Senaat eist notitie over fiscale behandeling overheidsbedrijven
woensdag 14 december 2005
De Eerste Kamer heeft in het debat over het Belastingplan 2006
(30.306) op dinsdag 13 december de regering de toezegging ontlokt dat
er een notitie komt over de fiscale behandeling van overheidsbedrijven
en bedrijven die voornamelijk financieel op de overheid steunen, zoals
openbaar vervoersbedrijven. Een motie van de CDA-senator Essers (EK
30.306/30.307, D) waarin deze notitie werd gevraagd lag
staatssecretaris Wijn (CDA) 'zwaar op de maag'. Maar hij kwam de
senaat tegemoet door een koppeling aan te brengen met een al op stapel
staand wetsvoorstel over nadere gedragsregels bij de mededinging door
o.a. overheidsbedrijven. Wijn wees erop dat het eerder was mislukt om
de openbaar vervoersbedrijven van de grote steden
vennootschapsbelasting te laten betalen. Een voorstel daartoe
sneuvelde destijds in de Tweede Kamer.
Vrijwilligerswerk
In het bijzonder de grootste regeringspartijen CDA en VVD drongen aan
op de notitie, waarin ook de fiscale behandeling van vrijwilligerswerk
aan de orde zou moeten komen. Aanleiding was het voorstel van de
regering om het forfaitaire bedrag voor vrijwilligerswerk op te
trekken tot 500 euro per jaar. Dit houdt in dat een vrijwilliger over
vergoedingen tot een totaal bedrag van 500 euro geen belasting hoeft
te betalen. De organisatie waar hij of zij voor werkt mag dit bedrag
belastingvrij uitkeren. De senatoren Essers (CDA) en Biermans (VVD)
verwezen naar een commercieel bedrijf als Ajax dat van vrijwilligers
gebruik maakt en als sportorganisatie ook van deze
vrijstellingsregeling profiteert. Waarom sportorganisaties wel en
andere organisaties niet? Wij willen niet elk jaar over uitzonderingen
met de staatssecretaris debatteren, zo lieten beiden weten.
Over stag
Wijn wees erop dat de algemene uitgangspunten bij de fiscale
behandeling van vrijwilligerswerk al sinds jaar en dag duidelijk zijn
en dat de belastinginspecteurs van geval tot geval mogen bepalen waar
het vrijwilligersforfait mag worden toegepast. Als u een voor iedereen
geldende regeling wil, vraagt u eigenlijk om de uitzondering voor
sportorganisaties ongedaan te maken, hield Wijn zijn partijgenoot
Essers voor. Deze ontkende dat hij Ajax de regeling niet zou gunnen.
Senator Biermans zei dat het voor organisaties vooraf duidelijk moet
zijn of zij voor vrijwilligerswerk belastingplichtig zijn of
vrijstelling genieten. Waarom een sportorganisatie wel van de
forfaitaire regeling gebruik kan maken en bijvoorbeeld een
koeriersbedrijf niet, begreep Biermans niet. Zijn collega Essers zei
dat het gaat om een gelijke behandeling bij fiscale facilitering. Ook
de PvdA-fractie is voor een dergelijke gelijke behandeling. Fiscaal
woordvoerder Rabbinge gaf het voorbeeld van woningbouwcorporaties. Het
is gewenst commerciële activiteiten van de woningbouwcorporaties niet
vrij te stellen van vennootschapsbelasting, zei Rabbinge.
Staatssecretaris Wijn zei dat zijn opponenten de zaak te veel vanuit
een academische invalshoek benaderen. Maar ik kijk vanuit de politieke
invalshoek. Voor mij zijn de regels duidelijk en de inspecteurs van de
belastingdienst bepalen van geval tot geval of bijvoorbeeld de
forfaitaire aftrek bij vrijwilligerswerk mag of niet. Toen in tweede
termijn de meerderheid van de senaat vasthield aan een notitie ging
Wijn over stag.
Eén regeling voor investeringsaftrek
Een suggestie van senator Biermans om de ongeveer achthonderd
bestaande subsidieregelingen te vervangen door één regeling voor
investeringsaftrek wees de staatssecretaris af. Hij zei dat bij
subsidieregelingen beter valt te sturen en zo voelde hij er ook voor
om de fiscale regeling voor film cv's te vervangen door een
subsidieregeling van het ministerie van OCW.
