Beter scannen voorkomt blijvende longschade bij patiënten met
taaislijmziekte
Longafwijkingen bij patiënten met taaislijmziekte of cystic fibrosis
(CF) zijn op veel vroegere leeftijd aanwezig dan tot op heden werd
gedacht. Longfunctietesten en longfotoâs die tot nu toe de
belangrijkste testen waren, bleken de ernst van de longziekte fors te
onderschatten. Met CT-scans kunnen longafwijkingen op jongere leeftijd
opgespoord worden en kan de ernst van de longziekte beter worden
ingeschat. Hoe eerder gestart wordt met behandeling, des te minder
blijvende schade houdt de patiënt. Dit concludeert Pim de Jong in
zijn proefschrift Monitoren van longziekte bij cystic fibrosis met
computed tomografie, waarop hij 14 december 2005 promoveert aan de
Erasmus Universiteit Rotterdam.
CF is een ernstige erfelijke longziekte waarbij patiënten vaak al op
jonge leeftijd overlijden door chronische longontsteking. Hoewel de
overleving de laatste 20 jaar aanzienlijk is toegenomen, worden
CF-patiënten toch gemiddeld niet ouder dan 35 jaar. Vroege opsporing
van longschade is belangrijk om de juiste behandeling te kunnen
starten.
In het Erasmus MC â Sophia Kinderziekenhuis worden sinds 1996 CT-scans
gebruikt om longschade te voorkomen. De CT-scans worden één keer per
twee jaar gemaakt. Een scan van de long geeft een heel gedetailleerd
beeld van de afwijkingen. Uit het onderzoek van De Jong blijkt nu dat
één op de drie kinderen met CF met een normale longfunctie toch
ernstige afwijkingen op de CT-scan heeft. Bovendien waren
longfunctiewaarden bij veel patiënten stabiel terwijl de CT-scan een
achteruitgang liet zien..
Verder is het gebruik van CT in geneesmiddelenstudies een enorm
winstpunt: er zijn minder patiënten nodig voor goed onderzoek naar
méér geneesmiddelen. De extra stralingsrisicoâs zijn berekend en
blijven ruim binnen de aanvaardbare grenzen.
Promotor: prof.dr. J.C. de Jongste, Kindergeneeskunde, in het
bijzonder kinderlongziekten
Erasmus Universiteit Rotterdam