Provincie Limburg

Financiën Limburgse gemeenten verbeterd, maar voor hoelang? Financieel lijkt het de Limburgse gemeenten in 2006 weer wat beter te

gaan. Een en ander heeft zich vertaald in een afname van het aantal gemeenten dat voor 2006 onder het strengere, preventieve toezicht van de Provincie is geplaatst. Voor 2006 zijn dit er vier, exclusief de elf Midden-Limburgse gemeenten (herindeling). In 2005 waren dit er acht. Een kleine vooruitgang in de algemene uitkering uit het gemeentefonds, weinig nieuw beleid en de doorwerking van de ombuigingen, waartoe in vorige jaren is besloten, liggen hieraan ten grondslag. De gemeenten Weert en Nederweert hebben als eerste gemeenten in Limburg voor vier jaar groen licht gekregen. Gedeputeerde Herman Vrehen: Wij zijn echter niet in hoerastemming. Onzekerheden en negatieve ontwikkelingen kunnen het financiële herstel bij gemeenten teniet doen.

De gemeenten Hunsel, Mook en Middelaar, Simpelveld en Sittard-Geleen zijn wegens een structureel tekort op hun begroting onder preventief toezicht gesteld. De Midden-Limburgse gemeenten Haelen, Heythuysen, Hunsel, Roggel en Neer, Heel, Maasbracht, Thorn, Roermond, Swalmen, Ambt Montfort en Roerdalen zijn al vanaf 11 mei 2004 onder preventief toezicht geplaatst vanwege de herindeling. De financiële situatie bij de gemeenten Arcen en Velden, Beek, Echt-Susteren en Sevenum is, zo blijkt uit hun structureel sluitende begroting 2006, zodanig verbeterd dat voor deze gemeenten het preventieve toezicht met ingang van 2006 vervalt.
Weert en Nederweert zijn de twee eerste gemeenten die in principe voor vier jaar repressief toezicht hebben gekregen. Dat is gebeurd op basis van een verdiepingsonderzoek dat in 2005 bij beide gemeenten heeft plaatsgevonden*.

Gedeputeerde Herman Vrehen is blij dat het aantal preventieve gemeenten is gedaald. Hij stelt echter ook dat de gemeenten en ook de Provincie als toezichthouder de verdere ontwikkelingen goed in het oog moeten houden. Het beeld is moeilijk scherp te krijgen. Er verandert heel veel en allemaal op hetzelfde moment. De gevolgen van al die veranderingen kunnen voor gemeenten sterk verschillen en van elkaar afwijken. De ene gaat er daardoor op vooruit, de ander erop achteruit. De invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, het verdeelmodel voor de Wet Werk en Bijstand, de afschaffing van een deel van de OZB en de maximering van de tariefsstijging en de ontwikkeling van het gemeentefonds kunnen grote financiële gevolgen hebben. Bovendien zijn nog lang niet alle bezuinigingen, die gemeenten wel al hebben ingeboekt, gerealiseerd. Ook hebben raden besluiten over nieuwe, noodzakelijke bezuinigingen over de raadsverkiezingen heen getild.

De nieuwe gemeenteraden komen straks dus nog voor moeilijke keuzen te staan. Na jaren van bezuinigingen is het duidelijk dat de kaasschaafmethode niet meer werkt. Onze gezamenlijke uitdaging is: daar waar mogelijk helpen. Zoeken naar en werken aan methoden om effectiever en efficiënter met schaarse middelen om te gaan. De keuzen moeten de gemeenten uiteindelijk zélf maken. Dat is en blijft hun eigen verantwoordelijkheid .

13-12-2005 15:27