Gemeente Amsterdam

College stelt richtlijnen Milieueffectrapportage 2e fase IJburg vast

14 december 2005

Het college van B&W is akkoord met de richtlijnen voor een nieuwe Milieueffectrapportage (MER) voor de tweede fase IJburg, inclusief de oostelijke auto-ontsluiting naar de A1-A9, maar zonder een jachthaven op het Centrumeiland.

Op 24 november 2004 is het bestemmingsplan voor de tweede fase van IJburg door de Raad van State vernietigd. Hierdoor kon niet worden begonnen met het maken van land voor de laatste vier eilanden van IJburg. Eerder heeft het college besloten tot een geheel nieuwe MER in plaats van een actualisering van de bestaande MER uit 1996. Zo kunnen de effecten op milieu, natuur en luchtkwaliteit van de bouw van de tweede fase IJburg zo zorgvuldig mogelijk in kaart worden gebracht. De belangrijkste reden was een uitspraak van de Raad van State in februari 2005 over een vergelijkbare situatie in Leeuwarden die negatief was uitgevallen

Begin 2006 kan de MER aan de gemeenteraden van Diemen en Amsterdam worden voorgelegd. Na akkoord kan de bestemmingsplanprocedure en de artikel 19 procedure beginnen. De verwachting is dat op zijn vroegst in 2007 wordt begonnen met het landmaken voor de 2e fase.

Wethouder Stadig van Stedelijke Ontwikkeling: "Het vernietigen van het bestemmingsplan was een forse tegenslag. Ik ben blij dat we nu weer een stap hebben genomen in de voltooiing van IJburg. IJburg is immers van groot belang voor de ontwikkeling van Amsterdam."

Nieuw bestemmingsplan

Het achterwege laten van de richtlijnen voor onderzoek ten behoeve van de jachthaven komt voort uit de resultaten van recent onderzoek naar de verstorende effecten van waterrecreatie. Op dit moment is het onduidelijk of er verstorende effecten kunnen optreden in het IJmeer, afkomstig van boten uit de oorspronkelijk geplande jachthaven. Ook is er te weinig informatie beschikbaar over eventuele maatregelen om zulke verstoringen tegen te gaan. Dit vergt nader onderzoek naar het IJmeer en overleg met buurgemeenten. Deze onzekerheid heeft ertoe geleid dat het college er voor kiest de bestemmingsplanprocedure zonder de jachthaven te doen. Zo wordt verdere vertraging van de ontwikkeling van een belangrijke stadswijk voorkomen.

Een eventuele jachthaven kan later als een zelfstandig project onderzocht worden. Hiervoor moet dan wel een aparte Bestemmingsplanprocedure - inclusief een aparte MER - worden gevolgd.

Pb-232