Raad voor de Journalistiek

Uitspraken vastgesteld d.d. 30 november 2005
door mw. mr. H. Troostwijk, voorzitter, mw. F.W. Dresselhuys, mw. drs. M.G.N. Mathot, mw. mr. H.M.A. van Meurs en mw. drs. P.C.J. van Schaveren, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.M.S. van den Berg, secretaris, en mw. mr. L.F. Egmond, plaatsvervangend secretaris.

M. Kat / NRC Handelsblad
Uitspraak: niet-ontvankelijk
De klacht is gericht tegen een hoofdredactioneel commentaar dat in de rubriek Lux et Libertas is verschenen onder de kop De waarheid dienen. De Raad volgt klager niet in zijn betoog dat hij als rechtstreeks belanghebbende in de zin van het Reglement van de Raad kan worden aangemerkt. Klager is immers niet persoonlijk door het hoofdredactioneel commentaar geschaad. De kern van de klacht is dat verweerder zich schuldig heeft gemaakt aan lezersbedrog door het gebruik van de term buitenstaanders in de passage Een pluspunt in deze kwestie is dat het parket zelf een onderzoek heeft gelast door buitenstaanders naar het eigen handelen in deze zaak. Een dergelijke klacht is van een dermate algemeen karakter dat niet kan worden gezegd dat deze betrekking heeft op een door het hoofdredactioneel commentaar direct betrokken belang van klager. Klager is derhalve in zijn klacht kennelijk niet-ontvankelijk. (vgl. RvdJ 2005/40) Klager heeft nog betoogd dat het ontvankelijkheidscriterium van de Raad meebrengt dat geen klacht kan worden ingediend tegen een publicatie waarbij geen individueel belang in het geding is. Dit betoog is niet juist. De Raad heeft herhaaldelijk overwogen dat indien met betrekking tot publicaties waarbij niet zo zeer een individueel belang maar eerder een collectief belang in het geding is, een klacht zou zijn ingediend door een rechtspersoon die blijkens haar statuten tot doel heeft de belangen van het desbetreffende collectief te behartigen, deze mogelijk wel ontvankelijk zou zijn. (vgl. RvdJ 2005/25)
Trefwoorden:

- Procedure: ontvankelijkheid
Publicatie op www.rvdj.nl onder nr. 2005/66

H. Okuman / J. Boogaard (Het Kontakt)
Uitspraak: ongegrond
Klaagster maakt bezwaar tegen het artikel Bezwaarmakers Uitspanning voelen zich tekortgedaan, waarin zij wordt genoemd. In het artikel wordt aandacht besteed aan het bezwaar dat klaagster en andere omwonenden hebben tegen de uitbreiding van activiteiten van koffie- en theeschenkerij De Uitspanning. Volgens het artikel vertegenwoordigt klaagster de vier gezinnen, die gezamenlijk optrekken in de bezwaarschriftprocedures. Klaagster wordt een aantal keren sprekend opgevoerd.
De Raad is van oordeel dat, gelet op de omstandigheden van dit geval, niet kan worden gezegd dat het belang van klaagster om onherkenbaar te blijven zwaarder had moeten wegen dan het belang van het vermelden van haar volledige naam. De Raad acht de vermelding van de naam van klaagster relevant en functioneel, en niet ontoelaatbaar. Niet aannemelijk is geworden dat de privacy van klaagster op onevenredige wijze is geschaad. (vgl. RvdJ 2005/49)
Daarbij neemt de Raad mede in aanmerking dat klaagster haar angst voor represailles niet nader heeft geconcretiseerd en dat zij zelf contact heeft opgenomen met verweerster om media-aandacht te krijgen over de afhandeling van haar bezwaarschrift. Daarnaast voert Het Kontakt kennelijk een terughoudend beleid voor wat betreft het opvoeren van anonieme bronnen. Als klaagster vanaf het begin had laten weten dat zij niet met haar naam in het artikel wilde verschijnen, dan had verweerster haar van dat beleid op de hoogte kunnen stellen. De Raad overweegt verder dat de regel van hoor en wederhoor niet onjuist is toegepast en dat niet is gebleken dat het artikel feitelijke onjuistheden van enig belang bevat.
Verweerster heeft geen grenzen overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is.
Trefwoorden:

- Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
- Privacy: vermelding persoonlijke gegevens Publicatie op www.rvdj.nl onder nr. 2005/67

---