Gemeente Utrecht

Toelichting op besluiten van het college van burgemeester en wethouders

Persconferentie naar aanleiding van de collegevergadering om 16.00 uur in de perskamer van het stadhuis.


1. Aanleg HOV-baan Rijksstraatweg start in 2006

De aanleg van de HOV-baan op de Rijksstraatweg in De Meern start in 2006. Het college heeft het Definitief Ontwerp van de vrije busbaan vastgesteld en het benodigde krediet van ruim ¤ 7,5 miljoen hiervoor vrijgegeven. Na aanleg van de busbaan wordt het voor bestemmingsverkeer mogelijk om op het oostelijk deel van de Rijksstraatweg in De Meern in één richting mee te rijden op de busbaan. Daarmee vervult het college de wens van omwonenden en voert het het collegeprogramma 2001-2006 uit. Het gaat om éénrichtingsverkeer in oostelijke richting voor auto's en bromfietsers. Het ontwerp van dit deel van de HOV-baan is gebaseerd op het schetsontwerp dat in september 2004 ter consultatie aan de bewoners van De Meern is voorgelegd. De reacties uit deze consultatieronde zijn waar nodig en mogelijk verwerkt in het Definitief Ontwerp. Op het westelijk deel van de Rijksstraatweg moeten auto's en bromfietsers gebruik maken van de parallelweg, die naast de busbaan wordt aangelegd. Voor de bereikbaarheid van De Meern en Veldhuizen besloot het college eerder al om gedurende een periode van maximaal vijf jaar tweerichtingsverkeer toe te staan op deze parallelweg. Dit is één van de resultaten die voortgekomen is uit de speciale Task Force die het college had ingesteld over de bereikbaarheid van De Meern. In de eindsituatie wordt op deze parallelweg tussen de Boekbinderslaan en Rijksstraatweg 110 alleen éénrichtingsverkeer toegestaan. Fietsers kunnen in de definitieve situatie zowel op het oostelijk als op het westelijk deel in twee richtingen gebruik maken van de parallelweg. Het college besloot ook een extra HOV-halte in het ontwerp op te nemen. Deze halte komt bij de Regenboogbrug, waar nu ook al een bushalte ligt. De aanleg van de busbaan vindt in fases plaats. Begin 2006 starten de voorbereidende werkzaamheden. Vanaf september 2006 wordt de busbaan tussen De Balije en de Meerndijk aangelegd. In het voorjaar van 2007 volgt de aanleg van de HOV-baan vanaf de Meerndijk tot aan de kruising met de Meentweg.


2. Bouw zorgcluster Spoor 2 in Terwijde kan beginnen

Het college heeft vandaag een krediet van ¤ 9,5 miljoen verstrekt voor de bouw van het zorgcluster

Spoor 2 in Terwijde. In het zorgcluster komen een gezondheidscentrum met apotheek, een basisschool met 16 klassen, een gymzaal en een dagactiviteitencentrum voor mensen met en zonder functiebeperking en voor ouderen. Het definitief ontwerp van zorgcluster Spoor 2 is in mei 2005 goedgekeurd. Bouwkundige oplevering van Spoor 2 is voorzien in maart 2007. Vanaf april 2007 kunnen de huurders het gebouw dan in gebruik nemen.


3. Nieuwe wandelbrug over Kromme Rijn

Het college heeft besloten een wandelbrug aan te leggen over de Kromme Rijn ter hoogte van de Mytylschool. Door de aanleg van deze brug ontstaan er meer mogelijkheden voor met name kortere (rond)wandelingen in het gebied rond de Kromme Rijn en ontstaat een nieuwe entree voor het gebied ten zuiden van de Kromme Rijn. De toegankelijkheid en de (recreatieve) gebruikswaarde van de Maarschalkerweerd worden daardoor vergroot. Voor mensen uit (de richting) Rijnsweerd en De Uithof is de brug een veiliger en snellere route naar de Mytylschool, het terrein van stichting De Moestuin en de sportparken.

