Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief geannoteerde agenda Europese Raad 15-16 december 2005.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4
Den Haag | |Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum  |13 december 2005                   |Behandel|GJ Bijl de Vroe    |
|       |                                   |d       |                   |
|Kenmerk|DIE-943/05                         |Telefoon|070 - 348 5005     |
|Blad   |1/6                                |Fax     |070 - 348 6381     |
|       |                                   |        |                   |
|Bijlage|Ontwerp-conclusies Europese Raad   |gj.bijl-de-vroe@minbuza.nl   |
|(n)    |                                   |                             |
|Betreft|Geannoteerde agenda Europese Raad  |                             |
|       |15-16 december 2005                |                             |
Graag bieden wij u hierbij, mede namens de Minister-President, de geannoteerde agenda aan van de Europese Raad welke op 15 en 16 december a.s. plaatsvindt.

De Minister De Staatssecretaris

van Buitenlandse Zaken, voor Europese Zaken,

Dr B.R. Bot Mr Drs A. Nicolaï

Geannoteerde agenda van de Europese Raad van 15 en 16 december 2005

De meest recente, beschikbare versie van de ontwerp-conclusies is bijgevoegd; deze versie lag voor aan de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 12 december jl. Het voorzitterschap stelde tijdens de Raad een nieuwe versie in het vooruitzicht; deze was echter bij het redigeren van deze geannoteerde agenda nog niet beschikbaar.

Financiële Perspectieven
Het Brits voorzitterschap heeft aangekondigd woensdag 14 december een tweede onderhandelingsbox te zullen presenteren. De voorstellen zullen dus niet op tijd komen voor het overleg met Uw Kamer. De Nederlandse inzet is echter bekend: . Conform het Hoofdlijnenakkoord wil Nederland de bruto afdrachten aan de Unie reëel constant houden ten opzichte van 2006. . Om deze doelstelling te bereiken wil Nederland een restrictief budget (1% EUBNI). . Om de nieuwe prioriteiten van de Unie - duurzame economische groei en interne en externe veiligheid - te financieren is ex ante beleidshervorming nodig via herverdeling binnen een reëel constant uitgavenkader; nieuw voor oud is het leidende principe. . Binnen de gestelde kaders van het Hoofdlijnenakkoord wenst Nederland een substantiële verbetering van zijn relatieve netto-positie ten opzichte van netto-posities van landen met een vergelijkbare welvaart. Nederland zal ook de tweede onderhandelingsbox van het Brits voorzitterschap beoordelen op basis van deze overeengekomen kabinetsinzet. Het eerste Britse voorstel komt op een begroting van 1,03% van het Bruto Nationaal Inkomen van de EU. Dat komt zeer dicht in de buurt van de Nederlandse inzet. Bovendien treffen bezuinigingen vooral de structuurfondsen en landbouwuitgaven, zodat een betere balans ontstaat tussen oud en nieuw beleid dan in het Luxemburgs voorstel. Het kabinet betreurt het echter dat bij de structuurfondsen gekozen is voor bezuinigingen op de nieuwe lidstaten. Dat is niet de Nederlandse voorkeur. Echter, de versoepeling van de bestedingsregels voor nieuwe lidstaten kunnen compensatie bieden. Meer fundamentele hervormingen zullen op de lange termijn kunnen worden gerealiseerd middels de 'review' clausule die voorgesteld wordt. Daarin worden nu zowel het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid als de Britse korting ('Rebate') expliciet genoemd. De mogelijkheid van hervormingen vóór 2013 wordt nog opengelaten. Wat betreft de Nederlandse correctie via de Eigen Middelen is zowel het Luxemburgse voorstel (circa 600 miljoen per jaar) als het eerste Britse voorstel (circa 700 miljoen per jaar) niet genoeg om in een groep van vergelijkbare landen te komen.

Verlaagde BTW-tarieven
De Ecofin-Raad van 6 december verwees dit onderwerp door naar de Europese Raad. Het gaat om de vraag of een tijdelijke regeling inzake verlaagd BTW-tarief op lokaal verrichte diensten opnieuw zal worden verlengd. Zonder nadere voorziening per 1 januari 2006 komt de basis voor toepassing van het verlaagde BTW-tarief te vervallen. Voor Nederland is voortzetting van het verlaagde BTW-tarief op lokaal verrichte diensten na 31 december 2005 prioriteit, zodat de betrokken ondernemers geen tariefsverhogingen hoeven door te voeren per 1 januari 2006. Nederland streeft daarbij naar een structurele verlenging voor deze diensten.

