Nieuwe visie op zwijgrecht van verdachten
Promotie juriste Lonneke Stevens
Een van de fundamentele beginselen van het Nederlandse strafrecht is
het 'nemo-teneturbeginsel'. Dat houdt in dat niemand kan worden
verplicht aan zijn eigen veroordeling door de strafrechter mee te
werken. Maar hoever reikt het niet hoeven meewerken? Kan de verdachte
worden verplicht zijn identiteit prijs te geven? En hoe zit het met
het zwijgrecht? In haar proefschrift gaat mr. Lonneke Stevens hierop
in. Zij promoveerde 9 december.
'Niemand is verplicht aan zijn eigen veroordeling mee te werken', zo
luidt de gangbare uitleg van het nemo-teneturbeginsel (nemo tenetur
prodere se ipsum), een van de fundamentele beginselen van de
Nederlandse strafrechtspleging. Opmerkelijk genoeg zijn, het
fundamentele belang van het beginsel ten spijt, de inhoud en de
reikwijdte van nemo tenetur onduidelijk. Want hoever precies reikt het
niet hoeven meewerken? Kan de verdachte worden verplicht zijn
identiteit prijs te geven? In hoeverre kan het zwijgen van de
verdachte tegen hem worden gebruikt? Waarom kan een bevel tot
uitlevering van een moordwapen of een dagboek niet aan de verdachte
worden gegeven? Is de meldingsplicht van een arts bij euthanasie in
strijd met nemo tenetur? En de verplichting om tijdens een
parlementaire enquête zelfbelastende verklaringen af te leggen, werk
je dan mee aan je eigen veroordeling?
In haar proefschrift constateert Lonneke Stevens dat de
onduidelijkheid rond nemo tenetur samenhangt met de wijze waarop het
beginsel in het strafrechtelijke debat wordt gebruikt. De doctrine (de
wetenschappelijke bestudering) kijkt anders aan tegen nemo tenetur dan
de praktijk. Zo gaat de doctrine uit van een ruim bereik (iets valt al
snel onder nemo tenetur), terwijl de rechts- en wetgevingspraktijk een
veel beperkter bereik kent. Dat geldt bijvoorbeeld ten aanzien van de
kern van nemo tenetur, het zwijgrecht, dat in een deel van de doctrine
als ideaal wordt gehanteerd maar in wetgeving en rechtspraak niet
diezelfde (absolute) reikwijdte kent.
Ook ontdekte Stevens dat nemo tenetur vaak niet nader wordt uitgelegd
of geconcretiseerd. Wetgever, rechter en doctrine hanteren het als
retorisch middel dat in discussies rond rechtsbescherming in
verschillende situaties en in verschillende betekenissen wordt
gebruikt. Nemo tenetur is dan enkel rechtsbeschermingsretoriek zonder
duidelijke inhoudelijke kern. Het gebruik van nemo tenetur als ideaal
en als retorisch middel lijkt een negatieve invloed te hebben op het
strafrechtelijke debat. In dit onderzoek wordt dan ook ingegaan op de
vraag naar de meerwaarde van het gebruik van het nemo-teneturbeginsel
in dat debat. Tevens wordt besproken op welke wijze het
nemo-teneturbeginsel potentieel wél een meerwaarde zou kunnen hebben.
Stevens geeft in dat verband het nemo-teneturbeginsel een invulling
die nauw aansluit bij de verklaringsvrijheid van de verdachte. Het
niet-meewerken van de verdachte houdt dan in dat hij vrij is zijn
eigen standpunt in te nemen binnen het strafgeding. Hij hoeft zich
niet aan te sluiten bij de officiële lezing van de feiten (de
verdenking) maar mag daar zijn eigen standpunt en zijn eigen verhaal
tegenover zetten. Een dergelijke vorm van niet-meewerken sluit aan bij
het karakter van het eerlijke proces op tegenspraak waar de dialoog
tussen vervolging en verdediging centraal staat.
Mr. Lonneke Stevens (1977, Eindhoven) studeerde Nederlands recht aan
de Universiteit Maastricht. In 2001 startte ze met haar
promotieonderzoek aan de Universiteit van Tilburg. Momenteel werkt ze
als strafpleiter bij De Roos & Pen Advocaten.
Noot voor de pers
Lonneke Stevens promoveerde vrijdag 9 december 2005 om 14.15 uur in de
aula van de Universiteit van Tilburg (Warandelaan 2, Tilburg) op het
proefschrift Het nemo-teneturbeginsel in strafzaken: van zwijgrecht
tot containerbegrip. Promotoren zijn prof.mr. J. de Hullu en dr. B.J.
Koops.
Het proefschrift wordt uitgegeven bij Wolf Legal Publishers (ISBN
90-5850-138-8).
Journalisten kunnen een exemplaar van het proefschrift opvragen bij de
afdeling Voorlichting en Externe Betrekkingen van de UvT, tel: 013 466
2000, e-mail: persberichtuvt@uvt.nl. Lonneke Stevens is bereikbaar op
tel. 020 627 5411, e-mail: stevens@drpadvocaten.nl.
Persberichten van de UvT staan ook op internet:
www.uvt.nl/persberichten/. Informatie over deskundigen van de UvT,
zie: www.uvt.nl/webwijs/.
Universiteit van Tilburg