Het collegebesluit wijkt af van het advies van de wijkraad Oost. Mede daarom heeft de gemeente op 12 september jongstleden een bijeenkomst georganiseerd om omwonenden, bewoners en gebruikers van Maarschalkerweerd mee te laten praten over natuur- en recreatieprojecten in het groen van Maarschalkerweerd. Daarbij is uitvoerig stilgestaan bij de wandelbrug. Bij een stemronde aan het einde van de avond was er veel steun voor de aanleg van de wandelbrug.

Tegenstanders zijn bang dat de aanleg van een brug de zichtlijnen over de Kromme Rijn zou bederven en het landschap zou aantasten. Het college is het met de voorstanders eens dat door aanleg vanaf de brug nieuwe zichtlijnen op de Kromme Rijn ontstaan. De inmiddels in gang gezette ontwikkeling van het gebied langs de Kromme Rijn vergroot het natuurlijk karakter van de rivier en de oevers. De brug wordt in dit nieuwe landschap ingepast. Het college vindt dat de nieuwe brug de natuur- en recreatiewaarde van het gebied versterkt.

De kosten van de brug bedragen ¤ 170.000. Voor plaatsing van de brug is wijziging van het bestemmingsplan nodig. Daarom wordt een artikel 19 procedure (WRO) gestart. De procedure voorziet in een formeel inspraaktraject.


4. Vervolg op aanpak wonen boven winkels

Het college wil tot 2010 nog 100 leegstaande bovenverdiepingen boven winkels bewoond krijgen. Daarom richt het college, samen met lokale partners, een zelfstandige en onafhankelijke organisatie op, bijvoorbeeld in de vorm van een NV 'Wonen boven winkels', zoals die inmiddels ook in andere gemeenten bestaat. Het college verwacht dat zo'n aanpak op langere termijn effectief is.

Een dergelijke organisatie is beter in staat om de vaak langlopende projecten te realiseren, kennis en ervaring in huis te halen en een lokaal netwerk op te bouwen. Een onafhankelijke organisatie met een eigen rechtspositie heeft naar verwachting een betere positie in de markt en biedt bovendien op termijn een steviger financiële basis. Zo'n private onderneming kan niet alleen eigenaren van panden stimuleren en faciliteren maar ook zelf investeren in voorzieningen die een project overstijgen. Het college zet in op deelname van andere partijen, zoals een woningbouwcorporatie en de NV Stadsherstel.

Het streven is om voor 2010 nog 100 woningen te realiseren op verdiepingen die nu leeg staan of slechts gedeeltelijk voor de winkel in gebruik zijn. Voor ondersteuning van initiatieven hiertoe is ¤ 250.000 euro gereserveerd uit het Investeringsbudget voor stedelijke vernieuwing. Intensievere bewoning in de binnenstad draagt bij aan sociale veiligheid en functiemenging. Bovendien wordt het winkelgebied er aantrekkelijker op door een zichtbaar herstel van de veelal monumentale panden.

Het actieve beleid van de afgelopen tien jaar was succesvol. In samenwerking met eigenaren en beheerders is veel bereikt en zijn 230 woningen gerealiseerd. Ondanks dit resultaat bestaat het beeld dat er meer mogelijk moet zijn. Om daar inzicht in te krijgen is in 2005 een inventarisatie uitgevoerd. De uitkomst daarvan was dat nog zo'n 300 verdiepingen leeg staan of slecht deels in gebruik zijn.


5. Kleine aanpassingen structuurplan Kanaleneiland

Naar aanleiding van inspraakreacties op het voorontwerp-structuurplan Kanaleneiland-Centrum zijn in het ontwerp structuurplan Kanaleneiland-Centrum enkele aanpassingen aangebracht. Zo was op de plankaart abusievelijk niet aangeven dat er woningen op het winkelcentrum gebouwd worden. Verder is de indicatieve bouwhoogte langs de Churchilllaan op 7-10 bouwlagen gesteld, eerder stond ook 8-12 bouwlagen vermeld. Ook zijn teksten geactualiseerd, zodat nu ook de vermelding is opgenomen dat voor de huidige bewoners in het plangebied een terugkeergarantie geldt. In totaal zijn er 64 inspraakreacties binnengekomen. De meeste reacties hadden betrekking op onduidelijkheid rond de sloopplannen. Verder waren er opmerkingen over de toekomstige parkeermogelijkheden, milieuaspecten en de toekomstige verkeerssituatie.

