Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
13 december 2005
Ons kenmerk
DGP/WV/U.053104
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

-
Uw kenmerk
2050603210
Onderwerp
kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen die zijn gesteld door het lid Wilders over het onterecht verstrekken van rijbewijzen aan allochtonen.

Hebt u kennisgenomen van het bericht "Allochtonen kregen onterecht rijbewijs"?


1. Ja. Over dit onderwerp heb ik u geïnformeerd bij brief van 17 september 2004
(Kamerstuknummer 29398, 15). Daarnaast heb ik u hierover in april 2004 en mei 2005
geïnformeerd bij de beantwoording van de Kamervragen van de leden Hofstra
(Kamerstuknummer 1392) en Gerkens (Kamerstuknummer 1598).


2. Klopt de schatting uit het artikel dat enkele duizenden asielzoekers en andere
allochtonen per abuis een geldig Nederland rijbewijs is verstrekt?

2. Nee. De mogelijkheid om een Nederlands rijbewijs te verkrijgen door middel van een
zogenoemd Versneld Bijzonder Examen (VBE) is voor niet-EU-onderdanen aanwezig
geweest tot 1 mei 2005. Vóór die tijd konden niet-EU-onderdanen door middel van
een VBE bij de divisie Bureau Nader Onderzoek Rijvaardigheid (BNOR) van het CBR
het bewijs leveren van hun rijvaardigheid. Zij dienden bij de aanvraag van dat examen
een geldig rijbewijs uit het land van oorsprong te tonen. In 2004 heeft het BNOR 9.932 maal een VBE afgenomen. De divisie BNOR van het CBR heeft in die gevallen, waarin niet op voorhand duidelijk was of sprake was van een geldig buitenlands rijbewijs, advies gevraagd aan het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV). Het betrof hier in totaal ongeveer 100 gevallen. Al deze gevallen zijn door het LIV onderzocht. Daarbij is het vermoeden van de divisie BNOR dat er iets niet klopte met de aangeboden documenten, in 62 van de honderd aangeboden rijbewijzen bevestigd. In die gevallen is de aanvraag door de divisie BNOR niet in behandeling genomen. Het is niet correct om dit percentage van 62 te projecteren op het totale aantal VBE-aanvragen.


3. Klopt het dat door het op onjuiste gronden verstrekken van rijbewijzen velen toegang
hebben gekregen tot voorzieningen zoals uitkeringen en subsidies? Hoeveel heeft dit
de Nederlandse belastingbetaler gekost?

3. Nee. Zie hiervoor het antwoord op vraag 2.


4. Heeft deze onterechte vertrekking van rijbewijzen de verkeersveiligheid beïnvloed?

4. Nee. Zie hiervoor het antwoord op vraag 2.


5. Is het waar dat de overheid deze rijbewijzen niet meer kan intrekken? Deelt u de
mening dat als de rijbewijzen op frauduleuze wijze zijn verkregen deze rijbewijzen
onmiddellijk moeten worden ingetrokken? Zo neen, waarom niet?


1. Overeenkomstig artikel 124 van de Wegenverkeerswet 1994 kan een rijbewijs wel
degelijk ongeldig worden verklaard, indien het rijbewijs is afgegeven op grond van door de houder verschafte onjuiste gegevens en het niet zou zijn afgegeven indien de onjuistheid van de gegevens ten tijde van de aanvraag bekend zou geweest. De houder van het ongeldig verklaarde rijbewijs dient dat rijbewijs zodra de ongeldig-verklaring van kracht is geworden, in te leveren bij degene die het ongeldig heeft verklaard. In het merendeel van de gevallen zal dit de gemeente zijn. Indien een rijbewijs op frauduleuze wijze is verkregen, wordt er aangifte gedaan bij de politie.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs


-----------------------
) De Telegraaf, 14 november 2005.