IP/05/1578
Brussel, 13 december 2005
Arbeidstijd in het wegvervoer: 10 lidstaten hebben nog steeds geen
uitvoeringsregelingen
De Europese Commissie heeft vandaag een met redenen omkleed
advies - de laatste stap voordat een formele klacht bij het Hof van
Justitie wordt ingediend - naar Duitsland, Griekenland, Ierland,
Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje en Tsjechië
verstuurd, omdat deze landen hebben nagelaten hun nationale
uitvoeringsmaatregelen inzake arbeidstijd in de wegvervoerssector in
te dienen. De regels inzake arbeidstijd omvatten rijtijd, laden en
lossen, onderhoud aan voertuigen en administratieve taken. Doel van
deze wetgeving is het verbeteren en harmoniseren van de sociale
omstandigheden voor werknemers in de wegvervoerssector op de Europese
vervoersmarkt, om zodoende bij te dragen tot een betere gezondheid en
veiligheid van de werknemers, eerlijke concurrentieverhoudingen en een
grotere verkeersveiligheid.
"Hoewel we sinds vorige week een overeenkomst hebben over meer
geavanceerde rij- en rusttijden en strengere controles, betreur ik het
dat lidstaten de regels inzake arbeidstijd, die uit 2002 stammen, nog
steeds niet hebben uitgevoerd", aldus vice-voorzitter Jacques Barrot
van vervoer.
De Richtlijn betreffende arbeidstijd^ uit 2002 is een belangrijk
element van de sociale dimensie van de EG-wetgeving inzake wegvervoer,
dat zich samen met het economische element, dat zich richt op het
liberaliseren van het dienstenverkeer op de interne markt, heeft
ontwikkeld. De bedoeling van de richtlijn is te waarborgen dat
beroepschauffeurs geen buitensporig lange uren maken en zo een gevaar
voor zichzelf en voor andere weggebruikers worden. Ook beoogt ze
oneerlijke concurrentie tegen te gaan waar lidstaten in de verleiding
zouden kunnen komen om hun nationale vloot in het voordeel te stellen
door langere arbeidstijden toe te staan.
De lidstaten hadden tot 23 maart 2005 de tijd om de richtlijn in
nationale wetgeving om te zetten en hun nationale
uitvoeringsmaatregelen aan de Commissie bekend te maken. Tien
lidstaten hebben dit niet gedaan, te weten Duitsland, Griekenland,
Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje en
Tsjechië. Tot op heden heeft Tsjechië enkele, maar niet al haar
maatregelen meegedeeld, terwijl van de andere genoemde landen geen
enkele informatie is ontvangen.
---
Richtlijn 2002/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11
maart 2002 betreffende de organisatie van de arbeidstijd van personen
die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen, PB L 80 van
23.3.2002
European Union