Het nu door het college vastgesteld ontwerp-structuurplan Kanaleneiland-Centrum ligt vanaf 6 januari zes weken ter inzage (onder meer op het Wijkservicecentrum Zuidwest). Gedurende deze periode is het mogelijk schriftelijk zienswijzen in te dienen. Daarna zal de gemeenteraad het structuurplan vaststellen. Met het ter inzage leggen van het ontwerp-structuurplan kan ook het gemeentelijk voorkeursrecht tot koop - dat in februari 2004 door de gemeenteraad van toepassing is verklaard - worden verlengd. Dit voorkomt ongewenste ontwikkelingen als andere partijen in het plangebied grond aankopen.

Het uiteindelijke structuurplan Kanaleneiland-Centrum biedt een juridisch/planologisch kader voor de vernieuwingsplannen die de gemeente in 2003 samen met andere partijen heeft gepresenteerd.


6. Vastgoedmarkt Utrecht gestabiliseerd

De Utrechtse markt voor commercieel vastgoed is in 2005 gestabiliseerd. Dit blijkt uit de Vastgoedmonitor van de gemeente Utrecht.


- De kantorenmarkt is onverminderd ruim. Medio 2005 was het aanbod 262.000m2. De Utrechtse kantorenmarkt onderscheidt zich van veel andere steden door het grote aantal transacties. In 2004 is 89.000 m2 in gebruik genomen, het hoogste niveau sinds 1999. Veel bedrijven maken een kwaliteitsslag en verhuizen naar kwalitatief betere, nieuwe(re) kantoorruimte. De leegstand is het afgelopen jaar ongeveer gelijk gebleven. De huurprijzen staan onder druk.


- De winkelruimtemarkt is stabiel. Het centrum van Utrecht is bij winkeliers en consumenten nog steeds gewild. Utrecht Centrum heeft een sterke positie in de regio en ten opzichte van andere steden. De huurprijzen zijn over het algemeen stabiel. Utrecht heeft plannen voor uitbreiding van de winkelruimte met 240.000 m2. Het gros van deze plannen betreft uitbreiding en herontwikkeling van het Stationsgebied en de Woonboulevard en realisatie van Leidsche Rijn Centrum.


- De bedrijfsruimtemarkt blijft ruim, maar is redelijk stabiel. Zowel het aanbod als de opname zijn in 2004 lager dan in het voorafgaande jaar. Het in gebruik nemen van 67.000 m2 is normaal voor Utrechtse begrippen. Het aanbod nam af naar 147.000m2. De huurprijzen zijn stabiel gebleven uitgezonderd in De Wetering, waar de huurprijzen zijn gestegen. In 2004 was sprake van een hoge uitgifte van bedrijventerrein van 15,7 hectare.


- Papendorp is uitgegroeid tot de meest gewilde kantorenlocatie van Utrecht. Uit het jaarlijkse Elsevier onderzoek naar landelijke toplocaties (5-11-2005) blijkt dat Papendorp de snelst groeiende bijdrage levert aan de Nederlandse economie. In Papendorp is tweederde (226.000 m2) van het geplande kantorenmetrage uitgegeven. In het gedeelte voor kantoorachtige bedrijfsruimte is in totaliteit 112.000 m2 uitgegeven. In het hoogwaardige bedrijventerrein De Wetering is gestart met de bouw van de geluidswal van het multifunctionele concept The Wall (50.000 m2). Het noordelijk deel van De Wetering is bijna geheel uitgegeven.


- De marktsituatie voor bedrijfsverzamelgebouwen is verbeterd. In de meeste complexen is alleen sprake van een kleine frictieleegstand. Er is een tekort aan kleinere bedrijfsunits tot 50 m2.

De vastgoedmonitor bevat een analyse van de landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen in de vastgoedmarkt. De vastgoedmonitor behandelt de sectoren kantoren, bedrijfsruimte en detailhandel. Voor het tweede jaar wordt ook aandacht besteed aan bedrijfsverzamelgebouwen. Het doel van deze monitor is om de ontwikkingen in de Utrechtse vastmarkt op de voet te volgen.

