Ex tunc versus ex nunc in het bestuursprocesrecht
Datum: 15 december 2005
Tussen de tijdstippen dat een bestuursorgaan een besluit neemt en een
rechter dit besluit in beroepsprocedures op rechtmatigheid toetst,
verstrijkt altijd enige tijd - en soms zelfs heel veel tijd. In deze
periode kunnen de omstandigheden zo veranderen, dat een besluit ten
tijde van de rechterlijke uitspraak niet meer zo genomen zou mogen
worden. Het is de wetgever die bepaalt of de rechter de situatie ten
tijde van het bestreden besluit in acht moet nemen, dus ex tunc moet
toetsen, of juist de actuele situatie moet bezien, dus ex nunc moet
toetsen. In het bestuursrecht geldt dat de rechter ex tunc toetst; in
het vreemdelingenrecht echter geldt de ex nunc-toetsing.
Deze rechterlijke ex nunc-toetsing volstaat niet, stelt promovendus
Korine Bolt. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het Hof
van Justitie van de Europese Gemeenschappen toetsen casus waarin
uitzettingen centraal staan naar een recenter moment dan de
Nederlandse bestuursrechter. De ex nunc-toetsing zou volgens Bolt dan
ook in Nederland moeten gelden bij besluiten tot uitzetting of
besluiten die van rechtswege de mogelijkheid tot uitzetting tot gevolg
hebben.
Ook moet de belanghebbende de gelegenheid krijgen nieuwe feiten te
bewijzen, stelt Bolt. `In de praktijk komt hiervan niets terecht. Dat
is op zich niet verwonderlijk, want als de rechter zich intensief over
elk gesteld nieuw feit zou buigen, zou hij het erg druk krijgen, en
ook taken overnemen van die bij het bestuursorgaan thuishoren.' Als de
wetgever de ex nunc-toetsing breder zou willen invoeren in (delen van)
het bestuursprocesrecht, dan moet hij volgens de promovendus rekening
houden met een taakverschuiving tussen bestuur en rechtspraak.
Korine Bolt (Rheden, 1974) studeerde Nederlands recht in Groningen.
Zij verrichtte haar promotieonderzoek bij de vakgroep Bestuursrecht en
Bestuurskunde van de RUG. Het onderzoek werd gefinancierd door de
onderzoeksschool CRBS (Centrum voor Recht, Bestuur en Samenleving).
Bolt is nu als universitair docent verbonden aan de Universiteit van
Tilburg. /KN
Datum en tijd
donderdag 15 december 2005, 16.15 uur
Promovendus
mw. K.F. Bolt
Proefschrift
Het rechterlijke toetsingsmoment in het bestuursprocesrecht
Promotor
prof.mr. L.J.A. Damen
Faculteit
Rechtsgeleerdheid
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Informatie
mw. K.F. Bolt, tel. (013) 46 62 504, e-mail k.f.bolt@uvt.nl (werk)
Rijksuniversiteit Groningen