Uitbreiding / Macedonië
De Europese Raad zal zich onder uitbreiding buigen over het advies van de Commissie over Macedonië. De RAZEB van 12 december jl. heeft over Macedonië geen raadsconclusies aangenomen, maar het onderwerp op verzoek van Frankrijk doorverwezen (via Coreper) naar de Europese Raad. Het gaat hierbij om de vraag of de Europese Raad kan instemmen met het advies van de Commissie om Macedonië de status van kandidaat-lidstaat te verlenen en zo ja, onder welke voorwaarden. Nederland heeft in de RAZEB van 12 december jl. aangegeven te kunnen instemmen met het verlenen van de status van kandidaatlidstaat, mits vergezeld van een raadsconclusie waarin de Raad de Commissie verzoekt om, binnen de geldende Kopenhagen criteria, meer meetbare toetsstenen (benchmarks) op te stellen, gericht op de implementatie en handhaving van wetgeving, waaraan Macedonië moet voldoen voordat de Raad verder kan spreken over de vraag wanneer toetredingsonderhandelingen kunnen worden geopend.

EU-Afrika
De Europese Raad zal de EU-Afrika Strategie bekrachtigen. De RAZEB van mei jl. en de Europese Raad van juni jl. hadden om de ontwikkeling van een dergelijke strategie gevraagd. De strategie is door de RAZEB van 12 december goedgekeurd en doorgeleid naar de Europese Raad ter bekrachtiging. De strategie gaat met name in op de thema's vrede en veiligheid, de ondersteuning van Afrikaanse initiatieven op het gebied van goed bestuur en duurzame economische groei, handel en regionale integratie. Daarnaast zijn de voor Nederland belangrijke onderwerpen als migratie, HIV/AIDS en investeringen in onderwijs en gezondheidszorg opgenomen. Nederland kan instemmen met de EU-Afrika Strategie.

Globale benadering van migratie
De Europese Raad zal prioritaire activiteiten vaststellen voor een mondiale benadering van migratie. Dit geldt als vervolg van de informele bijeenkomst te Hampton Court op 27 oktober jl. Daar werd, tegen de achtergrond van de migratieproblematiek in de Middellandse Zee regio, geconcludeerd dat in een globaliserende wereld de EU ook vooral over de grenzen heen moet kijken om migratie in goede banen trachten te leiden. De prioritaire activiteiten zullen zich richten op versterkte samenwerking tussen lidstaten op het terrein van grensbewaking, en samenwerking met zowel (transit)landen in de Middellandse Zee regio als landen van oorsprong in Sub-Sahara Afrika. Deze samenwerking zal zich onder meer richten op capaciteitsopbouw, terug -en overname, de rol van migranten in ontwikkelingssamenwerking, en bescherming van vluchtelingen in de regio van herkomst. Nederland verwelkomt deze activiteiten die uitvoering geven aan het Haags Programma, waarvan de overige onderdelen van migratiebeleid uiteraard ook worden voortgezet. De aandacht moet zich nu vooral toespitsen op praktische uitwerking van de voorgestelde activiteiten.

Terrorismebestrijding
De Europese Raad zal naar verwachting conclusies aannemen over de door hem vast te stellen Strategie inzake terrorismebestrijding. Deze Strategie behelst een werkkader waarin onder andere bescherming van burgers en infrastructuur, onderzoek naar vermeende terroristen en verbetering van de respons na aanslagen zijn opgenomen. In de conclusies is een stand van zaken van de implementatie van de Strategie voorzien bij de Europese Raad van juni 2006. In het kader van de Strategie zal tevens het EU actieplan voor terreurbestrijding worden herzien. Nederland verwelkomt de gezamenlijke EU-strategie op het gebied van terrorismebestrijding. De strategie geeft richting aan de ontwikkeling en verdere uitvoering van de talrijke initiatieven en maatregelen. De strategie is tevens een nuttig instrument om de werkzaamheden en inzet van de EU op dit terrein beter inzichtelijk te maken.

Duurzame ontwikkeling
De Europese Commissie zal naar verwachting op 13 december haar voorstel voor een herziening van de Europese Strategie voor Duurzame Ontwikkeling presenteren. Vanwege de korte termijn tussen presentatie van de mededeling van de Commissie en de Europese Raad zal de Europese Raad zich waarschijnlijk beperken tot het verwelkomen van het Commissievoorstel. De verschillende raadsformaties zullen zich in het voorjaar over het herzieningsvoorstel uitlaten, waarna de Europese Raad van juni 2006 de herziene strategie zal vaststellen. Nederland hecht vooral belang aan een herziening van de strategie die actiegericht is, met concrete doelstellingen, tijdpaden en indicatoren. De herziene strategie moet de samenhang bevorderen tussen de drie pijlers van duurzame ontwikkeling, tussen het interne en het externe beleid van de EU en tussen de verschillende strategische processen zoals deze strategie, de Lissabonstrategie en het Cardiff-proces van integratie van milieu in sectoraal beleid.