De monitor is gebaseerd op actuele, bij de gemeente voorhanden zijnde informatie, aangevuld met door DTZ Zadelhoff aangeleverde marktindicaties. Ook zijn de resultaten verwerkt van een gesprekkenronde met deskundigen uit de Utrechtse vastgoedmarkt.

Vanaf half december kan het rapport door belangstellenden worden opgevraagd bij de afdeling Economische Zaken van de gemeente Utrecht. Het rapport staat vanaf half december ook op www.utrecht.nl/economie.


7. Intensievere en duurzame bebouwing mogelijk in de Uithof

Het college heeft een concept-visie vastgesteld voor de ontwikkeling van de Uithof. De visie belicht de ontwikkelingsruimte voor de komende 10 jaar en fungeert als voorloper van een actueel bestemmingsplan. Uitgangspunt is het waardevolle landschap in en om de Uithof. Dat betekent dat vooral de huidige bouwclusters (aangegeven in het stedenbouwkundig plan Koolhaas/Zaaijer uit 1995) intensief en duurzaam worden bebouwd. Daarbij zijn bouwhoogtes mogelijk tot 80 meter.

Verschillende initiatieven maken een nieuwe visie op de Uithof gewenst. Zo werken gemeente, provincie, universiteit en hogeschool samen aan de ontwikkeling van de Uithof als Sciencepark met nauw aan de wetenschap gerelateerde bedrijvigheid. Andere initiatieven zijn de ontwikkeling van de campus met studentenhuisvesting en ondersteunende functies als winkels, horeca, cultuur- en congresfaciliteiten.

In de visie zijn alle functies - onderwijs, wonen, zorg en bedrijven - in drie zones ondergebracht.


* Aan de westzijde van de Uithof komt een representatieve zone, die de entree vanuit de stad markeert en het beeld langs de A27 bepaalt. Deze representatieve zone is bij uitstek geschikt voor onderwijsfuncties en bedrijven.


* De tweede zone is het centrale deel van de Uithof en bestaat uit een mix van winkels, horeca, bibliotheek en onderwijs. De zone wordt begrensd door parken waarin kan worden gerecreëerd en gesport.


* De derde zone is de zorgzone, waarin het UMC ligt. Die zone is vanaf de A28 optimaal bereikbaar en is primair bestemd voor biomedische functies.

De centrale as tussen de drie zones verbindt alle gebouwen en is het opstappunt voor HOV en fiets. Naar de bereikbaarheid van de Uithof is apart onderzoek gedaan. Daaruit blijkt dat een parkeervoorziening met 1.700 parkeerplaatsen (transferium/parkeergarage) een positief effect heeft op de bereikbaarheid. Om een dergelijke voorziening mogelijk te maken wordt in de visie een uitzondering gemaakt om niet te bouwen buiten de bestaande bebouwingsclusters. De definitieve locatie en uitwerking van de parkeervoorziening wordt in het bestemmingsplan opgenomen.

De visie de Uithof is een uitwerking van de in 2004 door de gemeenteraad vastgestelde Structuurvisie Utrecht. De visie is door het college als concept vrijgegeven voor consultatie en wordt ter advisering voorgelegd aan maatschappelijke instanties. Na behandeling in de raadscommissie Stedelijke Ontwikkeling kan de visie worden vastgesteld.


8. Referendum koopzondagen succesvol verlopen

Het Utrechts referendum over de uitbreiding van het aantal koopzondagen in de binnenstad was met een opkomst van 60% en een bekendheid van 95% een succes. Het proces en de uitkomst van het referendum zijn geëvalueerd. Naar aanleiding van de evaluatie is het draaiboek geactualiseerd en aangevuld met opgedane ervaringen. Zo zullen voortaan alternatieve manieren om burgers te bevragen over een stedelijk vraagstuk worden voorgelegd aan de raad. De raad kan dan de afweging maken of een referendum het meest geschikte instrument is om burgers bij besluitvorming te betrekken.