Verbond van Verzekeraars

Bijna eenderde kiest voor levensloop

Een maand voor de start van de levensloopregeling geeft 29% van de werkende Nederlanders aan te kiezen voor levensloop. Meer dan de helft (59%) wil bij de spaarloonregeling blijven en 12% zegt zijn keuze nog niet te hebben gemaakt. Dit blijkt uit de eerste resultaten van de Consumentenmonitor van het Centrum voor Verzekeringsstatistiek (CVS), die jaarlijks de opinie meet van Nederlanders over verzekeraars en aan de bedrijfstak gerelateerde onderwerpen. De complete monitor verschijnt begin 2006.

Op 1 januari worden VUT en prepensioen afgeschaft en wordt de levensloopregeling ingevoerd. Een meerderheid van de Nederlanders (57%) is het er nog altijd niet mee eens dat het prepensioen wordt afgeschaft. Wel is er een opvallend verschil tussen de ouderen, jongeren en alleroudsten. De pijn zit met name bij de 35-65-jarigen. Van deze groep is 66% het geheel of gedeeltelijk oneens met de stelling dat het een goede zaak is dat het prepensioen wordt afgeschaft. Onder jongeren ( 65) is deze opinie minder aanwezig. Zo geeft 48% respectievelijk 39% aan het niet eens te zijn met het afschaffen van het prepensioen.

Aanbieders
Op de vraag wie de aanbieders van levensloopregelingen zijn, antwoordt 59% verzekeraars en 32% de banken. Goed nieuws voor verzekeraars dus dat zij als belangrijkste aanbieder worden gezien. Echter, 47% van de respondenten denkt dat pensioenfondsen ook levensloopregelingen aanbieden en 15% denkt zelfs dat de overheid levensloopregelingen aanbiedt. Projectleider Fred Treur van het CVS benadrukt dat niet duidelijk is waar het misverstand over de rol van pensioenfondsen vandaan komt. Pensioenfondsen mogen immers volgens de Wet VUT/prepensioen en levensloop geen levensloopregelingen aanbieden. Wellicht is het misverstand onder een groot aantal consumenten ontstaan, doordat enkele grote pensioenfondsen verboden acquisitie hebben gepleegd.
De levensloopregeling zal voornamelijk worden gebruikt om eerder met pensioen te gaan (57%), 21% heeft geen idee wat het met de levensloopregeling moet doen en 11% wil de regeling gebruiken voor zorgtaken.

Spaarloon of levensloop
De werknemer kan jaarlijks kiezen tussen levensloop en spaarloon. Deelname aan beide regelingen is niet mogelijk. Uiteraard kan de werknemer er ook voor kiezen om aan geen van de regelingen mee te doen. Op de vraag waarvoor de werknemer kiest als hij zou moeten kiezen, antwoordt de meerderheid bij het vertrouwde spaarloon (59%) te blijven. Ongeveer 29% geeft aan te kiezen voor een levensloopregeling en 12% heeft zijn keuze nog niet gemaakt. In het onderzoek is ook een poging gedaan in kaart te brengen hoeveel geld werknemers bereid zijn te besteden aan een eventuele levensloopregeling als één dag verlofsparen één dag salaris kost. De respondenten die aangeven te kiezen voor een levensloopregeling, willen in principe per jaar vijftien dagen salaris (een halve maand) inleveren voor het sparen van verlof.

Verzekerd!, december 2005