Den Haag, 13 december 2005

Vragen van het lid Eijsink (PvdA) aan de minister van onderwijs, Cultuur en Wetenschap over stijging van het aandeel leerlingen op expertisecentra

1. Hoe verklaart u dat het aandeel leerlingen op de expertisecentra in de periode 1994/ 95 2004/ 05 een relatieve stijging heeft doorgemaakt van maar liefst 40 %?

2. Klopt het dat scholen gehandicapte of gestoorde kinderen sneller doorverwijzen?

3. Zijn gewone scholen meestal niet goed toegerust voor een leerling met een beperking, ook niet als ze daar meer geld voor krijgen? Zo ja, hoe gaat u dan daarin verbetering brengen?

4. Hoe verhouden de geconstateerde ontwikkelingen zich tot het Weer-Samen-Naar-School-beleid en tot uw conclusies bij het rapport van de Algemene Rekenkamer Weer samen naar school. Zorgleerlingen in het basisonderwijs, de studie WSNS welbeschouwd van C.J.W. Meijer en de studie Communicerende vaten van E.F.L. Smeets?

5. Vindt u nog steeds dat voor ouders bij reguliere scholen die hun kind ongemotiveerd weigeren de mogelijkheid volstaat om een beroep te doen op de ACTB/Onderwijsconsulenten? Als het aantal doorverwijzingen toeneemt, moeten er dan niet in ieder geval meer ACTB-onderwijsconsulenten komen?

Meer leerlingen volgen onderwijs in expertisecentra in Webmagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek, 12 december 2005 (http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/mens-maatschappij/onderwijs/publicaties/artikelen/2005-1849-wm.htm). Speciale scholen trekken steeds meer leerlingen in Algemeen Dagblad, 13 december 2005. Zie ook het genoemde artikel in Algemeen Dagblad. Antwoord van de minister op vraag 3 bij vragen van Eijsink en Smits over weigering door scholen van kinderen met een verstandelijke of fysieke beperking (Aanhangsel 1806 van de Handelingen 2004-2005).


---

Met vriendelijke groet,

Chantal Linnemann Secretaresse Voorlichting

Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid Plein 2 K 109 Postbus 20018 2500 EA Den Haag Tel: 070 318 2694 Fax: 070 318 2800 c.linnemann@tweedekamer.nl