsbeginsel. Volgens dat principe stond de gemeentelijke autonomie centraal en kon de stad om culturele en religieuze redenen hooguit als kroon op het platteland worden gezien. De katholieke bestuurders stonden juist sterke plattelandsgemeenten voor. Al deze bewegingen hebben geleid tot een ruimtelijke versnippering van het landschap. Zo hebben niet alleen politiek-bestuurlijke maar ook sociaal-culturele factoren een significant effect gehad op de ruimtelijke ontwikkeling van het Brabantse platteland. Volgens Janssen is het zinvol de gekoesterde plattelandsidentiteit te herijken en actualiseren. Brabant is immers geen plattelandsprovincie meer, maar in wezen een dunbevolkte metropool, een verstrooide stad, waarin stad en land geen tegengestelde eenheden zijn, maar onlosmakelijk met elkaar verbonden; ze zijn in Brabant complementair. Maar ook zal de planologie meer oog moeten krijgen voor de dynamiek van de landbouw en het platteland. Verder pleit Janssen voor een bijstelling van de overspannen maakbaarheidsambities in de Reconstructieplannen. Daarin is geen plaats meer voor allesomvattende, gebiedsdekkende plannen, maar wel voor strategische visies gekoppeld aan concrete sleutelprojecten. Ook stelt de promovendus een kwaliteitsborging van het landschap voor. Concreet zou dit vorm kunnen krijgen in de oprichting van een schoonheidscommissie voor het Brabantse buitengebied.

Ir. Joks Janssen (1975, Berlicum) studeerde na een propedeuse Kunstgeschiedenis en Archeologie aan de Universiteit Utrecht in 1999 af bij de afdeling Architectuur van de faculteit Bouwkunde (TU Eindhoven). In 2000 startte hij met zijn promotieonderzoek. Janssen is als stedenbouwkundig onderzoeker verbonden aan Telos, het Brabants Centrum voor Duurzaamheidvraagstukken. Hij is tevens docent aan de Akademie voor Bouwkunst te Arnhem en freelance auteur voor het tijdschrift de Architect.

Noot voor de pers
Joks Janssen promoveert dinsdag 13 december 2005 om 16.15 uur in de aula van de Universiteit van Tilburg (Warandelaan 2, Tilburg) op het proefschrift Vooruit denken en verwijlen. De (re)constructie van het plattelandschap in Zuidoost-Brabant (1920-2000). Promotoren zijn prof.dr. Th.A.M. Beckers (UvT), prof.dr.dipl.ing. H. Fassbinder-Horr (TU Eindhoven). Co-promotor is dr.ir. P.C. Beekman (TU Eindhoven). In 2006 verschijnt van het proefschrift een geĂŻllustreerde handelseditie bij uitgeverij Zuidelijk Historisch Contact te Tilburg. Journalisten kunnen een exemplaar van het proefschrift opvragen bij de afdeling Voorlichting en Externe Betrekkingen van de UvT, tel: 013 466 2000, e-mail: voorlichting@uvt.nl. Joks Janssen is bereikbaar op tel. 013 466 8322 of 06 2736 0703; e-mail: joks.janssen@uvt.nl. Persberichten van de UvT staan ook op internet: www.uvt.nl/persberichten/. Informatie over deskundigen van de UvT, zie: www.uvt.nl/webwijs/