Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
ASEA/LIV/2005/102224

Onderwerp Datum
onderzoek NIBUD koopkracht chronisch 13 december 2005
zieken en gehandicapten

Tijdens het AO van 6 december over de koopkracht in 2006 heb ik uw Kamer een reactie toegezegd op onderzoek van het NIBUD naar het besteedbaar inkomen van chronisch zieken en gehandicapten. U hebt hiervan inmiddels een conceptversie ontvangen van de CG-Raad. In dit onderzoek wordt het besteedbaar inkomen van alleenstaanden op het sociaal minimum vergeleken met dat van chronisch zieken en gehandicapten met een minimumuitkering. Ook worden koopkrachtcijfers voor 2005 gepresenteerd.
Inmiddels is er overleg met het NIBUD geweest over het concept rapport. Daarbij is gewezen op een tweetal tekortkomingen en op verbeteringen in de berekeningen.

Tekortkomingen
Het rapport dat de CG-Raad op 12 december openbaar heeft gemaakt, bevat een goede inschatting van de gemiddelde zorgkosten die chronisch zieken en gehandicapten maken. De gemiddelde kosten van de gezonde bijstandsgerechtigden zijn echter niet meegenomen. De overige zorgkosten die chronische zieken of gehandicapten maken zullen namelijk voor een deel ook door gezonde bijstandsgerechtigden worden gemaakt.

Ook ontbreekt de gemeentelijke inkomensondersteuning aan chronisch zieken en gehandicapten nog aan de analyse. Een groot deel van de extra zorgkosten komt in aanmerking voor vergoeding door gemeenten, via de WVG, de categoriale ondersteuning, of de individuele bijzondere bijstand.

We hebben het NIBUD gevraagd om beide elementen toe te voegen aan de analyse zodat een objectieve vergelijking mogelijk wordt.

Correcties
De in de conceptversie opgenomen koopkrachtcijfers zijn nog niet grondig gecontroleerd. Inmiddels is door mijn ambtenaren een aantal verbeteringen doorgegeven die de uiteindelijke


---

koopkrachteffecten beïnvloeden. Zo is bijvoorbeeld in de conceptversie de belastingheffing in 2005 onjuist verwerkt.

Beoordeling
Duidelijk is al wel dat de specifieke zorgkosten die chronisch zieken en gehandicapten in 2005 maken op minimumniveau voor meer dan 100% worden gecompenseerd door de buitengewone uitgaven aftrek. In 2006 levert deze aftrekpost nog meer compensatie op vanwege de verruiming binnen de buitengewone uitgavenaftrek naar aanleiding van de motie Halsema1.

Daarnaast concludeer ik uit het voorlopige rapport dat de koopkrachtontwikkeling voor specifieke groepen niet noemenswaardig afwijkt van de standaardkoopkracht. Dit is conform verwachting, aangezien er in 2005 geen maatregelen zijn genomen die uitsluitend inkomenseffecten genereren bij chronisch zieken en gehandicapten.

Deze conclusie wordt door de CG-Raad gedeeld: "huishoudens met chronisch zieken of gehandicapten jonger dan 65 jaar gaan er in beschikbaar inkomen niet veel meer op vooruit of op achteruit dan vergelijkbare huishoudens zonder chronisch zieken of gehandicapten".

Koopkracht 2006
De koopkrachtontwikkeling voor 2006 is niet meegenomen in het rapport. De koopkrachtontwikkeling van alleenstaanden met een chronische ziekte of handicap op het minimumniveau zal in 2006 gemiddeld ¾ %-punt beter zijn dan die van de alleenstaande uitkeringsgerechtigde in het algemeen. Dit vanwege de eerder genoemde verruiming van de buitengewone uitgavenaftrek. Ook zullen de extra zorgkosten in 2006 als gevolg van de verbeterde toegang tot aanvullende polissen naar verwachting afnemen.

Zodra het NIBUD de definitieve versie van het rapport presenteert, zal ik uw Kamer nadere informatie verstrekken.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)


1 Tweede Kamer, vergaderjaar 2005-2006, 30 300, nr. 19