Landgoederen
Ook een voorstel van D66-senator Schuyer om gebruikers van
landgoederen fiscaal meer tegemoet te komen stuitte op bezwaar van de
staatssecretaris. Een motie van Schuyer (EK 30.306, E) hierover ging
Wijn te ver, maar hij zegde Schuyer wel een brief toe over de
(kleinere) landgoederen die uit cultuurhistorisch oogpunt en vanwege
hun recreatieve waarde in stand moeten blijven. Daarover was Wijn het
wel met Schuyer en de andere ondertekenaren van de motie eens.
Te optimistische inschatting
Minister Zalm (VVD) van financiën kreeg van de woordvoerders van de
grootste oppositiepartij in de Eerste Kamer, de PvdA, kritiek op zijn
te optimistische inschattingen over de groei van de economie. Senator
Leijnse wees op het gebrek aan vertrouwen van de burgers. Mensen zien
dat onze economie minder groeit dan elders in Europa. Zij zien dat wij
jaar na jaar achterblijven bij de ons omringende landen, aldus
Leijnse. De PvdA-senator verweet Zalm ook dat hij met zijn verbeten
strijd voor het handhaven van het Stabiliteitspact in de EU en zijn
poging om Nederland een miljard euro minder aan de EU te laten
afdragen Europa neerzet als grote uitvreter en dat riekt naar
populisme. Dat zou volgens de PvdA-fractie mede tot het 'nee' hebben
geleid bij het referendum over de Europese grondwet. Ook
D66-fractievoorzitter Schuyer vond dat Zalm het op dit punt in Europa
wel wat kalmer aan mag doen.
Groeiende kloof
De linkse partijen SP en GroenLinks kregen het met de minister van
financiën aan de stok over de groeiende kloof tussen arm en rijk in
Nederland. Senator Van Raak (SP) wees erop dat nu zelfs mensen met een
betaalde baan onder de armoedegrens zakken. GroenLinkser Thissen vond
het een schande dat er bij zoveel rijkdom in Nederland nog zoveel
gezinnen in armoede leven.
Sein op groen
Senator Terpstra (CDA) verdedigde het kabinetsbeleid. Hij verklaarde
de 'zure' toon van de PvdA uit de successen die het kabinet aan het
boeken is. Alle seinen staan op groen, zei hij minister Zalm na. Deze
ontleende die uitspraak weer aan de laatste rapportage van het
Centraal Planbureau dat nu voor volgend jaar een economische groei van
2,5% voorspelt.
Minister Zalm zei dat iedereen er volgend jaar in koopkracht op
vooruit gaat. Dat mensen met kinderen met hogere inkomens meer
profiteren komt louter door invoering van het nieuwe zorgstelsel. Deze
mensen hoeven niet langer te betalen voor hun kinderen beneden
achttien jaar, net als nu het geval is bij mensen in het ziekenfonds.
Pensioengerechtigde leeftijd
Senator Van Middelkoop wees namens de fracties van ChristenUnie en SGP
op voorstellen van de nieuwe Duitse regering om de pensioengerechtigde
leeftijd geleidelijk op te trekken naar 67 jaar. Ook haalde hij een
uitspraak aan van voormalig CDA-leider Brinkman die pleitte voor
aftopping van de hypotheekrenteaftrek. Brinkman zou het uitgespaarde
belastinggeld willen gebruiken voor het renoveren van huizen in oude
wijken. In beide gevallen gaf minister Zalm niet thuis. Door de
geleidelijke fiscalisering van de AOW en andere maatregelen is het
voorlopig niet nodig om in Nederland de pensioengerechtigde leeftijd
van 65 jaar bij te stellen naar boven.
---
link (opent in een nieuw venster) stenogram dinsdag 13 december 2005
Dit is een downloadbaar word-bestand van 471.5 Kilobyte word
Aan de informatie op deze site kunnen geen rechten worden ontleend.
Eerste Kamer der Staten Generaal