Eén miljoen Peugeots geproduceerd met roetfilter
(12/15/2005)
Peugeot introduceerde in 2000 het roetfilter op de 607. Inmiddels
verlaat het merendeel van alle Peugeots met een HDi-dieselmotor, de
fabriek met een FAP-roetfilter. Dat is nu al meer dan één miljoen
keer gebeurd.
Een breed gedragen succes
Het roetfilter is voortgekomen uit de door PSA Peugeot Citroën
gekozen strategie om een belangrijke bijdrage te leveren aan het
verminderen van de uitstoot van schadelijke stoffen. Het filter zorgt
in combinatie met de HDi-technologie voor een enorme voorsprong op het
gebied van het beperken en opvangen van roetdeeltjes zonder dat dit
ten koste gaat van de prestaties van de motor.
Inmiddels zijn alle modellen met deze technologie leverbaar en dat
zorgt voor verkoopsuccessen. Meer dan 500.000 keer voor 307, 220.000
keer voor de 407, bijna 100.000 voor de 607 en meer dan 80.000 bij de
807! Zelfs van de 206, die sinds mei 2004 leverbaar is met een HDi met
roetfilter, zijn er al 40.000 verkocht.
In het landenklassement is Frankrijk koploper met 377.000 verkochte
Peugeots met een roetfilter. Duitsland staat op de tweede plaats met
123.000 stuks, gevolgd door Spanje (118.500), Italië (99.500) en het
Verenigd Koninkrijk (89.000).
De kern van een strategie
De zorg voor het milieu is voor Peugeot een belangrijke prioriteit en
het roetfilter is daar het concrete bewijs van. Maar op allerlei
terreinen wordt gezocht naar manieren om de autoâs van de toekomst nog
schoner en zuiniger te maken.
Aan de bron aanpakken
Naast de toepassing van het roetfilter volgt Peugeot nog een andere
strategie: down-sizing. Door de cilinderinhoud van de motor te
verkleinen, met behoud van de motorprestaties, wordt de uitstoot van
schadelijke stoffen ook gereduceerd. Verder is PSA Peugeot Citroën
bezig om in samenwerking met BMW het aanbod van benzinemotoren te
vernieuwen.
Door al deze inspanningen loopt Peugeot voorop als het gaat om zuinige
auto's die het milieu ontzien. Bovendien gebruiken de motoren erg
weinig brandstof in vergelijking met de concurrentie, met bijvoorbeeld
een gemiddeld verbruik van 1 op 24,4 voor de 107
1,4 HDi en 1 op 9,8 voor de 607 met 3,0 l V6 benzinemotor met
automaat. Peugeot verkocht in de jaren 2000 t/m 2005 meer dan 500.000
auto's die minder dan 120 g CO'/km uitstootten; dat is 14% van deze
markt, terwijl ons gemiddelde marktaandeel in Europa 8% is.
Alternatieve energie
Daarnaast is Peugeot ook bezig met de ontwikkeling van alternatieven
voor benzine of diesel als brandstof.
Allereerst is er de biodiesel, een energiebron die vandaag al
toepasbaar is. Deze brandstof heeft twee belangrijke voordelen: de
brandstof kan in alle bestaande dieselmotoren worden toegepast en de
uitstoot van CO is 18% lager dan bij het gebruik van de
traditionele dieselolie. Deze brandstof wordt zelfs gebruikt in de
autosport. In de Peugeot RC Cup rijden de auto's op een mengsel van
50% diesel en 50% biodiesel. En ook in de European Le Mans Series zal
deze brandstof gebruikt gaan worden.
Andere mogelijkheden die worden onderzocht zijn bijvoorbeeld
hybrideaandrijving. Hierbij wordt de auto aangedreven door een
combinatie van een verbrandingsmotor en een elektromotor. Het voordeel
van een dergelijke aandrijving is een vermindering van het verbruik
van fossiele brandstoffen en dus de uitstoot van CO'. Bovendien is
het mogelijk de verbrandingsmotor alleen bij toerentallen te laten
werken waarbij het rendement optimaal is.
Binnenkort zal PSA Peugeot Citroën een prototype tonen met
hybridetechniek, waarbij de brandstofmotor diesel gebruikt en voorzien
is van een roetfilter.
Ook de brandstofcel is een veelbelovende ontwikkeling om de emissie
van CO' te verminderen. Maar het zal nog wel een aantal jaren duren
voordat auto's met een dergelijke cel de fabriekspoorten zullen
verlaten. Dat Peugeot ook op dit gebied beslist niet stilzit, blijkt
wel uit de reeds getoonde studiemodellen. De Taxi PAC in 2001, de H'O
in 2002 en de Quark in 2004 laten de voortgang op dit gebied zien.
Het Peugeot CO'-project
Peugeot wil graag een bijdrage leveren aan de uitdaging om de gevolgen
van het broeikaseffect te verminderen en neemt daarom actief deel aan
de wereldwijde vermindering van de uitstoot van koolstofhoudende
gassen.
Het in 1998 gepresenteerde project om in het Amazonegebied een
âkoolstofbronâ op te zetten, wordt financieel door Peugeot gesteund
met een bedrag van EUR 10.000.000,=.
Het project heeft twee hoofddoelstellingen: ten eerste het op grote
schaal herbebossen van kaalgekapte gebieden om koolstof op te vangen
en de biodiversiteit te herstellen. Daarnaast wil men kunnen meten in
welke mate een ecosysteem in staat is om CO' op te kunnen nemen.
Het is bovendien een levend bewijs van een theoretisch concept. Het
gaat om een experiment op grote schaal, dat inzicht moet bieden in de
specifieke eigenschappen van een ecosysteem als een tropisch
regenwoud.
De eerste resultaten van dat project zijn veelbelovend. In de
afgelopen jaren zijn er meer dan twee miljoen bomen geplant
AutoRai