Klimaatverandering en duurzame energie
De Europese Raad zal, mede naar aanleiding van de resultaten van de bijeenkomst van partijen van het VN-klimaatverdrag (Montreal, 28 november - 9 december), spreken over het klimaatbeleid en het daarmee samenhangende vraagstuk van duurzaam energiegebruik. De eerste fase van het Europese Programma inzake Klimaatverandering (2000-2005), dat een pakket van 42 maatregelen omvat, is inmiddels afgerond, de tweede fase is nu gestart. Er zullen nog forse inspanningen nodig zijn om de Kyoto-doelstelling van de EU (8% reductie van broeikasgasemissies in 2008-2012) binnen bereik te brengen. Daarnaast is het van essentieel belang om in VN-kader te komen tot een proces in de richting van een toekomstig klimaatregime. De afgelopen jaren ontbrak daartoe bij een aantal belangrijke emittenten (VS, Australië, de grote ontwikkelingslanden) de politieke wil. Hoewel het draagvlak hiervoor nu lijkt toe te nemen, blijft het moeilijk om de uiteenlopende standpunten bij elkaar te brengen. De afspraak tijdens de Klimaatconferentie in Montreal om vanaf volgend jaar in werkgroepen te spreken over hoe het klimaatbeleid er na 2012 uit moet zien, vormt een stap in de goede richting, zij het dat het tempo waarin voortgang wordt geboekt te traag is. Nederland hecht eraan dat de Europese Raad zijn betrokkenheid bij het klimaatvraagstuk blijft benadrukken: ten eerste om druk te zetten op het halen van de huidige Kyoto-doelstellingen binnen de EU, ten tweede om druk te zetten op andere grote emittenten buiten de EU die tot nog toe niet de politieke wil tonen om te komen tot onderhandelingen over een klimaatregime na 2012, en ten derde omdat de Europese Raad sturing moet blijven geven aan de EU-inzet in de strijd tegen klimaatverandering. Ook streeft Nederland naar een geïntegreerde benadering van de sterk met elkaar samenhangende dossiers energie, klimaat en concurrentievermogen. De raadsconclusies onderstrepen de verschillende elementen van energie- en klimaatbeleid nogmaals. Nederland hecht in dit kader veel belang aan het Groenboek energie-efficiëntie en het daarop geïnspireerde actieplan en het Groenboek Energievoorzieningszekerheid dat medio 2005 zal worden gepubliceerd.

Groei en banen
De Europese Raad zal de Nationale Hervormingsplannen Lissabon en het Communautaire Actieplan Lissabon die door de lidstaten en Commissie zijn ingediend verwelkomen. De Europese Raad kijkt uit naar het voortgangsrapport dat de Commissie in januari 2006 zal uitbrengen, waarin de Nationale Hervormingsplannen worden geanalyseerd. Voorts zal de Europese Raad het belang van administratieve lastenverlichting en betere kwaliteit van regelgeving onderschrijven. Mogelijk zal onder het hoofdstuk 'groei en banen' een verwijzing worden opgenomen naar de dienstenrichtlijn. Nederland zou een dergelijke verwijzing verwelkomen.

Externe betrekkingen
De Europese Raad zal een Verklaring aannemen over de Middellandse Zee-regio en het Midden-Oosten. De ministers van buitenlandse zaken zullen tijdens hun diner op de eerste dag van de Europese Raad de inhoud van deze Verklaring en de ontwikkelingen in de regio nader bespreken. Hierbij zullen in het bijzonder het Barcelona-proces, het Europees Nabuurschapbeleid, het MOVP, Irak en Iran aan de orde komen. De Europese Raad zal voorts het rapport van het Voorzitterschap over de stand van zaken in het Europees Veiligheids en Defensie Beleid onderschrijven en de EU Strategie aannemen inzake de strijd tegen illegale verwerving en doorvoer van kleine en lichte wapens en ammunitie. Ook zal de Europese Raad de aanname door de Raad, de Lidstaten, de Commissie en het Europees Parlement verwelkomen van de zogeheten Europese consensus over ontwikkeling ("European consensus on development"). Deze verschaft de Unie een gemeenschappelijke visie op waarden, doelstellingen, beginselen en methoden voor ontwikkeling.


---- --